Hoe leer en maak je een wiskundetoets?

Hoe leren voor een wiskunde toets?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Hoe leren voor een wiskunde toets?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe leer je voor een wiskunde toets?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe leer je wiskunde?
Wiskunde is een doe vak
Je leert door te doen en doen is ontdekken.

Dit doe je vooral tijdens de les.


Slide 3 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Zorg dat je goed luistert naar de uitleg.

Je docent geeft vaak veel meer handige tips dan er in het boek staan. 
Zij geeft uitleg over hoe je het best een opgave kunt uitwerken.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Maak aantekeningen van datgene wat belangrijk is.

Tijdens de uitlegles en in de gedeelde lessen geef ik je uitleg over de nieuwe leerstof. Als je voor jezelf aantekeningen maakt kun je achteraf alles nog eens rustig terug lezen. Zie het als een overloopgeheugen. Papier is geduldig. Zo kun je rustig terugbladeren naar de theorie als je een opgave niet meer begrijpt. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Doe actief mee aan de klassikale oefeningen.

Als je actief meedoet test je jouw eigen kennis en groeit je zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen is belangrijk om je goed te kunnen concentreren op de leerstof.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Lees goed de gegeven uitleg en/of theorie in je boek door.

Hier staan vaak nog extra voorbeelden hoe je opgave aanpakt.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Werk geconcentreerd aan lessen in LessonUp en de opgaven in het boek 

De opgaven uit je boek laten je nieuwe theorie ontdekken. Als je niet geconcentreerd bent mis je deze belangrijke informatie en maak je je werk om te maken. Je onthoudt dan minder. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Kijk de gemaakte opgaven goed na, zodat je kunt leren van je fouten.

Anders kun je net zo goed je antwoordboekje overschrijven, want je maakt het dan voor niks. Je weet niet wat goed en fout is. 

Niemand kan zich ontwikkelen zonder fouten te maken!

Nakijken kan via magister - leermiddelen - wiskunde 13e editie - e books (rechts onderin) - uitwerkingen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Probeer er zelf achter te komen waarom je een opgave fout had.

Je leert nog meer van je fouten als je zelf erachter kunt komen wat het juiste antwoord is. Het antwoord vragen of domweg overschrijven uit het uitwerkingenboek heeft vaak geen effect, je zult eerder een soortgelijke fout weer maken.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Sla een opgave nooit over omdat je hem niet goed begrijpt.

Je klasgenoten en je docent kan je aan de hand van je foute opgave beter helpen dan wanneer je niks op papier zet.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Werk je opgaven netjes en nauwkeurig uit.

Schrijf je antwoorden volledig op met een berekeningen, tussenstappen en eenheden. Schrijf met pen en teken met potlood. Bij wiskunde zijn wij minder geïnteresseerd in het antwoord maar meer in de weg er naar toe. Leg dus altijd uit hoe je tot je antwoord bent gekomen. Dit kan aan de hand van een tekening, berekening of een korte toelichting.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Zorg dat je altijd je spullen op orde hebt

Je kunt onnodig veel tijdverlies lijden (of opgaven helemaal niet maken) als je bepaalde spullen niet bij je hebt. Zonde!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Wees vooral niet bang om vragen te stellen.

Docenten doen niets liever dan je te begeleiden bij het leren. Daarvoor hebben zij juis voor het vak leraar gekozen, om andere te helpen bij het leerproces. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Een planning maken voor het proefwerk 

Weekend       alle opgaven afronden
Maandag       Leerdoelen 1 t/m 2
Dinsdag         Leerdoel 3 t/m 4
Woensdag     Vragenles op school & thuis oefentoets (werkboek)
Donderdag     proefwerk wiskunde hoofdstuk 2
    

Slide 15 - Tekstslide

Wat kun je daarnaast thuis nog doen?
De wiskunde stof bestaat voor 70% uit opgaven maken 
en 30% uit theorie leren. 

Zonder opgaven te maken leer je niet de theorie toe te passen. 

Zonder theorie begrijp je niet wat er met de opgave bedoeld wordt. 
Onderschat dus niet de waarde van oefenen en theorie leren.


Slide 16 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Een planning maken voor het proefwerk 

in de lessen                       alle leerstof behandeld 
dag 1                                leer leerdoelen 1 en 2 (zie slide hierna)
dag 2                               leer leerdoel 3 en 4
dag 3                               leer leerdoel 5 (en 6) 
..                                     stel je vragen in de laatste les van de toets
dag 4 (reserve)                  oefentoets en/of test jezelf
dag 5 (test)                      proefwerk wiskunde 
    

Slide 17 - Tekstslide

Aanpak leren per paragraaf
Aanpak per paragraaf

Lees de gegeven aantekeningen in LessonUp en de theorie van het boek goed door. 
Maak een korte samenvatting waarin je begrippen en stappenplannen voor jezelf noteert. 
Snap je de begrippen? Weet je waarvoor een stappenplan dient? Leer ze dan!

Bekijk de opgaven die je gemaakt hebt. Welke had je fout of vond je lastig? Snap je ze nu?
Maak een aantal opgaven opnieuw of bedenk zelf wat soortgelijke opgaven.
Bekijk ook zeker even de laatste opgave van de doorlopende leerlijn.
Maak eventueel nog de uitdagende of ondersteunde opgaven als je de doorlopende route hebt gevolgd. 
Achter in het hoofdstuk vind je nog wat extra oefenmateriaal (samenvatting, oefentoets, extra oefenen).

Slide 18 - Tekstslide

Aanpak leren toets
Een mogelijk voorbeeld van hoe te leren. (voorbeeld planning)

Dag 1    paragraaf 1 en 2 doorwerken
Dag 2   paragraaf 3 en 4 (en 5) doorwerken
Zorg dat je bovenstaande sowieso hebt gedaan voor de vragenles.
Dag 3   maak nog wat extra opgaven (zie volgende slide)
Dag 4   alles herhalen

Slide 19 - Tekstslide

R (reproductie) en
T1 (toepassen in bekende situatie)
Wat kan je nu nog extra oefenen?


T2 (toepassen in een nieuwe situatie) 
en I (inzicht)
Gemengde opgaven (theorieboek)
Oefentoets (werkboek)
Uitdagende opgaven (theorieboek)
Alle gemaakte opgaven bestuderen
Overgeslagen opgaven (theorieboek) 
Samenvatting (werkboek/ theorieboek)
Extra oefening (theorieboek)
Test jezelf (theorieboek)

Slide 20 - Tekstslide

R (reproductie) en
T1 (toepassen in bekende situatie)
Wat kan je nu nog extra oefenen?


T2 (toepassen in een nieuwe situatie) 
en I (inzicht)
Gemengde opgaven (theorieboek)
Oefentoets (digitaal)
Uitdagende opgaven (theorieboek)
Alle gemaakte opgaven bestuderen
Overgeslagen opgaven (theorieboek) 
Samenvatting (digitaal/ theorieboek)
Test jezelf (theorieboek)

Slide 21 - Tekstslide

Hoe maak je een wiskunde toets?

Slide 22 - Tekstslide

Begin bij de makkelijke vragen
Dat geeft zelfvertrouwen. 
Volgorde van de gemaakt opgaven is niet belangrijk. Ik zoek wel ;).
Niet blijven piekeren als je het antwoord niet direct weet.
Probeer aan je tempo te denken.

drie kleuren methode
Lees de opgaven globaal door en bedenk het volgende per deelopdracht:
Omcirkel de opgave die je gelijk weet groen.
Omcirkel de opgave die je wel weet, maar wel even over moet nadenken oranje / geel.
Omcirkel de opgaven die je niet denkt te weten rood. 
Begin met de groene opgaven te maken, daarna de gele en als laatste de rode opgaven.



Slide 23 - Tekstslide

Zorg dat je al je spullen bij je hebt.
Tijdens een toets mag je niet van elkaar lenen! 
Ben je iets vergeten regel dit dan voordat je de klas inkomt.

Heb je iets niet bij je dan kun je misschien niet alle opgaven maken, 
zodat je niet alle punten kunt halen.

Slide 24 - Tekstslide

Werk overzichtelijk.
Schrijf netjes met pen en teken met potlood. 
Schrijf je berekeningen of toelichtingen op! Nooit alleen een antwoord.
Controleer je antwoord na elke opgave.

Je kunt beter niet alles af hebben, maar wat je af hebt volledig en correct.
Dan dat je gaat afraffelen en slordigheidsfouten maakt.

Slide 25 - Tekstslide

Wat voor soort vragen heeft een toets?

Slide 26 - Tekstslide

Reproductie (R)
Voorbeelden van R-vragen: alles wat je uit je hoofd moet en kan leren.
Formules, figuren en symbolen
Begrippen en hun definitie
Stappenplannen

Voorbeelden van manieren om je scores op R-vragen te verbeteren.
Het maken van leerkaartjes (bijv. Quizlet, WRTS).
Begrippenlijst, stappenplannen en/of samenvatting maken.
Maak het zichtbaar (mindmap, tekeningen,..).
Organisatie

Slide 27 - Tekstslide

Toepassen in een bekende situatie (T1) 
Voorbeelden van T1-vragen: alles wat je hebt geoefend.
Opgaven vergelijkbaar met de opgaven uit de gemaakte paragrafen (basisstof).

Voorbeelden van manieren om je scores op T1-vragen te verbeteren.
Stappenplannen 
Opgaven goed nakijken, verbeteren en (fouten) opnieuw bestuderen.
Samenvatting, extra stof en Test Jezelf maken.
Oefenen

Slide 28 - Tekstslide

Toepassen in een nieuwe situatie (T2) 
Voorbeelden van T2-vragen: het geleerde en geoefende samenvoegen.
Opgaven oplossen die net op een andere manier worden gevraagd dan de gemaakte paragrafen (basisstof). Het geleerde en geoefende samenvoegen.

Voorbeelden van manieren om je scores op T2-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
Voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle.
Gemengde opgaven en oefentoets maken.
Begrijpen en toepassen

Slide 29 - Tekstslide

Inzicht (I) 
Voorbeelden van I-vragen: vanuit verschillende nieuwe kanten denken.
Opgaven oplossen waarbij extra denkstappen geeist worden. Ze gaan verder dan de aangeboden leerstof. 

Voorbeelden van manieren om je scores op I-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle

Slide 30 - Tekstslide

Stappenplan  T2 en I
Stappenplan
  1. Voorbereiden: tekening maken, markeren en/of gegevens noteren.
  2. Aanpak kiezen: welk geleerde regel/aanpak heb ik nodig? Voorkennis.
  3. Berekenen: combineer je gegevens en/of bereken.
  4. Antwoord geven: herhaal in je antwoord waar mogelijk (een deel van) de vraag.
  5. Controle: Vraag opnieuw lezen, antwoord juist en volledig, notatie goed (eenheid, afronden)   

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide