Kun je aan de hand van de begrippen selectie en allelfrequentie uitleggen hoe een soort kan veranderen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Na vandaag
Kun je aan de hand van de begrippen selectie en allelfrequentie uitleggen hoe een soort kan veranderen.
Slide 1 - Tekstslide
Bs 6 soorten veranderen
Van een soort kunnen een of meerdere populaties bestaan.
Slide 2 - Tekstslide
Genenpool
Binnen een populatie komen bepaalde allelen voor, alle allelen binnen de populatie noem je de genenpool.
Slide 3 - Tekstslide
Selectie
Het ene individu is beter in staat om te overleven en nakomelingen te krijgen dan de ander.
Slide 4 - Tekstslide
Selectie
Als alle individuen van de populatie homozygoot zijn voor een allel, dan kan er geen selectie plaatsvinden.
.
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 52
Leg uit dat een genenpool met veel verschillende allelen de overlevingskans van een populatie vergroot.
Slide 6 - Tekstslide
Geen selectie
Als het voor een eigenschap niet uitmaakt welke allelen je hebt dan verspreiden de allelen zich willekeurig.
bv: de ene bloedgroep biedt niet meer overlevingskans/speelt geen rol bij partnerselectie dus willekeurige verspreiding van allelen.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom zijn er dan meer mensen met bloedgroep 0?
Slide 8 - Tekstslide
Allelfrequentie
Omdat er meer mensen in Nederland zijn met bloedgroep O.
Dus het allel voor bloedgroep O komt vaak voor en wordt vaak doorgegeven.
Slide 9 - Tekstslide
Allelfrequentie
Sommige allelen kunnen zorgen voor een hogere overlevingskans, de allelfrequentie van die allelen zullen dan toenemen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
sikkelcelanemie
HbNHbN=niet ziek
HbNHbS=lichte vorm van ziekte
HbSHbS=Sikkelcelanemie -> sterven jong dus geen nakomelingen
Je zou verwachten dat deze ziekte op een gegeven moment verdwijnt omdat, als je het hebt, je geen nakomelingen krijgt.
Slide 12 - Tekstslide
Verandering allelfrequenties
Hierdoor ontstaat geen nieuwe soort!
Voor het ''krijgen'' van een nieuwe soort heb je reproductieve isolatie nodig. Hierbij zijn populaties van elkaar gescheiden en vind er lange tijd voortplanting plaats tussen beide populaties. Hierdoor worden dus geen genen uitgewisseld tussen beide groepen.