spelling

Spelling plusboek

Week 3 blok 4 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling plusboek

Week 3 blok 4 

Slide 1 - Tekstslide

enkelvoud

1e p          ik

2e p         jij, je, u

3e p         hij, zij, het
                  de man, de hond, de                        kat, het boek
           
meervoud

1e p         wij

2e p        jullie

3e p        zij
                 de mannen, de                                  honden, de katten, de                     boeken

Slide 2 - Tekstslide

1e persoon
Hoor ik zelf bij

Slide 3 - Tekstslide

2e persoon
De tweede persoon praat ik tegen

Slide 4 - Tekstslide

3e persoon
Je praat over iemand die er niet bij is

Slide 5 - Tekstslide

Zij wil op paardrijden.

In welke persoon staat deze zin?
A
1e persoon enkelvoud
B
2e persoon enkelvoud
C
3e persoon enkelvoud
D
1e persoon meervoud

Slide 6 - Quizvraag

Jullie zijn een gezellige klas.
A
1e persoon meervoud
B
2e persoon meervoud
C
2e persoon enkelvoud
D
3e persoon meervoud

Slide 7 - Quizvraag

U moet naar de tandarts:
U
A
1e pers enkelvoud
B
3e persoon enkelvoud
C
2e persoon enkelvoud

Slide 8 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling
waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden

Slide 9 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je een bijwoordelijke bepaling.

Slide 10 - Tekstslide

schrijf de volgende zinnen in je schrift en ontleed deze.

 




De Nederlanden werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog bezet door de spanjaarden.

Op 1 april veroverden de Watergeuzen het dorpje Den Briel op de Spaanse hertog Alva. 

Slide 11 - Tekstslide

Heb je nog vragen over je werkboek? 

Slide 12 - Tekstslide