Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Brugklas herhalingsles pw 3
Brugklas herhalingsles pw 3
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engel
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,3
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
70 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Brugklas herhalingsles pw 3
Slide 1 - Tekstslide
Vergrotende en overtreffende trap
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je over de regels van de vergrotende en overtreffende trap?
Slide 3 - Woordweb
Welk woord is overtreffend?
A
Taller
B
Tall
C
Tallests
D
Tallest
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de vergelijkende trap voor 'big'?
A
Bigest
B
Biggest
C
Bigly
D
Bigger
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de vergelijkende trap voor 'dangerous'?
A
dangerousest
B
dangerouser
C
more dangerous
D
most dangerous
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de overtreffende trap voor 'hard':
A
Hardly
B
Hardiest
C
Hardest
D
Harder
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de overtreffende trap voor 'beautiful'?
A
most beautiful
B
beautifulest
C
more beautiful
D
beautifuler
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de overtreffende trap voor 'happy'?
A
Happiests
B
Happiest
C
Happyiest
D
Happier
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de vergelijkende trap voor 'far'?
A
Fartherer
B
Farest
C
Farrest
D
Farther
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de overtreffende trap voor 'famous'?
A
more famous
B
famouser
C
famousest
D
most famous
Slide 11 - Quizvraag
Vergrotende en overtreffende trap
vergrotende trap
kort = +er
lang = more
overtreffende trap
kort = +est
lang = most
Slide 12 - Tekstslide
That's .... (large) building I've ever seen!
Slide 13 - Open vraag
My car is .... (beautiful) hers.
Slide 14 - Open vraag
Quantifiers
Slide 15 - Tekstslide
Wat weet je over de regels van de quantifiers?
Slide 16 - Woordweb
Welke woorden gebruiken we bij telbare woorden?
A
(a) few
B
many
C
(a) little
D
much
Slide 17 - Quizvraag
Welke woorden gebruiken we bij ontelbare woorden?
A
much
B
(a) little
C
many
D
(a) few
Slide 18 - Quizvraag
VEEL
WEINIG
EEN BEETJE
EEN PAAR
FEW
A FEW
MANY
MUCH
A LITTLE
LITTLE
Slide 19 - Sleepvraag
VEEL
WEINIG
EEN BEETJE
EEN PAAR
I have
little
money.
I can tell you
a few
things.
He doesn't own
many
horses.
There's too
much
sand here.
I only ate
a little
bread.
There are
few
things that are more important.
Slide 20 - Sleepvraag
Quantifiers
veel
much = ontelbaar
many = telbaar
weinig (few/little)
a few = een paar
a little = een beetje
Slide 21 - Tekstslide
I didn't see her (many/much)
Slide 22 - Open vraag
I talked to her (a few/ a little) times.
Slide 23 - Open vraag
Present tenses
Slide 24 - Tekstslide
Wat weet je over de regels van de present simple en present continuous?
Slide 25 - Woordweb
She usually .... to the gym after work.
A
is going
B
goes
C
are going
D
go
Slide 26 - Quizvraag
They ... football every Saturday afternoon.
A
play
B
are playing
C
is playing
D
plays
Slide 27 - Quizvraag
He ... a book at the moment.
A
is reading
B
reads
C
are reading
D
read
Slide 28 - Quizvraag
I ... my car right now.
A
am washing
B
wash
C
is washing
D
washes
Slide 29 - Quizvraag
The train ... at 7 pm every day.
A
leaves
B
is leaving
C
leave
D
are leaving
Slide 30 - Quizvraag
Welke zin klopt?
A
You are knowing the answer.
B
You know the answer?
C
Are you knowing the answer?
D
Do you know the answer?
Slide 31 - Quizvraag
Welke zin klopt?
A
She isn't studying for the exam today.
B
She not studying for the exam today.
C
She does not study for the exam today.
D
She doesn't study for the exam today.
Slide 32 - Quizvraag
Welke zin klopt?
A
I not like coffee.
B
I am not liking coffee.
C
Are you not liking coffee?
D
I don't like coffee.
Slide 33 - Quizvraag
Welke zin klopt?
A
Do you watch TV every day?
B
You watch TV right now?
C
Are you watching TV right now?
D
Are you watch TV right now?
Slide 34 - Quizvraag
Present simple
altijd, soms, nooit, regelmatig
gewoonte/ feit
he/she/it ww+s
vraag/ ontkenning:
do/does + hele ww
Present continuous
nu
am/are/is + wwing
Slide 35 - Tekstslide
The teacher ... (talk) at the moment.
Slide 36 - Open vraag
Mary never ... (do) her homework on time.
Slide 37 - Open vraag
The kids ... (study) at the moment.
Slide 38 - Open vraag
I ... (try) to explain it. Listen to me.
Slide 39 - Open vraag
Mum and I usually ... (call) on Sunday.
Slide 40 - Open vraag
Maak ontkennend: (los, punt)
My parents have two dogs.
Slide 41 - Open vraag
Maak ontkennend:
Sarah talks to her friend every day.
Slide 42 - Open vraag
Maak ontkennend:
We are looking for my dog.
Slide 43 - Open vraag
Maak ontkennend:
The president is talking.
Slide 44 - Open vraag
Maak vragend:
You take the trash out on Thursday.
Slide 45 - Open vraag
Maak vragend:
The sun is shining.
Slide 46 - Open vraag
Maak vragend:
My friend loves his dogs.
Slide 47 - Open vraag
Maak vragend:
We are talking right now.
Slide 48 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2km - Much and Many, herhaling en Comparisons
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Comparisons + quantifiers
December 2022
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Comparisons & Quantifiers
Mei 2021
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Recap grammar theme 1 and 2
September 2020
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
many much, a lot of, little, few
September 2024
- Les met
20 slides
English
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2KGT 3.4 part 2
Januari 2023
- Les met
10 slides
M4 November 21st chapter 3 (13/ 14)
November 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4