schrijven (opdr 4 en 5) (SLR)

Schrijven deel 2
schrijven
boek
blz 196 tm 197
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven deel 2
schrijven
boek
blz 196 tm 197

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen

Aan het einde van deze paragraaf:

- kun je je eigen mening formuleren a.d.h.v een stelling.

Slide 2 - Tekstslide

Argumenten
Argumenten zijn redenen bij een bepaald standpunt. 
Redenen kunnen subjectief en/of objectief zijn. 

Je kunt het beste overtuigen met objectieve argumenten. Ze zijn namelijk te checken of wetenschappelijk onderzocht. 
Kijk maar naar het volgende filmpje:

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Objectief


Het is controleerbaar. 
Het is een feit. 
Het is onderzocht. 
Iedereen zou hetzelfde vinden of zeggen. 
Subjectief



Het is een mening. 
Het is voor iedereen anders. 
Het is persoonlijk. 

Slide 5 - Tekstslide

ingezonden brief
In een ingezonden brief reageert een lezer op iets wat eerder in de krant of op internet stond of op iets wat net is gebeurd.

Doel: 
overtuigen

Slide 6 - Tekstslide

ingezonden brief
Om een lezer te overtuigen, gebruikt de schrijver argumenten om zijn mening te ondersteunen.

Kenmerken:
- duidelijke mening over het onderwerp
- argumenten (redenen) die de mening ondersteunen
- (soms) voorbeelden die de mening ondersteunen
- naam van de schrijver onderaan de brief

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

In een ingezonden brief zijn argumenten
A
belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 9 - Quizvraag

In een ingezonden brief reageer je op..
A
Iets dat je hebt meegemaakt
B
Iets dat je hebt gelezen
C
Iets dat iemand anders heeft verteld
D
Alles wat je wilt

Slide 10 - Quizvraag

Een ingezonden brief is
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

huiswerk
maak opdr 4 en 5 
blz 196 - 197 

Slide 12 - Tekstslide