BK 2 Schrijven perron 2: ingezonden brief

Een reactie op een nieuwsbericht heet een ingezonden brief.
A
waar
B
niet waar
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Een reactie op een nieuwsbericht heet een ingezonden brief.
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Een ingezonden brief schrijf je naar de redactie.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Voor een ingezonden brief hoef je niets voor te bereiden.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Een ingezonden brief mag heel lang zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Het tekstdoel van een ingezonden brief is informeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Een ingezonden brief schrijf je naar de redactie.
Het doel van een ingezonden brief is bijna altijd overtuigen. Je schrijft een ingezonden brief om andere mensen te overtuigen van jouw mening.
Een ingezonden brief heeft een inleiding, een kern en een slot.

In de inleiding vertel je waarom je de brief schrijft en je kunt je mening al geven.
In de kern geef je argumenten om je mening te ondersteunen. 
Het slot is vaak heel kort. In één zinnetje herhaal je bijvoorbeeld je mening of trek je een conclusie.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 21 Orang-oetan (T)
bijvoorbeeld: 

Wat een rare uitspraak.
Moet de orang-oetan voortaan ook gaan werken om geld te verdienen?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 22 Onder schot
1 Onderwerp = Jongen van 14 jaar met balletjespistool.
2 Doel = overtuigen.
3 Doelgroep/publiek = lezers van het Algemeen Dagblad.
4 Mening = Ik vind het logisch dat de agenten de jongen onder schot hielden.
5 Argumenten =  De agenten konden niet weten of het wapen echt was. Iedereen weet dat je niet met een nepwapen rond moet lopen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 23
1 Inleiding
Ik wil graag reageren op het artikel Politie houdt jongen van veertien jaar met balletjespistool onder schot.

2 Alinea 1
 Ik vind het logisch dat de agenten de jongen onder schot hielden.

3 Alinea 2
 De agenten konden niet weten of het wapen echt was en ze kunnen geen risico nemen. De jongen had best kunnen weten dat het dom is om met een nepwapen rond te lopen. Mensen schrikken ervan.

4 Alinea 3
Ik hoop dat niemand meer met nepwapens rond zal lopen. 

Met vriendelijke groet, Marieke Jonker.

Slide 10 - Tekstslide

In de krant heb je een artikel gelezen over een concert van Nick en Simon. In het artikel wordt het een geweldig concert genoemd en worden alleen positieve dingen gezegd. Jij was bij het concert, maar jij vond het helemaal niet goed. Er ging van alles mis. Je gaat een ingezonden brief naar de krant schrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf in je brief de volgende zaken:
- je mening over het concert;
- argumenten bij je mening;
- voorbeelden van dingen die slecht waren aan het concert.
Let op taalfouten en schrijf je naam en adres onder aan de brief. Zet boven aan je brief een aansprekende titel. Je brief moet uit minimaal drie alinea’s bestaan: een inleiding, een kern en het slot.

Slide 12 - Tekstslide