Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 3 Periode 1 V3
Les 3 Periode 1 V3
1 / 51
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
51 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 3 Periode 1 V3
Slide 1 - Tekstslide
Hoy es martes, el 17 de septiembre.
¡Hola!
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben we vorige week gedaan?
Bespreek het met je klasgenoot/klasgenote
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag? Hoy vas a aprender:
Vocabulario de las vacaciones (blz. 61 - 63)
El perfecto (introductie)
Slide 4 - Tekstslide
Silencio por favor sssst
15 min om individueel de woordjes van:
Vocabulario de las vacaciones (blz. 61 - 63)
In Quizlet te zetten
Slide 5 - Tekstslide
timer
1:00
Apunta 5 palabras que MEJOR describen TUS vacaciones
Slide 6 - Woordweb
1.Wat is de pretérito perfecto?
2.Hoe vorm je de pretérito perfecto?
3. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?
Pretérito Perfecto
Slide 7 - Tekstslide
HOY
Pretérito Perfecto
Explicación (blz 34 reader)
Ejercicios
Evaluar
Deberes
Slide 8 - Tekstslide
Pretérito Perfecto (uitleg blz. 34 in reader)
1. Om te vertellen over een periode in het verleden, maar die voor de spreker/verteller nog in verbinding staan met het heden.
--> Bijvoorbeeld:
Este verano he nadado mucho.
Deze zomer heb ik veel gezwommen.
2. Om aan te geven dat je iets nog nooit hebt gedaan.
--> Bijvoorbeeld:
Nunca/todavía no he comido churros.
Ik heb nooit/niet niet churros gegeten.
Slide 9 - Tekstslide
Signaalwoorden
Bij het vormen van de Pretérito Perfecto worden verschillende signaalwoorden gebruikt.
hoy - últimamente - todavía no
esta mañana - esta tarde - esta noche - esta semana
este mes - este fin de semana - este invierno - este año
hace un rato - ya - nunca - siempre - alguna vez
......
Slide 10 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Het Spaans kent
1 hulpwerkwoord
voor de v.t.t. -->
haber
yo
he
tú
has
Voltooid deelwoord:
él/ella/usted
ha
trabajar --> trabaj
ado
nosotros/as
hemos
comer --> com
ido
vosotros/as
habéis
vivir --> viv
ido
ellos/as/ustedes
han
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Ejercicio 4
he intentado
he ido
han comunicado
ha cancelado
ha llevado
hemos preguntado
han confirmado
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Ejercicio 5
decir - dicho romper - roto resolver - resuelto
volver - vuelto abrir - abierto morir - muerto
escribir - escrito descubrir - descubierto poner - puesto
prever - previsto hacer - hecho ver - visto
Slide 16 - Tekstslide
Levanta la mano
Conozco 10 palabras en español relacionadas a las vacaciones de verano
Sé que es la tarea del tema 1
Los deberes para la próxima clase son ...
Slide 17 - Tekstslide
Los deberes para la próxima clase
Maakwerk
Maak een mooie mindmap van de woorden in het Spaans die je aan jouw vakantie doen herinneren. .
Leerwerk
Vocabulario ''Actividades de verano" S-N uit de reader p. 61
Leer/herhaal de vervoeging van tener, ser en estar in de presente (=tt)
Slide 18 - Tekstslide
Hoy es miércoles 18 de septiembre.
¡Hola!
Slide 19 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen? Hoy vas a aprender:
Vocabulario de las vacaciones (blz. 61 - 62)
El perfecto vervoegen
Slide 20 - Tekstslide
Hoy en la clase
Pretérito Perfecto
Huiswerk controleren
uitleg herhalen pretérito perfecto
Ejercicios 20 t/m 23 (blz 35 -36)
Bespreken
Luisteroefening: mis vacaciones
Quiz! (evaluatie)
Slide 21 - Tekstslide
Pretérito perfecto
Het Spaans kent
1 hulpwerkwoord
voor de v.t.t. -->
haber
yo
he
tú
has
Voltooid deelwoord:
él/ella/usted
ha
trabajar --> trabaj
ado
nosotros/as
hemos
comer --> com
ido
vosotros/as
habéis
vivir --> viv
ido
ellos/as/ustedes
han
Slide 22 - Tekstslide
Signaalwoorden
Bij het vormen van de Pretérito Perfecto worden verschillende signaalwoorden gebruikt.
hoy - últimamente - todavía no
esta mañana - esta tarde - esta noche - esta semana
este mes - este fin de semana - este invierno - este año
hace un rato - ya - nunca - siempre - alguna vez
......
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
onregelmatige voltooid deelwoord
decir - dicho romper - roto
volver - vuelto abrir - abierto
escribir - escrito poner - puesto
hacer - hecho ver - visto
Slide 25 - Tekstslide
De perfecto van ir =
A
venido
B
ido
C
fuido
Slide 26 - Quizvraag
De perfecto van volver =
A
vuelto
B
volvido
C
volvado
Slide 27 - Quizvraag
Perfecto: ir (ellas)
A
ha ido
B
han ido
C
hemos ido
D
habéis ido
Slide 28 - Quizvraag
Wat is geen signaalwoord van de perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre
Slide 29 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
hoy
D
las vacaciones pasadas
Slide 30 - Quizvraag
de PERFECTO maak je door...
A
ir + a + hele ww
B
haber + stam ww + ado/ido
C
estar + stam ww + ando/iendo
Slide 31 - Quizvraag
Perfecto: Tomar (él)
A
He tomado
B
Has tomado
C
Ha tomado
D
He tomacho
Slide 32 - Quizvraag
PERFECTO:
poner - nosotros
A
Hemos ponido
B
Habéis puesto
C
Hemos puesto
D
Han puesto
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
este siglo (eeuw)
D
las vacaciones pasadas
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van de perfecto?
A
trabajo
B
he trabajado
C
trabajé
D
estoy trabajando
Slide 35 - Quizvraag
Perfecto:
Trabajar (él)
A
He trabajado
B
Has trabajado
C
Ha trabajado
D
He trabajado
Slide 36 - Quizvraag
Perfecto: Comer
A
Comido
B
Comado
C
Comedo
Slide 37 - Quizvraag
Perfecto:
Beber (tú)
A
He bebido
B
Has bebido
C
He bebado
D
Has bebado
Slide 38 - Quizvraag
Perfecto
Wij hebben gezegd
A
hemos decido
B
hemos dicho
C
habéis dicho
D
decimos
Slide 39 - Quizvraag
Wat is het hulpwerkwoord van de perfecto?
A
haber
B
tener
C
ser
D
estar
Slide 40 - Quizvraag
Perfecto:
Estudiar - nosotros
A
hemos estudiado
B
hamos estudiado
C
hemos estudiar
D
hemos estudiaron
Slide 41 - Quizvraag
9
Slide 42 - Video
00:26
Dónde ha estado de vacaciones?
A
Galicia
B
Valencia
C
Ibiza
D
Madrid
Slide 43 - Quizvraag
00:40
Qué han hecho?
(Wat hebben ze gedaan?)
A
Tursimo y nadar
B
turismo y viajar por la costa en coche
C
ver la tele y viajar en coche
D
nadar y hacer surf
Slide 44 - Quizvraag
01:13
Qué ciudad NO han visitado?
(Welke steden hebben ze bezocht?)
A
Vigo
B
Lugo
C
Pontevedra
D
Denia
Slide 45 - Quizvraag
01:37
A dónde han entrado?
(Waar zijn ze naar binnen gegaan?)
A
Un estadio de fútbol
B
Un mercado
C
Un centro comercial
D
una sala de juegos
Slide 46 - Quizvraag
02:02
Wat hebben ze op het strand gedaan?
A
Ze hebben gezwommen en gewandeld over het strand
B
ze hebben gezond en gewandeld
C
Ze hebben gesport en gezwommen
D
Ze hebben gezwommen en geslapen
Slide 47 - Quizvraag
02:11
Hoeveel boeken heeft zij gelezen?
A
4
B
2
C
3
D
1
Slide 48 - Quizvraag
02:57
Les ha gustado la comida de Galicia?
antwoord met: Sí of No
Slide 49 - Open vraag
03:33
Waar lijkt de Galisische taal op?
Slide 50 - Open vraag
03:48
Hoe zegt ze?: We hebben het erg leuk gehad in Galicië.
Slide 51 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Presente Perfecto Clase V4
September 2024
- Les met
15 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Pret. Perf
Februari 2021
- Les met
13 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4: Pretérito perfecto + leer
Januari 2024
- Les met
17 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 2
Un corto navideño
December 2023
- Les met
21 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Pret. Perf
Mei 2023
- Les met
22 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Onregelmatige vormen pretérito perfecto (11-1)
Februari 2020
- Les met
11 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
14. Hoy he desayunado quesadillas - (2 p) 25th Oct
Oktober 2024
- Les met
31 slides
spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
13. Hoy he desayunado quesadillas - 3/11 (2 p)
Oktober 2023
- Les met
33 slides
spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4