M3 2.4 Bevruchting en zwangerschap 2023

2.4 bevruchting en zwangerschap
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Bevruchting en zwangerschap

Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen bij 2.4 Bevruchting en zwangerschap
(aantekening!)
bevruchting                          Samensmelting van de kern van de eicel en de kern van de zaadcel                
eeneiige tweeling              Ontstaat uit één eicel en één zaadcel.
embryo                                    Het klompje cellen na de innesteling.
foetus                                      Het embryo vanaf de derde maand.
innesteling                            Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.
navelstreng                           Vervoert stoffen van en naar het embryo en placenta; bestaat uit weefsel van het embryo.
placenta (moederkoek)   Bestaat uit weefsels van het embryo en van de moeder; zorgt voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen.
twee-eiige tweeling          Ontstaat uit twee eicellen en twee zaadcellen.
vruchtvliezen                       Soort zak waarin het vruchtwater en het embryo zitten.
vruchtwater                          Beschermt tegen uitdroging, stoten en temperatuurwisseling.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wanneer zal deze vrouw vermoedelijk haar volgende menstruatie hebben?
Wanneer is deze vrouw vruchtbaar? (eisprong/ovulatie)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bevruchting
Bevruchting: als de kernen van zaadcel en eicel samensmelten

Slide 9 - Tekstslide

Zwanger

Slide 10 - Tekstslide

Bevruchte eicel

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Nu Maken
opdracht 1 blz. 104
Klaar? Probeer dan op blz. 105 de eerste twee onderdelen van de samenvatting te maken




(Huiswerk: maken opdrachten 2.4 blz. 104 t/m 106)
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen:
Innesteling
Embryo 
Placenta (moederkoek)
Navelstreng
Vruchtwater
Vruchtvliezen


Slide 14 - Tekstslide

Welke stoffen heeft het embryo nodig?

Slide 15 - Open vraag

Placenta en navelstreng

Slide 16 - Tekstslide

Tweelingen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

  • Links zie je een embryo van 7 weken oud. Het heeft een hart en bloedvaten.

  • Op de plaats in de baarmoeder waar het embryo is ingenesteld, begint nu de placenta (moederkoek) te groeien).

Slide 21 - Tekstslide

In de placenta stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder.

Door kleine gaatjes in de wanden van de bloedvaten, gaan stoffen van het ene bloedvat naar het andere.

Slide 22 - Tekstslide

2.4 Bevruchting en zwangerschap
In de placenta:
  • gaan zuurstof en voedingsstoffen van het bloed van de moeder -> het bloed van het embryo.

  • gaan afvalstoffen van het bloed van het embryo -> het bloed van de moeder.

Slide 23 - Tekstslide

Na 3 maanden: embryo -> foetus (spreek uit: feutus)
  • Om de foetus heen zie je de vruchtvliezen.
  • De foetus ligt in vruchtwater.
  • Het vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en verandering van de temperatuur.

Slide 24 - Tekstslide

2.4 Bevruchting en zwangerschap
Prenataal onderzoek:
Onderzoeken om te kijken naar de gezondheid van een kind in de baarmoeder.

Afwijkingen bij het ongeboren kind kunnen zo worden opgespoord.

Slide 25 - Tekstslide

2.4 Bevruchting en zwangerschap
Voorbeelden van prenataal onderzoek:
  • NIPT
  • vlokkentest
  • vruchtwaterpunctie
  • echoscopie (echo)

Deze 4 moet je kennen.

Slide 26 - Tekstslide