4.4 Evolutie in populaties

Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃
1 / 25
volgende
Slide 1: Poll
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

4.4 Evolutie in populaties
Je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de volgende criteria is niet nodig voor evolutie?
A
Variatie in eigenschappen
B
Erfelijkheid van eigenschappen
C
Selectie voor het sterkste individu
D
Isolatie van populaties

Slide 3 - Quizvraag


Genenpool
Allelfrequentie 

Constante allelfrequenties
Veranderende allelfrequenties

Seksuele selectie

4.4 Evolutie in populaties

Slide 4 - Tekstslide

Definities
  • Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten

  • Genenpool is een verzameling van alle genen   in een populatie 

  • Allelfrequentie sis hoe vaak een bepaald allel in een populatie voorkomt


Slide 5 - Tekstslide

Soort en Populatie
Organismen die veel op elkaar lijken, hoeven niet tot dezelfde soort te behoren.
Soort; organismen die samen vruchtbare nakomelingen krijgen
Populatie; een groep organismen van dezelfde soort in een gebied

Slide 6 - Tekstslide

Constante Allelfrequenties
  • geen selectiedruk,
  • allelen worden op een willekeurige manier doorgegeven
  • hoe vaker een allel voorkomt in een populatie, hoe groter de kans is dat dit allel wordt doorgegeven
Veranderende Allelfrequenties
mutatie die voordelig is
  • wel selectiedruk
  • Seksuele selectie;  bepaalde eigenschappen beïnvloeden de voortplantingskans.

Slide 7 - Tekstslide

Stel dat....
  • Populaties volledig gescheiden zijn 
  • Ze groot genoeg zijn 
  • Er geen evolutie optreedt
  • Allelen hebben dus geen specifiek voordeel

Dan blijkt dat de allelfrequenties
in populaties constant blijven 

(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)

Slide 8 - Tekstslide

Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).

Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen. 

Specifieke richting -> Evolutie 
Door toeval 
4.4 Evolutie in populaties

Slide 9 - Tekstslide

Evolutie
Mutaties zorgen voor nieuwe varianten van genen, vooral als deze dominant zijn zal snel worden geselecteerd op het  positieve/nadelige effect. 

Waarom bij vooral bij dominante allelen? 

Slide 10 - Tekstslide

Veranderende allelfrequenties
De allelfrequentie in een populatie is meestal niet constant, er zijn beïnvloedende factoren zoals:
  • Mutaties
  • Natuurlijke selectie
  • Seksuele selectie

Wanneer een gemuteerd allel dominant is en 
de overlevingskansen vergroot, zal de allelfrequentie toenemen. 

Slide 11 - Tekstslide

Een speciale vorm van evolutie: seksuele selectie
Geen selectie op overlevingskans, maar op aantal nakomelingen

Slide 12 - Tekstslide

Seksuele selectie en natuurlijke selectie botsen wel eens; een eigenschap levert wel meer paring op maar verlaagt de overleving 

Slide 13 - Tekstslide

Seksuele selectie
Seksuele selectie
  • selectie op kenmerken die een groter voortplantingssucces opleveren (dus grotere fitness)
  • leveren niet bij aan overlevingskans





    Slide 14 - Tekstslide

    Evolutie
    Als een eigenschap voordeel oplevert voor overlevingskans, zorgt natuurlijke selectie voor survival of the fittest 

    In sommige gevallen levert een eigenschap alleen voordeel op voor de voortplantingskans* dan spreken we van seksuele selectie

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Video

    Evolutie
     Micro-   
    binnen soort (bijv. berkenspanner)
    Macro- 
    onstaan nieuwe soorten 
    Co-
    Als organismen met elkaar mee evolueren. Bijv. giftigheid bij planten en tolerantie bij rupsen. 
    (HbHbs)

    Slide 17 - Tekstslide

    'Soort'  vs.  'Populatie' 
    gene flow
    Allelfrequentie 

    Maak zo opdrachten 61 t/m 65 af!
    4.4 Evolutie in populaties

    Slide 18 - Tekstslide

    Wat begreep je niet van evolutie en/of genetica (bijv. van Hw of Formatieve toets)?
    Over welk deel wil je meer nog uitleg?

    Slide 19 - Open vraag

    Slide 20 - Tekstslide

    Genetic drift
    - Puur toevalsproces:
    1. Afzondering van een kleine sub-populatie die genetisch verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke populatie  (Founder-effect: vb. migratie ; Flessenhalseffect: rest van populatie sterft door bijv. natuurramp) 
    2. De sub-populatie groeit uit 

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Video

    Wanneer heeft Genetic drift het grootste effect?
    A
    Als van een populatie van 500 individuen er 50 overleven na een ramp
    B
    Als van een populatie van 50 individuen er 5 overleven na een ramp

    Slide 23 - Quizvraag

    2 massa-extincties 
    - 10-12k jaar geleden
    - 100k jaar geleden
    • Wat is het nadeel van geringe genetische variatie?
    • Weinig aanpassings-vermogen. Grote kans op inteeltziektes

    Slide 24 - Tekstslide

    Veranderende allelfrequenties door:
    - Evolutie (gedreven door natuurlijke/seksuele selectie) 
    - Genetic Drift (willekeurig, hoe kleiner de afgezonderde populatie, hoe groter het effect) 

    Maak nu opdrachten 66-69
    4.6 Evolutie in populaties

    Slide 25 - Tekstslide