1.4 prijzen, rijzen de pan uit

4 mavo
1.3 De prijzen rijzen de pan uit!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4 mavo
1.3 De prijzen rijzen de pan uit!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 1.3
  • Wat is inflatie?
  • Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
  • Welke oorzaken zijn er voor inflatie?

Slide 2 - Tekstslide

Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je geld.

Je koopkracht hangt af van:
  • je inkomsten;
  • de prijzen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Inflatie

Slide 5 - Tekstslide

DEFLATIE
Deflatie is algehele prijsdaling= tegenovergestelde van inflatie

Slide 6 - Tekstslide

Loon-prijsspiraal

Slide 7 - Tekstslide

Loon-prijsspiraal
Werknemers willen bij inflatie prijscompensatie (lonen moeten net zoveel stijgen als de inflatie). De loonkosten voor de bedrijven worden dan dus hoger, en dit wordt weer doorberekend in de producten. Hierdoor willen werknemers weer loonsverhoging. En zo gaat het steeds door als je er sprake is van een loon-prijsspiraal!

Slide 8 - Tekstslide

Prijscompensatie
Als er inflatie plaatsvindt moet je inkomen (nominaal) net zoveel stijgen anders kun je minder kopen (heb je koopkracht verlies).
Reële inkomensverandering= 
Nominale inkomensverandering (%) - Inflatie (%)
  • Inkomensstijging meer dan inflatie? --> Koopkracht toename 
  • Inkomensstijging gelijk aan inflatie? --> Koopkracht behouden (precies Prijscompensatie)
  • Inkomensstijging minder dan inflatie?--> Koopkracht afname

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet de ECB?
De Europese Centrale Bank 
  • let er op dat de euro zijn waarde behoudt.
  • stelt de hoogte van de rente vast die banken moeten betalen als ze geld van de ECB lenen.
  • brengt eurobiljetten in omloop.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

H1.3 Wat heb je geleerd?
  • Wat is inflatie?
  • Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
  • Welke oorzaken zijn er voor inflatie?

Slide 12 - Tekstslide

zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten van paragraaf
1.3 opg 1 t/m 4, 9 , 10, 11, 12

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd in H1.3?
  • Wat is inflatie?
  • Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
  • Welke oorzaken zijn er voor inflatie?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Quize les 1.4

Slide 16 - Tekstslide

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld
A
Juist
B
Onjuist
C
weet ik niet

Slide 17 - Quizvraag

Bij een nominale loonstijging wordt er rekening gehouden met inflatie
A
Juist
B
Onjuist
C
weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

Welke organisatie zorgt ervoor dat de inflatie beperkt blijft?
A
Centraal bureau voor de statistiek (CBS)
B
Europese Centrale Bank (ECB)
C
De overheid
D
Centraal Plan Bureau (CPB)

Slide 19 - Quizvraag

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 20 - Quizvraag

Het stijgen van de prijzen van goederen en diensten noemen we ...
A
inflatie
B
deflatie
C
prijsstijging

Slide 21 - Quizvraag

Inflatie is dat geld:
A
Meer waard wordt
B
Minder waard wordt

Slide 22 - Quizvraag

Door de inflatie kan ik...
A
meer besteden
B
minder besteden

Slide 23 - Quizvraag

Ga nu maken:

Maak de volgende opdrachten van paragraaf
1.4 opg 1 t/m 4

Slide 24 - Tekstslide