H3E - Formatieve toets Unité 2 - Apprendre 1-2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Le 27 novembre 2020

Test formatif

Petit teste Apprendre 1 et 2

Let op: 

Je hebt telkens 20 seconden om te antwoorden!

Je moet 6 van de 10 woorden correct hebben!

Vertaal naar het Frans
de moedertaal

1. le langue maternel
2. la langue maternelle
3. le langue paternel
4. la langue paternelle

Wat betekent:
se faire des amis

1. vrienden maken
2. vrienden zijn
3. vrienden zoeken
4. afspreken met vrienden

Vertaal naar het Frans
het profiel

1. le filiére
2. la filiére
3. le filière
4. la filière

Wat betekent:
l'emploi du temps

1. de klok
2. het gebruik
3. het rooster
4. het tijdsgebrek

Vertaal naar het Frans:
verhuizen

1. étudier
2. étuder
3. dèmènager
4. déménager

Wat betekent:
tous les quinze jours

1. een keer per maand
2. een keer per 5 weken
3. een keer in 5 maanden
4. een keer in de twee weken

Vertaal naar het Frans:
vloeiend spreken

1. parler vite
2. parler couramment
3. parler courant
4. parler vitement

Wat betekent:
se débrouiller

1. zich redden
2. vrienden maken
3. studeren
4. slagen in het leven

Vertaal naar het Frans:
Franstalig

1. français
2. Français
3. francophone
4. Francophone

Wat betekent:
comme

1. wanneer
2. ver
3. omdat
4. wereld-

La fin