§2.1 - Welvaart en crisis in de Verenigde Staten

Tekst
§2.1 - Welvaart en crisis in de Verenigde Staten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Tekst
§2.1 - Welvaart en crisis in de Verenigde Staten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie aangeven wat voor de Verenigde Staten de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog waren.

Slide 2 - Tekstslide

Video
Roaring twenties in 1 minuut

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

De VS na WO1
  • Het rijkste/welvarendste land ter wereld, terwijl Europa verzwakt was door de oorlog.

Jaren 1920: tijd van grote veranderingen
  1. Uitvindingen (auto- en technische industrie)
  2. Opkomst elektriciteit
  3. Minder afhankelijk van aanvoer van steenkool
  4. Toename productie

De VS werden een consumptiemaatschappij
  • Alles staat in het teken van consumptiegoederen voor 'normale mensen'.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom werden de jaren '20 de 'Roaring Twenties' genoemd?
A
Er werd veel gedanst
B
Er werd veel gerookt
C
Het was een levendige tijd
D
Kopen op afbetaling kwam opzetten

Slide 7 - Quizvraag

Mentaliteitsverandering
  • Van zuinigheid naar genieten van het leven
  • Genot in economische zin: consumeren van nieuwe producten, luxe als normaal en wenselijk
  • Genot in culturele zin: uitgaan, theater, literatuur leeft
  • Mentaal: we mogen weer na de oorlog!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Roaring Twenties
.


  • Terwijl Europa herstelde van de Eerste Wereldoorlog, groeide de Amerikaanse economie razend snel.
  • Door automatisering (lopende band), konden producten efficiënter en goedkoper worden gemaakt.
  • Gevolg: Lonen gaan omhoog, en prijzen omlaag.
"Any customer can have a car painted any color that he wants so long as it is black"

Slide 10 - Tekstslide

Consumptie maatschappij
  • Gevolg: Men wordt welvarender > koopkracht stijgt

  • Spullen die normaal voor de rijke mensen zijn worden nu toegankelijk voor de middenklasse; strijkijzers, koelkasten, auto's, etc.

  • 1929: 60% van de Amerikanen heeft een auto.

  • Gevolg: infrastructuur: wegen, bruggen wordt beter; kortom de hele economie profiteert!

  • Doordat de hele economie groeit, willen mensen mee profiteren en kopen aandelen met geleend geld, gespaard geld, huizen (als onderpand)

Slide 11 - Tekstslide

1. Uitgaven van gezinnen gaan omhoog.
2. De koopkracht van mensen stijgt.
3. Mensen kopen massaal auto's.
4. Cultuur van consumptie is normaal.
5. De economie groeit door geïnvesteerd geld.
6. Mensen kopen massaal aandelen.
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Gevolg
Gevolg
Gevolg

Slide 12 - Sleepvraag

1920: drooglegging
  • Alle productie van consumptie van alcohol is verboden in de Verenigde Staten.



Slide 13 - Tekstslide

Christelijke normen 
en waarden als achtergrond?

  • Christelijke geloof van grote invloed op de samenleving
  • Wetgeving op basis van christelijke normen en waarden
  • Evolutieleer van Darwin soms in het onderwijs verboden
  • In 1925 werd een leraar hiervoor aangeklaagd

Slide 14 - Tekstslide

Drooglegging = prohibition in uitvoering (1920-1933)

Slide 15 - Tekstslide

Succes op korte, failure op lange termijn
  • Er werd in het begin gehandhaafd met strenge straffen. Dit werkt niet lang doordat er veel tegenstanders waren.
  • De wet werd dus uiteindelijk een grote flop: veel illegale brouwerijen/schenkerijen. Dit werd een nieuw normaal.
  • Toename criminaliteit, gangsters handelen in alcohol. Wetteloosheid normaal voor sommige groepen in de maatschappij.


Slide 16 - Tekstslide

En toen ging het mis..........
  • 24 oktober 1929: Beurskrach op Wall Street (New York)
  • 'Zwarte donderdag': de aandelenbeurzen kelderen
  • Gevolg: mensen verkopen hun aandelen, maar omdat dit vaak geleend geld was gingen veel banken failliet. 

Veel ontslagen en dus hoge werkloosheid
De economische depressie was begonnen
Doordat de VS na de Eerste Wereldoorlog veel geld had uitgeleend aan Europese landen, raakten ook deze landen in crisis

Slide 17 - Tekstslide

De Grote depressie
Oorzaak: de beurskrach (door speculatie)
Indirecte oorzaak: overproductie (de markt raakt verzadigd)

Gevolgen: miljoenen werklozen, duizenden dakloos, bedrijven/banken failliet, nationaal inkomen gehalveerd

Wereldhandel neemt af, waardoor Europa meegezogen wordt in de economische crisis

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de directe oorzaak van de 'beurskrach'?
A
Speculatie op de markt
B
De Amerikaanse markt groeide te hard.
C
Overproductie van goederen
D
Mensen kochten aandelen met geleend geld

Slide 21 - Quizvraag

Feit A is een                                                                van feit F
Feit B is een                                                                van feit E
Feit C is een                                                                van feit E
Feit F is een                                                                van feit D
Hieronder staan zes feiten:
    A. Amerikaanse bedrijven produceerden te veel.
    B. Amerikanen kochten aandelen met geleend geld.
    C. De crisis breidde zichzelf uit over de wereld.
    D. De economische crisis werd een depressie.
    E. In New York vond eind 1929 een beurskrach plaats.
    F. Miljoenen werkelozen vervielen tot armoede.
Vul de vier zinnen hier onder aan door de gele blokken rechts naar de juist zin te slepen.
1
1
1
1
directe oorzaak
indirecte oorzaak
gevolg op korte termijn
gevolg op langere termijn

Slide 22 - Sleepvraag

Oplossing voor crisis: New Deal (1933)
  • Franklin Delano Roosevelt
  • Overheid grijpt in.
  1. Subsidies
  2. Sociale wetten
  3. Werkverschaffingsprojecten
  4. Streng toezicht op banken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Door meer overheidsuitgaven werd de depressie steeds dieper.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de tekstvakjes naar de juiste plek om de vicieuze cirkel weer te geven die in het filmpje naar voren komt. Begin ik vakje 1.
Mensen kunnen leningen niet betalen, en komen in de problemen
De vraag naar goederen daalt nog verder en bedrijven blijven met producten zitten.
Mensen zijn bang dat het nog slechter zal worden en houden het beetje geld dat ze hebben vast ipv. uit te geven.
Veel bedrijven ontslaan mensen of gaan failliet.

Slide 26 - Sleepvraag