Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
être/Avoir
Prenez-votre ordinateur > Magister
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Prenez-votre ordinateur > Magister
Slide 1 - Tekstslide
Aujourd'hui on va faire:
être --> Les devoirs
avoir
Slide 2 - Tekstslide
Les devoirs
8 abcd
Prenez-votre ordinateur > Magister
Slide 3 - Tekstslide
Ik ken être uit mijn hoofd
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 4 - Poll
Wat is être?
A
Zijn
B
Hebben en zijn
C
Hebben
D
Zijn en hebben
Slide 5 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in:
elle ________ (être)
A
suis
B
est
C
êtes
D
sommes
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van être:
Marie ________ (être)
A
suis
B
être
C
est
D
es
Slide 7 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in:
il ________ (être)
A
elle est
B
il es
C
il est
D
elle es
Slide 8 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in:
Ils ________ (être)
timer
0:20
A
suis
B
es
C
êtes
D
sont
Slide 9 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in:
Vous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes
Slide 10 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes
Slide 11 - Quizvraag
être=
A
hebben
B
zijn
Slide 12 - Quizvraag
ÊTRE: hij is
A
elle est
B
il es
C
il est
D
elle es
Slide 13 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van être:
Nous ________ (être)
A
suis
B
sommes
C
avons
D
être
Slide 14 - Quizvraag
Oefenen! être
Hij is een jongen - Il _______ un garçon.
Zij is een meisje - Elle ________une fille.
Jij bent thuis - Tu _____à la maison.
Jullie zijn op school - Vous ________ à l'école.
Slide 15 - Tekstslide
AVOIR - HEBBEN
J'ai - Ik heb
Tu as - Jij hebt
Il a - Hij heeft
Elle a - Zij heeft
On a - Men heeft, wij hebben
Nous avons - Wij hebben
Vous avez - Jullie hebben, U heeft
Ils ont - Zij (m) hebben
Elles ont - Zij (v) hebben
Slide 16 - Tekstslide
Il a --> Paul a
Elle a --> Marianne a
Ils ont --> Paul et Tom ont
Elles ont --> Marianne et Marie ont
Marie et Paul ont --> Ils ont
Slide 17 - Tekstslide
Ik heb
A
J'ai
B
Il a
C
Nous avons
D
Elles ont
Slide 18 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 19 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van avoir:
Marie ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 20 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 21 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
timer
0:10
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 22 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 23 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 24 - Quizvraag
Oefenen! Avoir
Ik heb een hond - J'______ un chien.
Wij hebben veel huiswerk - Nous_______ beaucoup de devoirs
De jongens hebben zin in een ijsje - Les garçons _____ envie d'une glace.
Slide 25 - Tekstslide
Les devoirs
Je kent al: Apprendre 1,2 en als het goed is être
Tu apprends Avoir (aantekening uit je schrift)
SO woensdag
: Apprendre 1,2,4,6 en apprendre 3 (être) en avoir. + Luisteropdracht
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Faire le poster
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
grammaire 1: avoir + terugblik être
September 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
grammaire 1: avoir + terugblik être
November 2024
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Jeu de l'oie
November 2024
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Le verbe avoir
Januari 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Répétition ww. AVOIR + ÊTRE
September 2024
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1 havo lidwoorden en avoir
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Klas 1 - bron F ch1
Oktober 2021
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1