Spelling H5 - deel 2 - Tussenletters

Spelling H5 - deel 2 - Tussenletters in samenstellingen


tussen-n
tussen-s
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling H5 - deel 2 - Tussenletters in samenstellingen


tussen-n
tussen-s

Slide 1 - Tekstslide

Tussenletters
Een samenstelling = twee losse woorden aan elkaar geplakt


stoel + poot
tafel + kleed
fiets + rek

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletters
- gebruik altijd een tussen -s als je die hoort:
jongensboek / stationsrestauratie

- begint woord 2 met een s-klank, verander dat woord dan!
bedrijf + chef --> bedrijf + kat --> bedrijfskat, dus bedrijfschef

Slide 3 - Tekstslide

Tussenletters
Basisregel = als het linkerdeel van de samenstelling alléén een meervoud heeft op -(e)n, schrijf dan -(e)n!!


eik + boom                              kat + bak
blinde + school                     krant + kop
hart + wens                            dakloze + krant
peer + boom                          kip + vel

Slide 4 - Tekstslide

Uitzonderingen (1)
Je schrijft géén tussen-(e)n als het eerste woord van de samenstelling:
- geen zelfstandig naamwoord is                               hogeschool, platteland
- geen meervoud heeft                                                    tarwebrood, benzinegeur
- alleen een meervoud op -s heeft                             aspergesoep, douchekraan
- een meervoud op -s en op -(e)n heeft                   groenteboer, geboortecijfer

Slide 5 - Tekstslide

Uitzonderingen (2)
- aangeeft hoe groot, goed, leuk, enz. iets is. De samenstelling moet dan in zijn geheel een BN zijn 
reuzeleuk, apetrots, beregoed

- uniek is (er is er maar één van)
Koninginnedag, maneschijn, Onze-lieve-Vrouwekerk

- Gehele samenstelling is een versteend woord 
elleboog/ bakkebaard

Slide 6 - Tekstslide

Klik op de goede samenstelling:

reet + goed
A
retegoed
B
retengoed

Slide 7 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

pan + koek
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 8 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

zon + straal
A
zonnenstraal
B
zonnestraal

Slide 9 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

hoogte + verschil
A
hoogteverschil
B
hoogtenverschil

Slide 10 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

seconde + wijzer
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 11 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

plat + land + school
A
plattenlandschool
B
plattenlandsschool
C
plattelandsschool
D
plattelandschool

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk

Maak van H5.9 (online of in je boek)
opdracht 1, 7, 8 en 9

Slide 13 - Tekstslide