H3.9 2HV

H3.9 2HV
Tussenletters in samenstellingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3.9 2HV
Tussenletters in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een samenstelling?
Noem voorbeelden.

Slide 2 - Woordweb

Theorie (samenstelling)
Een samenstelling = twee losse woorden aan elkaar geplakt

stoel + poot                         
tafel + kleed
poster + materiaal

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstelling:

stad + schouwburg
A
stadsschouwburg
B
stadschouwburg

Slide 4 - Quizvraag

Theorie (tussen -s)
- gebruik altijd een tussen -s als je die hoort:
jongensboek / stationsrestauratie

- begint woord 2 met een s-klank, verander dat woord dan!
bedrijf + chef --> bedrijf + kat --> bedrijfskat, dus bedrijfschef

Slide 5 - Tekstslide

schoonheid + slaapje
A
schoonheidsslaapje
B
schoonheidslaapje

Slide 6 - Quizvraag

handel + stad
A
handelsstad
B
handelstad

Slide 7 - Quizvraag

gezelschap + spel
A
gezelschapsspel
B
gezelschapspel

Slide 8 - Quizvraag

Samenstellingen met tussen '(e)n'
Sleep naar de goede plek.

Tussen '(e)n'

Geen tussen '(e)n'
pan + koek
groente + soep
boek + legger
geboorte + cijfer

Slide 9 - Sleepvraag

Theorie (tussen -(e)n)
Basisregel = als het linkerdeel van de samenstelling alléén een
                           meervoud heeft op -(e)n, schrijf dan -(e)n!!

eik + boom                            kat + bak                    
blinde + school                   krant + kop                 
hart + wens                           dakloze + krant
peer + boom                         kip + vel

Slide 10 - Tekstslide

Dus: wat is de basisregel
voor de tussen -(e)n?

Slide 11 - Open vraag

Theorie (uitzonderingen)
Je schrijft géén tussen-(e)n als het eerste woord van de samenstelling:
- geen ZN is       hogeschool, platteland, huilebalk
- geen meervoud heeft     tarwebrood, benzinegeur
- alleen een meervoud op -s heeft    aspergesoep, douchekraan
- een meervoud op -s en op -(e)n heeft       groenteboer, geboortecijfer
- aangeeft hoe groot, goed, leuk, enz. iets is. De samenstelling moet dan in zijn geheel een BN zijn    reuzeleuk, apetrots, beregoed
- uniek is     Koninginnedag, maneschijn, Onze-lieve-Vrouwekerk

Slide 12 - Tekstslide

Klik op de goede samenstelling:

reet + goed
A
retegoed
B
retengoed

Slide 13 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

pan + koek
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 14 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

zon + straal
A
zonnenstraal
B
zonnestraal

Slide 15 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

hoogte + verschil
A
hoogteverschil
B
hoogtenverschil

Slide 16 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

seconde + wijzer
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 17 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

spin + wiel
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 18 - Quizvraag

Klik op de goede samenstelling:

plat + land + school
A
plattenlandschool
B
plattenlandsschool
C
plattelandsschool
D
plattelandschool

Slide 19 - Quizvraag

En nu werken jullie!

Slide 20 - Tekstslide