In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
§6.4 veiligheid
Lesplanning:
uitleg veiligheidsvoorzieningen
Opgaven §6.4 maken
Vragenrondje huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Wat zit er in de meterkast?
Slide 2 - Woordweb
Lesdoelen §6.4
Je kan uitleggen hoe de verschillende onderdelen in de meterkast de elektrische huisinstallatie beveiligen.
Je kan uitleggen wat kortsluiting, overbelasting en lekstroom zijn.
Zekeringen
De zekering schakelt de stroom uit wanneer deze te hoog wordt door overbelasting of kortsluiting.
kWh-meter
De energiemeter of kWh-meter meet het energieverbruik.
Groep
Een aantal stopcontacten en lichtpunten zit samen op één groep. Vanuit de meterkast loopt een aparte leiding voor elke groep.
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar schakelt de stroom uit bij lekstroom.
Hoofdkabel
Slide 3 - Tekstslide
Kleuren draden
groen/geel aardedraad
zwart schakeldraad
blauw nuldraad (0 V)
bruin fasedraad (230 V)
Slide 4 - Tekstslide
Randaarde
Door de hoge spanning (230 V) kan de elektrische stroom de aarde gebruiken als negatieve pool.
Slide 5 - Tekstslide
Randaarde
Door de hoge spanning (230 V) kan de elektrische stroom de aarde gebruiken als negatieve pool.
Een geaarde stekker voorkomt dat de buitenkant van een apparaat onder spanning komt te staan.
Slide 6 - Tekstslide
Aardlekschakelaar
vergelijkt de stroomsterkte die het huis binnenkomt met de stroomsterkte die het huis verlaat. Bij een verschil worden alle groepen in huis uitgeschakeld.
Slide 7 - Tekstslide
Deze schakeling is...
A
Serie
B
Parallel
Slide 8 - Quizvraag
Deze schakeling is
A
serie
B
parallel
Slide 9 - Quizvraag
De stopcontacten in je huis zijn aangesloten in...
A
Serie
B
Parallel
Slide 10 - Quizvraag
Parallelschakeling thuis
Over elk apparaat / lamp staat de spanning van de spanningsbron; 230 V.
De elektrische stroom heeft meerdere routes. De stroomsterktes in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte.
Slide 11 - Tekstslide
Overbelasting
Er staan te veel apparaten tegelijkertijd aan waardoor de hoofdstoomsterkte te groot (I >16 A) wordt.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat kan je vertellen over kortsluiting?
Slide 14 - Open vraag
Kortsluiting
Twee stroomdraden raken elkaar.
De stroom gaat van de fase- naar de nuldraad zonder door een apparaat te stromen.
I > 16 A
Elektriciteitsdraden worden te warm.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Zekering
Verbreekt de stroomkring wanneer de stroomsterkte te groot wordt (I > 16 A).
Slide 17 - Tekstslide
Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
Slide 18 - Quizvraag
Brandt het lampje?
A
Ja, want het lampje zit in een gesloten stroomkring.
B
Ja, want het lampje is parallel geschakeld.
C
Nee, want het lampje is kort gesloten.
D
Nee, want het lampje is niet in serie aangesloten.
Slide 19 - Quizvraag
In huis zijn een oven (13,0 A) een vaatwasser (8,4 A) en een koelkast (1,0 A) aangesloten op één groep. Kan je alle apparaten tegelijkertijd aanzetten? Licht je antwoord toe.
Slide 20 - Open vraag
De elektriciteitsdraden die naar een brandende lamp lopen, worden een beetje warm.