In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Thema 8 Gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Tip
Maak aantekeningen tijdens de uitleg. Hierdoor onthoud je de stof veel beter en heb je thuis minder werk.
Slide 2 - Tekstslide
8.1 Wat is gedrag?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag is alles wat mensen of dieren doen, ook slapen is gedrag.
Bij gedrag reageer je op prikkels. Prikkels zijn veranderingen in je omgeving (uitwendige prikkels) of in je lichaam (inwendige prikkels).
Slide 4 - Tekstslide
Hoe ontstaat gedrag?
Inwendige prikkels: bijvoorbeeldhonger, dorst, pijn, angst en slaperigheid.
Uitwendige prikkels: bijvoorbeeld het zien van de voerbak.
Gedrag ontstaat doordat we reageren op deze prikkels.
Slide 5 - Tekstslide
Gedrag
Gedrag bestaat uit een aantal handelingen
Gedragsketen: als gedrag ontstaat uit een serie handelingen in vaste volgorde
Slide 6 - Tekstslide
Drempelwaarde en motivatie
Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels.
Daarvoor zijn twee oorzaken:
1. De sterkte van de prikkel is lager dan de drempelwaarde (de minimale sterkte om een impuls naar de hersenen te sturen).
2. De motivatie (dewil) om te reageren is klein.
Slide 7 - Tekstslide
Motivatie = bereidheid voor het verrichten van bepaald gedrag.
Een inwendige prikkel (bijv. honger) wordt vaak een motivatie genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten laag.
Slide 9 - Tekstslide
8.2 Oorzaken van gedrag
Slide 10 - Tekstslide
Altijd dezelfde reactie
Mensen en dieren zenden zelf ook prikkels uit, dit noemen we een signaal. De reactie op een signaal noem je een respons.
Op sommige signalen komt altijd dezelfde respons. Zo'n signaal noemen we een sleutelprikkel.
Op de volgende dia's zie je enkele voorbeelden.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Sleutelprikkels
Sleutelprikkel = prikkel die een bepalende rol speelt bij het veroorzaken van een bepaald gedrag.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Supranormale prikkel
Supranormale prikkel = prikkel die sterker respons veroorzaakt dan de normale sleutelprikkel
Slide 15 - Tekstslide
Dreiggedrag
De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.
Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag
(weg jij!). De rode buik is dus een sleutelprikkel.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Spergedrag
Hiernaast zie je jonge vogeltjes. De opengesperde bekjes met de feloranje binnenkant, is een uitwendige prikkel voor de ouders. De ouders zullen de jongen gaan voeren.
De schaduw van de ouders boven het nest, is voor de jongen de sleutelprikkel om dit spergedrag te vetonen.
Slide 18 - Tekstslide
Verzorggedrag
Een klein kind heeft grote ogen, bolle wangen en een korte kin. Een puppy heeft grote ogen en een korte snuit. Dit zorgt voor een 'rond hoofd'.
Zo'n rond hoofd bij jonge dieren, baby's en kinderen is voor ouders de sleutelprikkel om over te gaan op verzorggedrag. Deze jonge dieren, baby's en kinderen hebben verzorging nodig.
Slide 19 - Tekstslide
Consumentengedrag
Consumentengedrag = Gedrag van mensen die producten kopen
Reclames gebruiken sleutelprikkels en supranormale prikkels om mensen over te halen product te kopen
Slide 20 - Tekstslide
Bij mensen
Sleutelprikkel
Supranormaleprikkel
Kleur van lippen
Rode lippen
Lange benen
Op hakken lopen
Brede schouders
Gespierde mannen
Slide 21 - Tekstslide
8.3 Aangeboren of aangeleerd gedrag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Gedrag
combinatie van:
erfelijke factoren leerprocessen
aangeboren gedrag aangeleerd gedrag
Bij dieren ook wel
het instinct genoemd
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
00:40
Is het piepen van de kuikens aangeboren of aangeleerd gedrag?
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag
Slide 26 - Quizvraag
01:05
Wat is inprenting, denk je?
Slide 27 - Open vraag
leerproces: inprenting
Een korte periode (de gevoelige periode) waarin bepaalt gedrag wordt geleerd.
Bijvoorbeeld het herkennen van je ouders.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
leerproces: conditionering
Aanleren van gedrag door een beloning of straf.
nieuw verband wordt aangeleerd
nieuw gedrag wordt aangeleerd
Slide 30 - Tekstslide
leerproces: gewenning
Een reactie op een prikkel wordt aan- of afgeleerd door de prikkel te herhalen.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
leerproces: trial and error
proefondervindelijk leren:
leren door toevallige ontdekkingen.
Youtube Thorndikes Puzzle box
Zebrarups eet Sint Jakobskruid.
Vogels vinden hem niet lekker
Slide 33 - Tekstslide
8.4 Sociaal gedrag
Slide 34 - Tekstslide
Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.
Bij sociaal gedrag is het gedrag van het ene individu een prikkel voor een ander individu.
Dit gedrag kan een houding, een geluid, een kleur, een geur of een gebaar zijn.
Slide 35 - Tekstslide
Paringsgedrag
Baltsgedrag
Gedrag om partner aan te trekken en te motiveren voor paring
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Territoriumgedrag
Territorium
gebied rond de nestplaats
Territoriumgedrag
gedrag om het territorium af te bakenen en te verdedigen tegen indringers
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Dreig/ Imponeergedrag
Gedrag waarin een dier zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maakt.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Voedingsgedrag
Al het gedrag dat dieren vertonen rondom wat, wanneer en hoe ze eten.