H3.2 Weerstand

§3.2 Weerstand
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Wat is juist?
De ... is 0,3 A
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand

Slide 2 - Quizvraag

3,4 A is hetzelfde als
A
3 400 mA
B
34 mA
C
0,034 mA
D
0,0034 mA

Slide 3 - Quizvraag

Een batterij is
A
Vermogensbron
B
Stroombron
C
Elektriciteitsbron
D
Spanningsbron

Slide 4 - Quizvraag

Er loopt pas een stroom als
A
de schakelaar open is
B
de voltmeter is aangesloten
C
de stroomkring gesloten is
D
de stroomkring open is

Slide 5 - Quizvraag

Elke apparaat wordt aangesloten op 230 V. Hoe komt het dat niet elk apparaat evenveel energie verbruikt?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen / Onderwerpen
Wat is elektrische weerstand?
Hoe meet je weerstand?
Hoe bereken je de weerstand?
Wat zijn geleiders en isolatoren?
Wat is soortelijke weerstand?
Waarvoor gebruik je weerstanden?
Wat is de weerstand in een serieschakeling?


Slide 7 - Tekstslide

Weerstanden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wet van Ohm
video
In de onlineomgeving zit nog een duidelijke uitleg hierover.
Ik kan die helaas niet invoegen in de LessonUp.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat geeft de waarde in Ω eigenlijk aan?
A
hoeveel spanning de batterij levert
B
hoeveel stroom er door een stroomkring gaat
C
hoezeer de stroom wordt tegengehouden

Slide 13 - Quizvraag

Einde BBdeel
BB'ers kunnen verder met het bekijken van de bonusvideo's
En het maken van de opdrachten online  §3.2

Bekijk ook de uitlegvideo's in de onlineomgeving


KB uitleg op volgende dia's  

Slide 14 - Tekstslide

Weerstanden gebruiken
De eerste twee ringen zijn bruin en groen. 
Bruin is 1 en groen is 5: het getal is 15.

De derde ring is rood: vermenigvuldig met 100. De weerstand is dus 15×100=1500 Ω.
 
De vierde ring is rood: de tolerantie is 2%, 
dat is 30 Ω, dus 1500 plus of min 30 Ω. 

De weerstand ligt tussen 1470 Ω en 1530 Ω.

video
In de onlineomgeving zit nog een duidelijke uitleg hierover.
Ik kan die helaas niet invoegen in de LessonUp.

Slide 15 - Tekstslide

Weerstand in serie
Bij een serieschakeling is de totale weerstand gelijk aan de som van de weerstanden. 
In formule: Rtot = R+ R+ R3

Slide 16 - Tekstslide

Soortelijke weerstand

Slide 17 - Tekstslide

Einde KB-uitleg 
Maken §3.2 
bekijk bij de uitleg de extra video's

Slide 18 - Tekstslide

Bonusvideo's
Extra uitleg.

Op de volgende dia's zie je extra video's met uitleg over elektriciteit. Dit kan helpen om de begrippen stroomsterkte, spanning en weerstand beter te begrijpen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Maken (BB)
blz 121 t/m 167
Opgave 1 t/m 17

Daarna nakijken (online)

timer
20:00
Zelfstandig werken.
Heb je vragen? Check je boek eerst.
Na de timer bespreken we vragen.

Slide 23 - Tekstslide