3.2 weerstand

§3.2 Weerstand
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Geleider & Isolator

Slide 2 - Tekstslide

Weerstanden

Slide 3 - Tekstslide

Weerstand
Beide sluit je aan op stekker: 230 V
Toch geeft een tostiapparaat echt meer stroom?
Weerstand bepaald hoeveel stroom wordt doorgelaten. 

Slide 4 - Tekstslide

Wet van Ohm
video
In de onlineomgeving zit nog een duidelijke uitleg hierover.
Ik kan die helaas niet invoegen in de LessonUp.

Slide 5 - Tekstslide

R=IU
Weerstand
Spanning
Stroomsterkte
2

Slide 6 - Tekstslide

R=IU
Weerstand
R
in Ohm
Spanning
U
in Volt
V
Stroomsterkte
 I
in ampere
A
Ω
2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Rekenen met de wet van Ohm
Bereken de weerstand van een tostiapparaat.
De stroomsterkte is 6,5 A en en de spanning is 230 V.


Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft de waarde in Ω eigenlijk aan?
A
hoeveel spanning de batterij levert
B
hoeveel stroom er door een stroomkring gaat
C
hoezeer de stroom wordt tegengehouden

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag
bladzijde 170
opgave 1 t/m 15

Slide 11 - Tekstslide

Weerstanden gebruiken
De eerste twee ringen zijn bruin en groen. 
Bruin is 1 en groen is 5: het getal is 15.

De derde ring is rood: vermenigvuldig met 100. De weerstand is dus 15×100=1500 Ω.
 
De vierde ring is rood: de tolerantie is 2%, 
dat is 30 Ω, dus 1500 plus of min 30 Ω. 

De weerstand ligt tussen 1470 Ω en 1530 Ω.

video
In de onlineomgeving zit nog een duidelijke uitleg hierover.
Ik kan die helaas niet invoegen in de LessonUp.

Slide 12 - Tekstslide

Totale weerstand serieschakeling

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand?
R1 = 50Ω
R2 = 200Ω
R3 = 500Ω

Slide 14 - Tekstslide