22032023 lesson 15: practise for the test

Welcome!
LessonUp class
 rqzgw 

Today's class: 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
LessonUp class
 rqzgw 

Today's class: 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Check
E tenses& 
F adjective/adverb & 
G comparisons

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Silent reading

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar:  tenses
An exercise in which you have to use all the verb tenses from these units. 

Name the signal words/ when to use for: 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar:  tenses
present simple, present continuous, past simple, past continuous, present perfect 

future with will or to be going to + hele ww

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You work! 
Answer the assignment on a sheet of paper



tenses

Slide 6 - Tekstslide

https://docs.google.com/document/d/1oM_E9nAy8vtU7vQxkP1bJOOyQxdsqriUQcADRQWyWCU/edit 
Grammar 5.1 
Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden

Adjectives and Adverbs

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjective & adverbs
In NL: bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

That is a great song.
My sister sings beautifully

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjective / Adverb
Adjective (bijv. nw.)
Adverb (bijwoord) - regular
Describes a noun


                    
                       
          *a beautiful girl
Describes a 
-verb;
-adjective;
-adverb       
   
*she sings beautifully
*she is extremely beautiful
*she sings extremely beautifully.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Before we start

  • noun = 
  • verb =
  • adjective =
  • adverb = 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverb or Adjective?
Adverb
Adjective
Amazingly
Magnificent
Heroic
Sadly
Horrible
Terribly

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjective
Adverb
Adverb
Adjective

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 5.2: Place of the adverb
place of adverb

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 5.2: Place of the adverb
place of adverb

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You're going to become .....           popular
Extremely

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

He  ...         ..     has  ...   ....      . a lot of good ideas
Usually

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

They   ...         ..   are  ...   ....      . late for class
Usually

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

It    ...         ..   is  ...   ....      .        smart to go outside without your coat is it? 
not
exactly

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar adjective adverb 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar Place of the adverb

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You work! 
Answer the assignment on a sheet of paper



Adjective/ (place of the) adverb

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar comparisons
Grammar 5.3 Vergelijken: comparisons
Om de vergrotende trap te maken, zet je -er achter of more voor een bijvoeglijk naamwoord. Om de overtreffende trap te maken, zet je -est achter of most voor een bijvoeglijk naamwoord. Er zijn ook uitzonderingen:

één lettergreep: -er / -est
quick
quicker (than)
(the) quickest
small
smaller (than)
(the) smallest
fit
fitter (than)
(the) fittest

stranger (than)
(the) strangest
twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est
simple
simpler (than)
(the) simplest
clever
cleverer (than)
(the) cleverest
shallow
shallower (than)
(the) shallowest
easy
easier (than)
(the) easiest
twee lettergrepen niet op-le, -er, -ow, -y: more / most
famous
more famous (than)
(the) most famous
careful
more careful (than)
(the) most careful
drie of meer lettergrepen
popular
more popular (than)
(the) most popular
terrible
more terrible (than)
the) most terrible
uitzonderingen
good
better (than)
(the) best
bad
worse (than)
(the) worst
Als je wilt vergelijken, kun je ook (not) as ... as ... gebruiken:
It’s as important as football.
It’s not as easy as you think.































































Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar comparisons
twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est
simple
simpler (than)
(the) simplest

clever
cleverer (than)
(the) cleverest

shallow
shallower (than)
(the) shallowest


































































Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar comparisons
twee lettergrepen niet op-le, -er, -ow, -y: more / most


famous

more famous (than)

(the) most famous

careful
more careful (than)
(the) most careful




































































Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar comparisons
drie of meer lettergrepen: More & (the) most


popular
more popular (than)
(the) most popular

terrible
more terrible (than)
the) most terrible










































































Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar comparisons
uitzonderingen
good
better (than)
(the) best

bad
worse (than)
(the) worst

Als je wilt vergelijken, kun je ook (not) as ... as ... gebruiken:
It’s as important as football.
It’s not as easy as you think.



















































































Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You work! 
Answer the assignment on a sheet of paper



comparisons 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check





Any questions?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You work! 
Work on the Catch up and the Selftest of Unit 5

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next Lesson
Write down your homework from the planner:
Vocab: 5.1 – 5.4 and 7.1 – 7.4
Grammar: U5 and U7.
Phrases: U5
Irregular verbs pp 149-150: All irr verbs

last class before the test, prepare your questions! 


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies