1 BK 1.7 Grammatica deel 1

1 Basis  1.7 Grammatica deel 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1 Basis  1.7 Grammatica deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kunt een samenstelling herkennen, maken en uit elkaar halen
Je opdrachten van de vorige paragraaf zijn nagekeken
Je maakt kennis met de persoonsvorm
Je oefent met het vinden van de persoonsvorm
We lezen een stuk uit Homme en het noodgeval
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Tekstslide

Een samenstelling
A
is een woord gemaakt van meerdere losse woorden
B
zijn losse woorden, die eerst aan elkaar vast zaten
C
is een gezin dat bestaat uit ouders met kinderen uit een eerdere relatie
D
leer je bij wiskunde

Slide 3 - Quizvraag

Bij een samenstelling
A
komen er nooit extra letters bij
B
gaan er nooit letters af
C
schrijf je altijd een streepje (koppelteken) tussen de onderdelen
D
kunnen er letters bijkomen of afgaan

Slide 4 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
boekentas
B
aardappeltje
C
appeltaart
D
zonnestraal

Slide 5 - Quizvraag

bedenk zelf een samenstelling

Slide 6 - Open vraag

Kijk na en vul aan
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen
Zinnen kun je verdelen in zinsdelen. Een zinsdeel bestaat uit één woord, of een paar woorden die bij elkaar horen. Een voorbeeld van een zinsdeel is de persoonsvorm of het onderwerp. Elk zinsdeel zet je tussen zinsdeelstrepen.

|Ik | lees | dit boek.|
Deze zin bestaat uit drie zinsdelen.

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) is een belangrijk zinsdeel. 
In elke zin staat een pv.
De pv is altijd een werkwoord (doe-woord) en bestaat meestal uit één woord.
Je vindt de pv door de tijd van een zin te veranderen.
Hoe loop jij naar school? -> Hoe liep jij naar school?
Het woord dat moet veranderen, is de pv. In het voorbeeld is de pv dus: loop.


Slide 10 - Tekstslide

welk woord is het werkwoord?
A
zwemles
B
werkdag
C
zitten
D
sportclub

Slide 11 - Quizvraag

wat is géén werkwoord
A
slapen
B
gapen
C
roken
D
bedden

Slide 12 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een werkwoord

Slide 13 - Open vraag

Maak opdracht 1,2,3  (1.7 Grammatica)
Lukt het niet op school? Maak het dan thuis af!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kunt een samenstelling herkennen, maken en uit elkaar halen
Je opdrachten van de vorige paragraaf zijn nagekeken
Je maakt kennis met de persoonsvorm
Je oefent met het vinden van de persoonsvorm
We lezen een stuk uit Homme en het noodgeval
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 17 - Tekstslide

goed                            gedaan!

Slide 18 - Tekstslide