In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
oefentoets spieren
Slide 1 - Tekstslide
Binas tabel 90C
Juist of Onjuist (waarom)?
Slide 2 - Tekstslide
Een skeletspier trekt samen. Het gevolg ... de A-banden verkorten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Een skeletspier trekt samen. Het gevolg ... de I-banden verkorten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Een skeletspier trekt samen. Het gevolg ... de lengte van de myosinefilamenten verandert niet
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een skeletspier trekt samen. Het gevolg ... de lengte van de actinefilamenten verandert niet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Er is een maximum aan de spierverkorting omdat op een bepaald moment de ATP-moleculen op zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
In een spierbundel trekken de motorische eenheden altijd tegelijk samen.
A
Juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Spiervezels uit een oogspier zijn minder krachtiger dan spiervezels uit een beenspier.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Na een wedstrijd doen veel sporters een cooling- down: zij gebruiken hun spieren, maar doen geen intensieve oefeningen. Wat is het belang van een cooling-down?
A
Het bloed blijft door de spieren stromen en neemt afvalstoffen mee.
B
Door cooling-down ontspannen de spieren door een regelkring met negatieve terugkoppeling via de spierspoeltjes en peeslichaampjes.
C
De antagonisten van de gebruikte spieren brengen de samengetrokken spieren weer op de lengte van voor de wedstrijd.
D
Tijdens de cooling-down voert het bloed extra zuurstof naar de spieren.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Laatste vraag. Welke skeletspieren hebben de minste spiervezels per motorische neuron?