In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
+
+
-->
^
Fotosynthese:
.........
........
.........
..........
........
Water
koolstof-dioxide
licht
Glucose
zuurstof
Slide 1 - Sleepvraag
Op de Chinese eilanden is een plant ontdekt die bloeit. De plant vormt bloemknoppen en prachtige bloemen.
De palnt is van het geslacht Taxasia. Planten van dit geslacht kunnen net als andere planten energierijke koolstofverbindingen binnenkrijgen als ze in het zonlicht staan.
Sleep bij beide stellingen van de twee woorden het juiste in de zin.
I De Taxasia-planten zijn
II De Taxasia-planten hebben ........................ chloroplasten.
........................
..............
autotroof
heterotroof
wel
geen
Slide 2 - Sleepvraag
glucose + zuurstof water + koolstofdioxide
koolstofdioxide + water zuurstof + glucose
verbranding
fotosynthese
planten
planten
dieren
schimmels
energie nodig
levert energie
bladgroenkorrels
alleen overdag
hele dag door
Slide 3 - Sleepvraag
Welke stoffen zijn anorganisch? en welke zijn anorganisch?
Sleep de moleculen naar de juiste categorie.
anorganische moleculen
organische moleculen
water
glucose
zetmeel
zuurstof
aminozuur
eiwit
CO2
nitraat
DNA
stikstof (N2)
RNA
bladgroen
Slide 4 - Sleepvraag
Welke stoffen kun je aantreffen in plantaardige cellen?
A
Cellulose
B
Eiwit
C
Vet
D
Glucose
Slide 5 - Quizvraag
In welke tabel van BiNaS kun je de bouw van verschillende koolhydraten vinden?
Slide 6 - Open vraag
Welke van de onderstaande groepen horen bij de koolhydraten?
A
suikers,vetten,eiwitten
B
cellulose,suikers,
zetmeel
C
zetmeel suikers,eiwitten
D
cellulose vetten, zetmeel
Slide 7 - Quizvraag
In welke BiNaS-tabel vind je bouwstenen van eiwitten?
Slide 8 - Open vraag
Thema 1
Basisstof 4
Fotosynthese en voortgezette assimilatie
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je kunt de voortgezette assimilatie beschrijven
Slide 10 - Tekstslide
Voortgezette assimilatie
Verbruikt bij verbranding
Slide 11 - Tekstslide
Koolhydraten
Slide 12 - Tekstslide
Koolhydraten
Monosachariden omzetten naar disachariden door condensatie
Polymerisatie om polysachariden te vormen
BINAS Tabel 67 F
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Eiwitten
Slide 15 - Tekstslide
Eiwitten opgebouwd uit aminozuren
aminogroep
NH2
carboxygroep
COOH
restgroep
o.a. N, S
Slide 16 - Tekstslide
Eiwitten
Planten bouwen aminozuren uit glucose en stikstofhoudende moleculen
Dieren kunnen alleen aminozuren omzetten in andere aminozuren
Tabel 67 H BINAS: Welke aminozuren kunnen dieren omzetten en welke niet?
Peptidebinding tussen aminogroep en carboxylgroep twee aminozuren vormt dipeptide en polypeptide
Slide 17 - Tekstslide
Eiwitten
Primaire structuur: volgorde aminozuren
Secundaire structuur: a-helix of b-sheet vorm door hoek peptidebindingen en waterstofbruggen
Tertiaire structuur: vorming zwavelbruggen, hydrofobe en -fiele delen, lading zorgen voor vouwing
Quarternaire structuur: meerdere polypeptideketens vormen samen een eiwit
Slide 18 - Tekstslide
Vetten
Slide 19 - Tekstslide
Vetten
Drie vetzuren binden aan een glycerolmolecuul
Verzadigd (vast, vetten) en onverzadigd (vloeibaar, olien) vetzuur
Zoek op in Tabel 67 G Binas
Membraan bestaat uit fosfolipiden, één vetzuur vervangen door fosfaatgroep
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
vragen
VRAGEN?
Slide 22 - Tekstslide
Eiwitten kunnen dienen als:
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 23 - Quizvraag
Tijdens een sportwedstrijd heb je veel koolhydraten nodig die snel in het bloed kunnen worden opgenomen.
Welke vorm van koolhydraten kunnen dan het best in je voeding aanwezig zijn? Licht je antwoord toe. Gebruik bij deze opdracht je Binas (tabel 67F).
Slide 24 - Open vraag
In welke vorm slaan we koolhydraten op in het lichaam?
A
Zetmeel
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Vetzuren
Slide 25 - Quizvraag
Waar is een stukje koolhydraat getekend?
A
B
C
D
Slide 26 - Quizvraag
Celwanden zijn taai en stevig. Dit komt omdat ze voor een groot gedeelte bestaan uit het moeilijk verteerbare koolhydraat
Slide 27 - Open vraag
Eiwitten
Vetten
Niet van eiwitten of vetten
Glycerol
Vetzuren
Aminozuren
Desoxyribose
Glucose
Slide 28 - Sleepvraag
Welk van de onderstaande reacties is een assimilatieproces? 1. Het ontstaan van koolstofdioxide uit glucose. 2. Het ontstaan van eiwitten uit aminozuren. 3. Het ontstaan van glucose uit glycogeen. 4. Het ontstaan van ureum uit aminozuren.
A
Alleen 1 en 2
B
Alleen 2
C
Alleen 1, 2 en 3
D
1, 2, 3, en 4
Slide 29 - Quizvraag
Koolhydraat
Vet
Nucleotiden
Glycerol
Eiwit
Monosacchariden
Nucleïnezuren
Aminozuren
Vetzuren
Slide 30 - Sleepvraag
In hoeverre heb je de onderstaande leerdoelen begrepen?