In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Today's class
Holes
Adjectives vs ?
20 words Flyswatters
Slide 2 - Tekstslide
Today's class
Holes
Adjectives vs Adverbs
20 words Flyswatters
Slide 3 - Tekstslide
Lesson Objectives
At the end of this lesson, I can explain the difference between adjectives and adverbs
At the end of this lesson, I have practiced using the vocabulary of chapter 3
Slide 4 - Tekstslide
Holes
Slide 5 - Tekstslide
Today's story?
Slide 6 - Tekstslide
Last week?
Slide 7 - Tekstslide
Adjectives & Adverbs
Bijvoegelijke naamwoorden & Bijwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt een adjective(bijvoeglijk naamwoord) aan een noun (zelfstandig naamwoord) toevoegen. Je zet ze dan voor het zelfstandig naamwoord.
He watched a funnyfilm.
They bought an expensivedress.
We had a goodtime.
Slide 9 - Tekstslide
Soms zet je een adjective achter het werkwoord. In dat geval geeft de adjectiveextra informatie over het onderwerp.
Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.
I am excitedto see that comedy show.
They seem focussedon their singing careers.
She looksamazing in my newdress.
Slide 10 - Tekstslide
Never, usually, generally, once,
Slide 11 - Tekstslide
Adverb = bijwoord
Een Adverb (bijwoord) gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een anderbijwoord, eenbijvoeglijk naamwoordof dehele zin.
Mary singswonderfully.
My grandparents talkincrediblyloudly.
I am eating an amazinglydelicious pizza right now.
Slide 12 - Tekstslide
Hoe maak je een regelmatig adverb?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily
Slide 13 - Tekstslide
Uitzonderingen:
hard - hard
good - well
fast - fast
long - long
Slide 14 - Tekstslide
SO...
Ron is loud.
Ron cries loudly.
Slide 15 - Tekstslide
My aunt always drives very ___!
A
careful
B
carefully
Slide 16 - Quizvraag
Do you know that ___ song?
A
wonderful
B
wonderfully
Slide 17 - Quizvraag
I absolutely love him because he sings _________
A
fantastic
B
fantastically
Slide 18 - Quizvraag
I am going to be ___ for school!
A
late
B
lately
Slide 19 - Quizvraag
Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously
Slide 20 - Quizvraag
Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well
Slide 21 - Quizvraag
Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily
Slide 22 - Quizvraag
Page 148
Exercise 29 & 30
Done early?
Itslearning -> extra practice linking words & adverbs/adjectives
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Examples 30b
1. Fresh (Adjective)
2. New (Adjective)
3. Carefully (Adverb)
4. Next (Adverb)
5.Latest/Newest (Adjective)
6. Expertly (Adverb)
7. Beautiful (Adjective)
8. Persuasively (Adverb)
9. Relentless (Adjective)
10. Quickly (Adverb)
Slide 27 - Tekstslide
20 Words!
Grab a pen and paper.
Slide 28 - Tekstslide
Answers
Slide 29 - Tekstslide
Flyswatter
Line up in two even lines!
Slide 30 - Tekstslide
Lesson Objectives
At the end of this lesson, I can explain the difference between adjectives and adverbs
At the end of this lesson, I have practiced using the vocabulary of chapter 3