Debat les 2 - ballondebat 'dingen'

flex les 
Vragen over de de voorgaande leerdoelen? Zo ja, wat is je vraag?
- ik weet wat een column is 
- ik ken de verschillende tekstsoorten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

flex les 
Vragen over de de voorgaande leerdoelen? Zo ja, wat is je vraag?
- ik weet wat een column is 
- ik ken de verschillende tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Debat 
Doel: leren hoe je moet argumenteren

1) filmpjes met uitleg en voorbeelden
2) ballondebat
3) argumenten bedenken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

ballondebat

Slide 5 - Tekstslide

gereedschap

Slide 6 - Woordweb

Maak een top 5: 
Schrijf op 1:  gereedschap. 

Slide 7 - Tekstslide

schoolbenodigdheden

Slide 8 - Woordweb

Maak een top 5: 
Schrijf op 2:  schoolbenodigdheden. 

Slide 9 - Tekstslide

App

Slide 10 - Woordweb

Maak een top 5: 
Schrijf op 3:  app. 

Slide 11 - Tekstslide

kerstattribuut

Slide 12 - Woordweb

Maak een top 5: 
Schrijf op 4:  kerstattribuut. 

Slide 13 - Tekstslide

Stripfiguur

Slide 14 - Woordweb

Maak een top 5: 
Schrijf op 5:  een stripfiguur. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn goede argumenten?
  • Objectieve argumenten - deze argumenten zijn gebaseerd op feiten en kan je controleren.
  • Subjectieve argumenten - deze argumenten komen voort uit ervaringen, vermoedens, vergelijkingen of emoties en moet je dus goed kunnen onderbouwen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht ronde 1 
In de luchtballon stappen een gereedschap, een app, schoolbenodigdheden, een kerstattribuut en een stipfiguur.
Zij presenteren zich in en vertellen in één minuut waarom zij in de luchtballon moeten blijven. 
Dit doen zij door objectieve en subjectieve argumenten te gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

wie moet er uit de ballon?
1
2
3
4
5

Slide 19 - Poll

Opdracht ronde 2
In de luchtballon zitten nog drie 'personen'/dingen.
Zij presenteren in één minuut waarom de twee anderen de luchtballon moeten verlaten.  
Dit doen zij door objectieve en subjectieve argumenten te gebruiken.

Slide 20 - Tekstslide

wie moet er uit de ballon?
1
2
3

Slide 21 - Poll

waarom heeft X gewonnen?

Slide 22 - Tekstslide

Maak groepen van 6 leerlingen. 
  1. Stelling groep 1: Leerlingen met overgewicht moeten verplicht iedere dag nablijven voor extra gymlessen.
  2. Stelling groep 2:Jongeren moeten verplicht een jaar lang van gezin ruilen met een leeftijdsgenoot uit een andere groep.
  3. Stelling groep 3: Politieagenten moeten altijd iedereen preventief kunnen fouilleren.


Slide 23 - Tekstslide

Schrijf bij je stelling drie argumenten voor en drie argumenten tegen de stelling op. Je mag internet gebruiken. 
  1. Leerlingen met overgewicht moeten verplicht iedere dag nablijven voor extra gymlessen.
  2. Jongeren moeten verplicht een jaar lang van gezin ruilen met een leeftijdsgenoot uit een andere groep.
  3. Politieagenten moeten altijd iedereen preventief kunnen fouilleren.


Slide 24 - Tekstslide

Oefen het presenteren van het argument. 

Gebruik:
voorbeelden om je argument toe te lichten;
signaalwoorden;

Je hebt 1 minuut de tijd om je argument te presenteren. 
Maandag 19 april gaan we echt debatteren. 

Slide 25 - Tekstslide

Ik kan argumenteren
010

Slide 26 - Poll

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll