H5.4 Deel 1 het ontstaan van staten

5.4 Het ontstaan van staten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.4 Het ontstaan van staten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vorige week... 
  • Lesdoelen
  • Uitleg 
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

beantwoord voor jezelf de vragen en controleer je antwoord met de powerpoint van vorige week
  • Wie zijn er te zien op de afbeelding?
  • Wat was de taak van deze mensen?
  • Wat is een gilde? 
  • Hoe werkt het drieslagstelsel?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan 2 gevolgen noemen van de opkomst van de geldeconomie voor het bestuur.
  • Je kan een definitie noemen van huurleger.
  • Je kan benoemen waarom de paus en de vorsten conflict hadden met elkaar. 
  • Je kan benoemen wat de afspraken waren nadat het conflict was opgelost in 1122.

Slide 4 - Tekstslide

Vorsten, ambtenaren en huurlegrs
  • In de late Middeleeuwen --> geldeconomie. 
  • Voor vorsten had dit voor en nadelen: 
  • Voordeel:Door belasting profiteren van de rijkdom steden + boeren betalen pacht in geld --> zo had vorst steeds meer geld.
  • Nadeel: ze hadden weinig te zeggen in de steden, 

Slide 5 - Tekstslide

Vorsten, ambtenaren en huurlegrs
  • Geldeconomie had 2 gevolgen voor het bestuur (de vorst):
  • 1. Met het geld kon de vorst ambtenaren in dienst nemen. Ze kregen een salaris en waren daardoor trouw aan de vorst. Dit werkte beter dan de leenmannen --> Leenmannen hadden stukje land waar ze de baas waren, hierdoor machtiger en minder trouw aan vorst. 

Slide 6 - Tekstslide

Vorsten, ambtenaren en huurlegrs
  • Geldeconomie had 2 gevolgen voor het bestuur (de vorst):
  • 2. Oorlog voeren met behulp van huurleger 
  • Huurleger = Leger van soldaten die een vorst of edelman kan inhuren om voor zich te laten vechten.
  • Voor de oorlogvoering hadden koniningen hun eigenwijze leenmannen dus niet meer nodig. 

Slide 7 - Tekstslide

Vorsten, ambtenaren en huurlegrs
Door dit alles bij elkaar nam de macht van de adel af, terwijl die van de vorst groter werd.

Slide 8 - Tekstslide

Ruzie tussen paus en vorst
  • Paus = leider katholieke kerk
  • Vorst = leider van een land 

  • Vorst had eerder al geprobeerd om zelf meer macht te krijgen en macht weg te nemen bij de leenmannen. Hoe?
  • Bisschoppen aanwijzen/benoemen als leenman. Bischop mocht geen kinderen krijgen --> dus geen opvolger --> land terug naar vorst

Slide 9 - Tekstslide

Ruzie tussen paus en vorst
  • Paus vond het niet oke dat de vorst bischoppen kon benoemen. 
  • Dat zou alleen de leider van de kerk mogen doen, volgens de paus. 
  • In de 11e eeuw (1000 - 1100) leidde dit tot een grote ruzie tussen de paus en vorsten

Slide 10 - Tekstslide

Ruzie tussen paus en vorst
  • Ruzie in 1122 opgelost. 
  • Nieuwe afspraken:
  • Alleen de paus mag bisschoppen benoemen
  • Scheiding tussen besturen land en besturen kerk
  • Paus mocht zich alleen met besturen kerk bemoeien.

  • Toch bleven in de middeleeuwen geloofszaken en bestuur nog vaak door elkaar lopen.

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Maak opdracht 1 t/m 7

Slide 12 - Tekstslide

Beantwoord voor jezelf de volgende vragen, controleer of het klopt met deze powerpoint
  • Wat waren de 2 gevolgen van de geldeconomie?
  • Wat is een huurleger?
  • Waarom hadden de paus en vorsten een conflict?
  • Wat waren 2 afspraken die de paus en vorst in 1122 maakte om het conflict op te lossen?

Slide 13 - Tekstslide