Werken aan opdrachten: Basisstof 5: opdr. 35 t/m 51
HW is 35 t/m 42
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Planning 27-09
HW controle: 28 t/m 32
Start met bs 5
Werken aan opdrachten: Basisstof 5: opdr. 35 t/m 51
HW is 35 t/m 42
Slide 1 - Tekstslide
1.5 Transport door membranen
Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen.
Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.
Slide 2 - Tekstslide
Concentratie berekenen
Oplossing: oplosmiddel (meestal water) + één of meer opgeloste stoffen
Concentratie: hoeveelheid opgeloste stof in een bepaalde hoeveelheid oplosmiddel
Eenheden:
g/L of g L-1
g/dm³ of g dm-3
percentage
ppm (parts per million) -> 1 ppm = 0,0001%
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld:
Komt in bloedbaan van patiënt
Oplossing van 0,9% keukenzout
9 gram keukenzout oplossen in 991 gram water
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een celmembraan?
A
laagje vet- en eiwitmoleculen om de vacuole
B
laagje vet- en eiwitmoleculen om de kern
C
laagje vet- en eiwitmoleculen om de cel
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de functie van het celmembraan?
A
Het geeft stevigheid aan de cel
B
Het regelt alles wat er in de cel gebeurt
C
Het speelt een rol bij fotosynthese
D
Het speelt een rol bij de opname en afgifte van stoffen
Slide 6 - Quizvraag
Celmembraan vindt je als onderdeel van?
A
Onderdeel van een plantaardige cel
B
Onderdeel van een dierlijke cel
C
Onderdeel van plantaardige en dierlijke cel
Slide 7 - Quizvraag
opbouw membranen
Fosfolipiden dubbellaag met hydrofiele kop (P) en hydrofobe staart (2 vetzuurmoleculen - 1 verzadigd + 1 onverzadigd)
Eiwitmoleculen: transport stoffen in/uit cel
Koolhydraatketens: herkenning
Cholesterol: stevigheid
binas 79D, 67G2+3
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Celmembranen en membranen van organellen zijn semipermeabel: diffusie en osmose spelen een belangrijke rol bij het transport van stoffen in cellen van organismen.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is diffusie ook al weer?
Slide 11 - Open vraag
Diffusie
Verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof
De moleculen verdelen zich gelijkmatig (homogeen) over de beschikbare ruimte -> de concentratie wordt overal gelijk
Slide 12 - Tekstslide
Diffusie
Diffusiesnelheid: snelheid waarmee moleculen van een opgeloste stof zich homogeen over de ruimte verdelen (afhankelijk van temperatuur en medium)
Permeabel membraan
In cellen: CO2 en H2O
Kost geen energie (ATP)
Slide 13 - Tekstslide
Osmose
Diffusie van water door een semipermeabel membraan
Semipermeabel/selectief permeabel membraan: hier kunnen kleine moleculen wel doorheen en grote niet
Slide 14 - Tekstslide
Osmose
De opgeloste stoffen 'trekken' water aan
Watermoleculen verplaatsen van hoge concentratie naar lage concentratie -> hierdoor daalt waterniveau rechts en stijgt waterniveau links in oplossing,
Slide 15 - Tekstslide
Osmotische waarde: de hoeveelheid opgeloste deeltjes per volume-eenheid
Water verplaatsing door semipermeabel membraan: van oplossing met lage osmotische waarde naar oplossing met hoge osmotische waarde
Osmotische druk: 'aanzuigkracht' door opgeloste deeltjes op het water
Hoe hoger de osmotische waarde, hoe hoger de osmotische druk
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Verplaatsing van water over een membraan van een lage zoutconcentratie naar een hoge zoutconcentratie
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet
Slide 18 - Quizvraag
Welk type molecuul kan op deze manier door het membraan?
A
glucose
B
natrium-ionen
C
vetten
D
zuurstof
Slide 19 - Quizvraag
Water diffundeert via kanaaltjes door het membraan. Dit transport van water noem je...
A
diffusie
B
turgor
C
osmose
D
plasmolyse
Slide 20 - Quizvraag
Planning 27-09
Start met bs 5
Werken aan opdrachten: Basisstof 5: opdr. 35 t/m 51
HW is 35 t/m 42
Slide 21 - Tekstslide
Vormen van transport
Passief
Diffusie (klein en hydrofoob = door fosolipidelaag): vet, O2, N2, CO2, H2O (tráág)
Gefaciliteerde diffusie (groot of hydrofiel = door uniek eiwitpoortje): Na+, K+ en Ca+ (porie-eiwit), glucose (transporteiwit), H2O (aquaporine)
Actief
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
De gevolgen van de verandering van de osmotische waarde in de omgeving van dierlijke cellen (rode bloedcel)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
De gevolgen van de verandering van de osmotische waarde in de omgeving van plantaardige cellen