W14 HA 3Hha_A HFD 6 Les 2

HFD 6 FEEST
Lees hfd 6, 
blz 48 t/m 55 goed door 
en bekijk de afbeeldingen in het boek.

Les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare school

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HFD 6 FEEST
Lees hfd 6, 
blz 48 t/m 55 goed door 
en bekijk de afbeeldingen in het boek.

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Het beeld heeft een iets smallere sokkel en staat op een iets bredere betonnen sokkel. 
Wat is het visuele effect van de verbreding van de betonnen sokkel?
A
Zo staat het beeld hoog genoeg in de tuin en was er plaats om het bordje met de titel te plaatsen.
B
Door de betonnen sokkel iets breder te maken dan het bronzen voetstuk, wordt het materiaal tussen beiden geaccentueerd.
C
Zo is de verhouding tussen het beeld en de sokkel beter.
D
Zo wordt het beeld belangrijker, omdat het hoger staat.

Slide 4 - Quizvraag


Het beeld heeft de titel "het zotte geweld" . Hij suggereert het geweld en de enorme dynamiek van de sprong.
Noem 2 aspecten van de VOORSTELLING  waaraan je het geweld en de dynamiek van de sprong herkent. 

A
Ze staat maar op 1 been, dus ze valt bijna.
B
De rechterschouder is iets naar voren en de romp hangt naar achter. Het rechterbeen is omhoog.
C
Het hoofd is achter in de nek, de armen zijn in verschillende richtingen, het standbeen is gebogen en gespannen.
D
Ze heeft een hele dynamische houding.

Slide 5 - Quizvraag

Matisse: De dans 1910

Slide 6 - Tekstslide


Picasso liet zich inspireren door Matisse. Vergeleken met de studies van Matisse is de afbeelding van Picasso veel statischer.
Noem 2 aspecten van de VORMGEVING die dit verklaren.
A
Er zijn veel (meer) verticale lijnen in het schilderij van Picasso.
B
De achtergrond heeft veel geometrische vlakken.
C
De lichamen hebben (meer) stilstaande poses aangenomen.
D
Het zijn staande modellen in Picasso's schilderij.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Optische kleurmenging:
Als je stipjes van verschillende kleuren naast (of over) elkaar zet, dan zie je van een afstand de mengkleur.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de primaire kleuren?
A
Rood, oranje, geel
B
Blauw, groen, geel
C
Paars, oranje,geel
D
Rood, blauw, geel

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

Slide 15 - Tekstslide

Welke kleuren vormen een complementair contrast in de afbeelding
A
blauw en oranje
B
geel en blauw
C
groen en oranje
D
licht en donker

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het effect van een complementair kleurcontrast?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide


Als je met je hoofd naar de afbeelding beweegt, dan veranderen de kleuren. 
Hoe noemen we deze kleurmenging?
A
Atmosferische kleurmenging
B
Optionele kleurmenging
C
Geometrische kleurmenging.
D
Optische kleurmenging

Slide 19 - Quizvraag

Zoek een plaatjes (of kunstwerk) op, op het internet met
minstens 2 verschillende complementaire kleuren.


Plak je plaatje (jpeg of pdf) in de volgende slide.

Slide 20 - Tekstslide

PLAK HIER JE PLAATJE (jpeg of pdf)

Slide 21 - Open vraag