OUD - Bederving

Voeding
Website Hoofdstuk 3 
Voedselbederf




IJburg College
2 KTHV

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voeding
Website Hoofdstuk 3 
Voedselbederf




IJburg College
2 KTHV

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 2 - Woordweb

Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je kunt de gevaren van voedselbederf noemen.

- Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen.

-Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen in de productie van voedsel.

Slide 4 - Tekstslide

Bedorven producten
Sommige producten raken snel bedorven. Hiervan kun je erg ziek worden.
Hoe herken je dit?


Groenten krijgen snel een andere kleur.

Vlees gaat vies ruiken.

Zuivel krijgt een vies velletje.

Slide 5 - Tekstslide

Micro-organismen
Micro-organismen zijn kleine bacterien en schimmels die niet goed voor je zijn.

Die kunnen ervoor zorgen dat je ziek wordt.

Slide 6 - Tekstslide

THT-datum
Bijna alle producten die je kan kopen hebben een THT-datum. Hierop kun je zien tot wanneer het product houdbaar is.

Vlees bij de slager heeft dit bijvoorbeeld niet.

Slide 7 - Tekstslide

Bedorven voedsel zorgt ervoor dat je...
A
Dik kan worden
B
Ziek kan worden

Slide 8 - Quizvraag

Koelkast
De koelkast is een plek om voedsel te bewaren wat kan bederven.


Conserveringsmiddelen zijn ook een manier om ervoor te zorgen dat voedsel niet bederft.

Slide 9 - Tekstslide

Conserveringsmiddelen
 Water, koolhydraten, eiwitten en vetten in jouw eten zijn goede plekken voor bacteriën en schimmels om te groeien. 

Conserveringsmiddelen remmen de groei van micro-organismen. 

Slide 10 - Tekstslide

Conserveringsmiddelen vindt je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 11 - Quizvraag

De koelkast zet je op ongeveer welke temperatuur?
A
4 graden
B
7 graden
C
20 graden
D
0 graden

Slide 12 - Quizvraag

Je vindt thuis een stuk vlees wat al een dag buiten de koelkast ligt. Zou je dit nog kunnen eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Kunnen micro-organismen doodgaan als ik een bedorven product weer in de koelkast leg?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk en de rest van de les.
Nu kun je hoofdstuk 2 nakijken.

Daarna ga je verder met het huiswerk voor volgende week.

Volgende week heb je hoofdstuk 3 van het iBook af.

Slide 15 - Tekstslide