Waar kijken we naar als we bepalen of een plaats een stad is? Klik de juiste antwoorden aan.
A
Hoe oud de stad is
B
De bevolkingsdichtheid (hoeveel mensen er wonen)
C
Of er veel voorzieningen zijn
D
Of de plaats een hoofdstad is
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Waar kijken we naar als we bepalen of een plaats een stad is? Klik de juiste antwoorden aan.
A
Hoe oud de stad is
B
De bevolkingsdichtheid (hoeveel mensen er wonen)
C
Of er veel voorzieningen zijn
D
Of de plaats een hoofdstad is
Slide 1 - Quizvraag
Berlijn heeft 3.866.385 inwoners. Is het een megastad? Leg je antwoord uit.
Slide 2 - Open vraag
Als in een gebied de steden goed met elkaar verbonden zijn, vormen ze een stedelijk netwerk. Leg uit waarom dit goed is voor de economie.
Slide 3 - Open vraag
Een stad heeft veel voorzieningen. Elke voorziening heeft een verzorgingsgebied. Geef een voorbeeld van een voorziening met een groot verzorgingsgebied.
Slide 4 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat het begrip citymarketing betekent en waarom dit goed is voor een stad.
Slide 5 - Open vraag
Bewoners, bedrijven en bezoekers vinden allemaal iets anders belangrijk in een stad. Wat zou een bedrijf het belangrijkst vinden?
A
Goede bereikbaarheid
B
Musea
C
Supermarkten
D
Scholen
Slide 6 - Quizvraag
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
Utrecht
Hoofdstad
Regeringsstad
Verkeersknooppunt
Belangrijk voor handel
Slide 7 - Sleepvraag
Leg in je eigen woorden uit wat een stedelijk gebied is.
Slide 8 - Open vraag
Hoe noemen we het grootste stedelijke gebied in Nederland?
A
Randland
B
Randstad
C
Groene Hart
D
Bandstad
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke fase van stedelijke groei hoort deze zin: "rond 1900 verhuisden veel mensen naar de stad voor werk."
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke fase van stedelijke groei hoort deze zin: "vooral jonge mensen gaan naar de stad voor werk en opleiding."
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 11 - Quizvraag
Bij welke fase van stedelijke groei hoort deze zin: "er is suburbanisatie rond 1960 , dit betekent dat mensen in plaatsen rond de stad gaan wonen."
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 12 - Quizvraag
Noem twee kenmerken van hoe een binnenstad er uit ziet.
Slide 13 - Open vraag
Welk van deze wijken in een stad is waarschijnlijk het nieuwst?
A
Binnenstad
B
19e-eeuwse wijk
C
Hoogbouw (flats)
D
Nieuwbouw
Slide 14 - Quizvraag
Noem 1 ding dat het bestuur van een stad kan doen om de leefbaarheid van een stad te verbeteren.