In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
2.5 Nederland: land zonder echt grote stad
Ga naar de gedeelde les in lessonup en maak de herhalingsvragen zelfstandig.
Maximaal 15 minuten
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhalingsvragen zelfstandig maken.
Klaar? Kijk dan de opdrachten va 2.4 en werk verder aan 2.5
Over 15 minuten aantekening 2.5
Slide 2 - Tekstslide
Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en daarna bewoond door rijkere burgers.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
De grootste metropool van Noord Amerika is
A
New York City
B
Los Angeles
C
Mexico stad
D
Washington
Slide 4 - Quizvraag
Sleep de onderdelen op de juiste plaats!
Stadscentrum
CBD
Suburbs
Slide 5 - Sleepvraag
Welke stad zie je op de achtergrond?
A
Roermond
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Sittard
Slide 6 - Quizvraag
Welke stad zie je op de afbeelding?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht
Slide 7 - Quizvraag
Leg uit wat de informele sector van een economie is.
Slide 8 - Open vraag
Noteer twee voorbeelden van beroepen in de informele sector.
Slide 9 - Open vraag
In megastaden ontstaan problemen op drie terreinen, welke drie zijn dit?
Slide 10 - Open vraag
Leg uit waardoor de problemen die je bij de vorige vraag hebt beschreven juist in megasteden ontstaan.
Slide 11 - Open vraag
https:
Slide 12 - Link
Wat is de boodschap van het filmpje dat je zojuist hebt bekeken?
Slide 13 - Open vraag
Woehoe
Jij bent lekker bezig!
Kijken nu de opdrachten van 2.4 na en werk daarna verder aan de opdrachten van 2.5.
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen §2.5
Wat zijn de belangrijkste steden en stedelijke gebieden in Nederland?
Wat is een verzorgingsgebied en wat heeft reikwijdte hiermee te maken?
Je kunt het proces van stad naar stedelijk gebied beschrijven en verklaren.
Slide 15 - Tekstslide
2.5: Nederland: land zonder een echt grote stad
Slide 16 - Tekstslide
Van stad naar agglomeratie
Vanaf de 19e eeuw is er verstedelijking
(mensen verhuizen voor werk van platteland naar de stad)
Na 1900 steden steeds groter en dorpen groeide vast aan de stad. = agglomeratie.
(De steden krijgen ook allemaal een eigen functie. zie volgende dia)
Slide 17 - Tekstslide
Functies vier grote steden Randstad
Slide 18 - Tekstslide
Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:
Verstedelijking
Suburbanisatie
Vervlechting
Slide 19 - Tekstslide
Oorzaken verstedelijking na 1880:
Opkomst van de industrie in de steden (werk).
Mechanisering landbouw (minder werk op platteland.
Gevolg hoge verstedelijkings-
tempo:
Woondichtheid in stad neemt toe.
Stad slokt omringende platteland op > agglomeratie
Slide 20 - Tekstslide
De vorming van stadsgewesten en stedelijke gebieden wordt sterk gestuurd door het proces van suburbanisatie.
Oorzaken suburbanisatie:
Slide 21 - Tekstslide
Steden "netwerken" met elkaar in het stedelijk gebied. Ze wisselen allerlei activiteiten uit.
Daarom: past netwerkstad bij stedelijk gebied.
Slide 22 - Tekstslide
Stedelijke gebieden:
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Beschrijf in eigen woorden m.b.v. het filmpje hiervoor wat de Randstad is.
Slide 25 - Open vraag
Wat is een agglomeratie? Beschrijf dit in eigen woorden.
Slide 26 - Open vraag
Leg uit waardoor vanaf 1960 suburbanisatie ontstond.
Slide 27 - Open vraag
Door welk proces zijn in Nederland stadsgewesten ontstaan?
Slide 28 - Open vraag
Verzorgingsgebied
Verzorgingsgebied = het gebied waar mensen vandaan komen om van een voorziening gebruik te maken
Het verzorgingsgebied van een stad is groter dan dat van een dorp.
Slide 29 - Tekstslide
Noteer in je schrift de definitie van:
- Verzorgingsgebied
- Reikwijdte
- Drempelwaarde
Slide 30 - Tekstslide
Verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde
Slide 31 - Tekstslide
In de stad meer voorzieningen
Er zijn meer voorzieningen bij een hoge bevolkingsdichtheid, er zijn meer mensen dus de drempelwaarde (het aantal klanten dat een voorziening minimaal nodig heeft) is eerder bereikt.
Slide 32 - Tekstslide
Zoek in de atlas de volgende kaart:
Nederland: centrale plaatsen en verzorgingsgebieden
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Het verzorgingsgebied van Leeuwarden is groter dan dat van Haarlem. Leg uit waarom dat zo is.
Slide 35 - Open vraag
Waarom liggen er in westen van Nederland meer primaire regionale centra dan in het oosten van het land?