M4: Kijk vooruit

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
-Beschrijven
-Prioriteiten
-Doelen stellen
-Reflecteren
-Feedback geven en ontvangen
-Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
-Prioriteiten
-Doelen stellen
-Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"De mens is alleen datgene wat hij van zichzelf maakt."
"De hel, dat zijn de anderen."

''We zijn gedoemd tot vrijheid''

Jean-Paul Sartre

Slide 4 - Tekstslide

"De mens is alleen datgene wat hij van zichzelf maakt."

"De hel, dat zijn de anderen."

Jean-Paul Sartre is een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw en de belangrijkste filosoof van het existentialisme: een atheïstische filosofie waarin de vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens centraal staan.

Het bestaan is volgens Sartre een dynamisch proces waarin een persoon zichzelf definieert door zijn acties en keuzes. Hij definieert zichzelf, omdat hem bij zijn geboorte geen essentie is geschonken. Vandaar Sartres veel geciteerde uitspraak: ‘Existentie gaat vooraf aan de essentie’. God bestaat volgens Sartre net zo min als ‘de zin van het leven’. Sartre raadt ons aan om uit te gaan van de absurditeit van het bestaan: er is niets gegeven. De mens is volgens Sartre zomaar in een zinloze wereld geworpen en het komt er vervolgens op aan onszelf te ontwerpen. Hoe we dat doen, staat ons vrij.

Die vrijheid belast ons met een enorme verantwoordelijkheid: ‘we zijn gedoemd tot vrijheid’ volgens Sartre. Kiezen biedt de enige mogelijkheid tot een daadkrachtig en authentiek leven. Ik, en ik alleen, moet betekenis aan mijn leven geven. Laat ik dit na, dan ben ik aan mijzelf te kwader trouw. Het maken van keuzes is volgens Sartre een moeizaam proces omdat je altijd vecht tegen visies van anderen over jezelf. De ander ziet je altijd als een bepaald persoon met bepaalde eigenschappen, terwijl de keuze juist de mogelijkheid biedt om jezelf opnieuw te bepalen. Volgens Sartre is dit de reden waarom de anderen altijd een last zijn: ze maken je tot object. ‘De hel, dat zijn de anderen’, zegt Sartre.
Vooruit kijken
  • Beschrijf het leven dat je wilt hebben over 10 jaar.
  • (minimaal half A4tje)


  • Beschrijf het leven dat je absoluut niet wilt hebben over 10 jaar.
  • (minimaal half A4tje).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe? (1)
  1. Waar wil je wonen?
  2. Welke diploma's heb je behaald?
  3. Hoe ziet je werksituatie eruit?
  4. Hoe ziet je gezinssituatie eruit? 
  5. Welke secundaire doelen wil je behaald hebben? (bewijzen, sporten, vervoer, vaardigheden)


  • Wat wil ik meegemaakt hebben? Wat wil ik gedaan hebben? Wat werkt voor mij als persoon?

  • Geen idee? --> geen paniek! Dan is er ruimte voor het bedenken daarvan.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe? (2)
  1. Wat zijn mijn zwaktes?
  2. Waar moet ik voor oppassen?
  3. Waar moet ik aan werken?
  4. Waar wil ik absoluut niet wonen/werken?



  • Geen idee? --> geen paniek! Dan is er ruimte voor het bedenken daarvan.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt nu iets om naar toe te streven, en iets om van weg te blijven.
Review
  • Lees je eigen geschreven verhalen... Klopt het nog?
  • Maak het concreet (wees duidelijk) en vul aan waar nodig
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prioriteiten
  • Wat betekent het woord ''prioriteit''?
  • ''Datgene wat voorrang krijgt of hoort te krijgen''

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Review
  • Lees je eigen geschreven verhalen... Klopt het nog?
  • Maak het concreet (wees duidelijk) en vul aan waar nodig
  • Welke prioriteiten heb je gesteld?
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe ga je dit bereiken?
  • Stellen van doelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  •  Voor het einde van het jaar wil ik  mijn scooterbewijs hebben behaald.

  • Binnen het aankomende half jaar wil ik mijn mavo diploma behalen met alleen maar voldoendes.

  • Binnen nu en drie maanden wil ik een nieuwe sport hebben uitgeprobeerd. 




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar hoe ga je dit bereiken?
  • Meso --> macro -->  naar het micro




  • Wat is het allerkleinste stapje die je nu kan ondernemen om er aan te beginnen?
  • Wees zo concreet en SMART mogelijk!
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Review
  • Lees je eigen geschreven verhalen... Klopt het nog?
  • Maak het concreet (wees duidelijk) en vul aan waar nodig
  • Welke prioriteiten heb je gesteld?
  • Welke doelen heb je gesteld (zijn ze SMART?)
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van Korthagen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback ontvangen
1. Probeer bereid te zijn feedback te ontvangen.
Luister op een open manier. Trek de redenen van de ander niet in twijfel.
Kaats de bal niet terug door de gever zelf enkele fouten voor de voeten te gooien.

2. Probeer zowel positieve als negatieve dingen te horen.
Doe niet net alsof je niets hebt gehoord.

3. Probeer de ander te begrijpen.
Vraag als je de ander niet begrijpt, om opheldering. Vraag eventueel door.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback ontvangen
4. Ga niet beargumenteren of jezelf verdedigen

5. Probeer feedback zelf te sturen
Feedback heeft het meeste zin, als het vertrekpunt bij de ontvanger ligt.

6. In een groep kun je feedback toetsen aan de mening(en) van andere betrokkenen, waardoor een beter beeld ontstaat.
Zo kun je controleren hoe anderen dit aspect zien.
Zoek geen steun bij hen om de feedback te kunnen ontkennen.

7. Feedback heeft betrekking op gedrag en niet op jou als persoon

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback geven
1. Wees beschrijvend
Welk gedrag of welke prestatie je feitelijk hebt gezien (niet evaluerend, met vooroordelen, interpretaties of naar motieven zoekend; laat waardeoordelen achterwege; richt je feedback niet op de persoon).

2. Concreet en specifiek
Dit in tegenstelling tot globaal en algemeen; houd het bij het hier-en-nu en haal geen oude koeien uit de sloot.

3.Uitnodigend
Wees uitnodigend in het geven van kritiek, zodat de ander zich zo min mogelijk aangevallen voelt. Als je alleen agressie of boos doet, schiet niemand er wat mee op en wordt de communicatie verstoord.

4.Voorkom monologen
Geef je feedback ook kort en bondig, maak er geen monologen van. Hoe uitgebreider het verhaal, hoe groter de kans dat de ander de kern hiervan mist.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback geven
5. Geef je mening aan en doe niet alsof heb objectief is (een feit is)
Geef aan wat jouw idee, jouw visie, jouw gevoel is door: “Ik vind… “, “Het komt zo op mij over … “ en niet “Jij bent …”.

6. Geef aan wat het effect is van het gedrag van die ander op jou
Welke gevoelens roept het op? Bijvoorbeeld: “Jij keek mij niet aan terwijl ik mijn verhaal vertelde, daardoor voelde ik me niet serieus genomen”. (Geef ook jezelf bloot).

7. Feedback moet de behoefte van de ontvanger dienen en niet de behoefte van de gever
Vraag in oefensituaties vooraf waarop de ontvanger feedback wil hebben.)

8. Wees selectief in het geven van feedback
Richt je op een aantal hoofdzaken in plaats van vele fragmenten. Overvoer de ander niet.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback spel
1 lln verteld zijn/haar droom

1 negatief
1 positief
1 geen reactie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies