Future simple

Week 35, Lesson 2
Learning targets: You understand how to use  the  Simple present, present continuous and the future tenses in different contexts.
  • Unit 1, L1 - do ex. 11-20
  • When finished  do ex. 21
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 35, Lesson 2
Learning targets: You understand how to use  the  Simple present, present continuous and the future tenses in different contexts.
  • Unit 1, L1 - do ex. 11-20
  • When finished  do ex. 21

Slide 1 - Tekstslide

Write down a sentence, an example for each (Simple present, Present Continous and future tenses)

Slide 2 - Woordweb

Present simple/Simple present
  • Als er sprake is van vaste tijden: aankomst/ vertrek/ opening/ sluiting/ aanvang/ feit/zintuigelijke waarneming,/ geestelijke staat of voorkeur enz.
    The train leaves at 6 p.m.
    I always get up at 7.
    We have English on Monday.
Water boils at 100 degrees C.
Your idea sounds great.
I understand what you mean. I hate that TV show.

Slide 3 - Tekstslide

Pesent Continuous: ww + ing
  • bij afspraken met iemand anders
    I am visiting Tom tomorrow.
  • bij plannen waarvoor voorbereidingen zijn getroffen
    I am attending that concert next weekend.
  • bij formele/zakelijke afspraken/bijeenkomsten
    I am speaking at the business meeting next week.
  • iets ies nu bezig of van korte duur

Slide 4 - Tekstslide

FUTURE:
  1. will + hele ww (I will help you with your bags.)
  2. be + going to (They are going to purchase a new house)
  3. present simple (The bus to Nijmegen leaves at 16.08.)
  4. present continuous (I am seeing Janey tomorrow.)

Slide 5 - Tekstslide

Will + ww
  • Aangeven dat iets in de toekomst gaat gebeuren
    It will be warm and sunny tomorrow.
  • Bij spontane acties; dingen die je je voorneemt op het moment dat je het zegt (I think)
    I think I will visit Rania tonight.
  • Na een wens, veronderstelling, belofte, aanbod of voorspelling
    I promise I will never forget you.
    I hope he will call me tomorrow

Slide 6 - Tekstslide

be + going to + ww
  • Bij plannen in de toekomst
    I am going to change the tyres of the car this afternoon.
    Look at those dark clouds, it is going to rain.
  • Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat er iets gaat gebeuren
    Watch out, you are going to fall!
    I am going to be late for school.

Slide 7 - Tekstslide

Maar:
Bij I en we kan je naast will ook shall gebruiken:
  • One day I shall pass my exams.
Bij I en we als je een voorstel doet of naar iemands voorkeur of besluit vraagt moet je shall gebruiken:
  • Shall we go out tonight?
  • When shall I come and visit you?

Slide 8 - Tekstslide

be + going to + ww
  • Bij plannen in de toekomst
    I am going to change the tyres of the car this afternoon.
    Look at those dark clouds, it is going to rain.
  • Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat er iets gaat gebeuren
    Watch out, you are going to fall!
    I am going to be late for school.

Slide 9 - Tekstslide

Op welke 4 manieren kunnen we een future maken?

Slide 10 - Open vraag

Wanneer gebruiken we
will + ww?

Slide 11 - Woordweb

VRAGEN EN ONTKENNINGEN:
Shall we go to the cinema tonight?
I think he won't be there tonight.
Are you going to buy a new dress?
I am not going to take my bag to school.
Are we watching the football match later?
We are not meeting my parents there.
Does the plane leave at 6 a.m.?
The bus does not leave for another hour.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we
be + going to + ww?

Slide 13 - Woordweb

Wanneer gebruiken we
de present continuous?

Slide 14 - Woordweb

Wanneer gebruiken we
de present simple?

Slide 15 - Woordweb

Choose the correct future tense:
Next year prices ... (be) higher than this year.

Slide 16 - Open vraag

Choose the correct future tense:
The sky is dark and full of clouds. It ... (rain).

Slide 17 - Open vraag

Choose the correct future tense:
George and I ... (get) married next month. We would like to invite you to the wedding.

Slide 18 - Open vraag

Choose the correct future tense:
I have got my camera here because I ... (take) photos.

Slide 19 - Open vraag

Choose the correct future tense:
When ... the train ... (leave)?

Slide 20 - Open vraag

Choose the correct future tense:
I can't talk now. I ... (phone) you later.

Slide 21 - Open vraag

Choose the correct future tense:
I think that Wayne ... (not come) to the party tonight.

Slide 22 - Open vraag

Choose the correct future tense:
My dad ... (buy) a new car.

Slide 23 - Open vraag

Evaluation:
  • Go to: socrative.com
  • Enter room nr: TESS5973
  • Answer the questions;

Slide 24 - Tekstslide