Lezen H6

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning deze les
  • Terugblik Lezen H4 en H5
  • Theorie Lezen H6
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst.
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron.
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen.
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is.

Slide 3 - Quizvraag

Is een reclame over antiverouderingsmiddelen van de drogist een betrouwbare bron?
A
Ja, de drogist weet hoe de pillen werken.
B
Ja, de maker van de pillen weet wel hoe de pillen werken.
C
Nee, de drogist is niet deskundig genoeg.
D
Nee, de drogist wil je overtuigen om ze te kopen.

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer is een auteur betrouwbaar?
A
als hij deskundig en onpartijdig is
B
als hij partijdig is
C
als hij zijn mening geeft
D
als hij onbetrouwbare bronnen gebruikt

Slide 5 - Quizvraag

Objectieve argumenten zijn sterker dan subjectieve argumenten
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel argumenten tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Lezen H6: Tekst en publiek
Aan het eind van de les:
  • kun je bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Lezen H6
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaald publiek. Dit kan jong of oud zijn, maar ook gericht op amusement of om je iets te leren.
 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:
  • het onderwerp
  • de bron
  • het taalgebruik
  • de lay-out

Slide 13 - Tekstslide

Lezen H6
Het onderwerp
Aan het onderwerp van een tekst kun je vaak zien voor wie de tekst geschreven is. Zo is een tekst over internetkosten vaak geschreven voor volwassenen en een tekst over de nieuwste schooltassen voor jongeren.

De bron
Er zijn bladen en websites gericht op vrouwen (Margriet), maar ook voor mannen (AutoWeek). Of bijvoorbeeld een tekst over sport is geschreven voor sportliefhebbers. 

Slide 14 - Tekstslide

Lezen H6
Het taalgebruik
Een tekst voor jongeren heeft vaak korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst juist het tegenovergestelde.

In teksten die bestemd zijn voor een specifiek publiek, lees je ook wel jargon - vaktaal. 

Slide 15 - Tekstslide

Lezen H6
De lay-out
Je ziet vaak aan de illustraties, kleuren en koppen voor welk publiek een tekst of advertentie is geschreven. 

Slide 16 - Tekstslide

8 Voor welk publiek is deze tekst?
A
collega's
B
vrienden
C
kinderen
D
volwassen mensen

Slide 17 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
A
Een breed publiek
B
Een kleiner, gespecialiseerd publiek
C
Eén persoon of een kleine groep personen

Slide 18 - Quizvraag


Voor welk publiek is deze tekst geschikt?
A
Voor jongeren van 10-12 jaar
B
Voor jongeren van 14-16 jaar
C
Voor volwassen
D
Voor mensen die van surfen houden

Slide 19 - Quizvraag

Voor welk publiek is de tekst geschreven?
A
voor bedrijven die stagiaires zoeken
B
voor jongeren van het vmbo
C
voor ouders van jongeren

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht
Maak zelfstandig H6, opdr. 1, 2, 4.
Gebruik de teksten op papier en markeer in de teksten!

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 28 juni 

Lezen H6 opdracht 1 en 2 af


Slide 22 - Tekstslide