Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.8 Spelling
2.8 Spelling
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen
1 / 76
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
76 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.8 Spelling
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen
Slide 1 - Tekstslide
Schrijfopdracht
Schrijf een kort verhaaltje (minimaal 5 zinnen) over de toetsweek (dus v.t.).
Denk aan hoofdletters en leestekens.
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee.
Wat zijn zwakke en sterke werkwoorden?
Slide 3 - Tekstslide
Welk werkwoord is NIET zwak?
A
botsen
B
vliegen
C
varen
D
staren
Slide 4 - Quizvraag
V.t. van 'fietsen'
=
A
fietsen
B
fiettsen
C
fietsten
D
fietsden
Slide 5 - Quizvraag
V.t. van 'kopen'
=
A
kochten
B
koopten
C
koopden
D
kopten
Slide 6 - Quizvraag
Zwakke werkwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden krijgen de standaardregel:
stam + de(n) of stam + te(n)
Stam =
infinitief - en
Staat de laatste letter in
x't k
o
fsch
i
p
?
+ te(n)
Staat de laatste letter NIET in
x't kofschip
?
+
de(n)
Wij-vorm =
+ n
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn de stappen bij zwakke werkwoorden?
infinitief
stam
't kofschip x
PV VT
schroeven
schroev
nee
ik schroef
de(n)
vissen
vis
ja
wij vis
ten
sporten
sport
ja
hij sport
te
Slide 9 - Tekstslide
Zet in het werkwoord in de vt:
Joost (duwt) Kristien.
Slide 10 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Mijn ouders (wekken) mij in de ochtend.
Slide 11 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Vroeger (blaffen) Storm en Jackie harder.
Slide 12 - Open vraag
Maken 2.8
Werkblad 2.8: opdracht 1 en 2.
Klaar? Werkboek opdracht 1 t/m 4
Extra uitleg? Doe mee met de LU.
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Extra uitleg
Slide 14 - Tekstslide
1. Je kijkt naar het infinitief
Infinitief = Zetten
Slide 15 - Tekstslide
2. Wat is de stam?
Infinitief = Zetten
Stam =
infinitief - en >
dus
zett
Slide 16 - Tekstslide
3. Staat de laatste letter in x't kofschip?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Ja -> + te = zette
Slide 17 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Zette
Wij-vorm= +n = zetten
Slide 18 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Zette
Wij-vorm= Zetten
Slide 19 - Tekstslide
1. Je kijkt naar het infinitief
Infinitief = duwen
Slide 20 - Tekstslide
2. Wat is de stam?
Infinitief = Duwen
Stam =
infinitief - en >
dus
duw
Slide 21 - Tekstslide
3. Staat de laatste letter in x't kofschip?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Nee -> + de = duwde
Slide 22 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Duwde
Wij-vorm= +n = duwden
Slide 23 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Duwde
Wij-vorm= Duwden
Slide 24 - Tekstslide
Zet in het werkwoord in de vt:
Martha (botsen) tegen hem aan.
Slide 25 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
In de ochtend (varen) we naar de overkant.
Slide 26 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Mijn oma (bakken) altijd taartjes.
Slide 27 - Open vraag
Maken 2.8
Werkblad 2.8: opdracht 2.
timer
10:00
Slide 28 - Tekstslide
Lesdoelen check!
Slide 29 - Tekstslide
6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -de(n) achter.
5. Wij rennen naar school.
4.
Gaan
is een zwak werkwoord.
3. Ik fietsden naar Spanje
2. Hij wasten zich
1. Wij hapden
7. Zwakke werkwoorden:
botsen, fietsen en zwemmen
9. 1B2 klopden op de deur.
8. Een zwak werkwoord veranderd van klank.
Pak een stift en geef aan wat er fout is
Stilleborddiscussie
10. Mees praate voor zijn beurt.
Slide 30 - Tekstslide
2.8 Spelling
les 2
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen
Slide 31 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee.
Wat zijn zwakke en sterke werkwoorden?
Slide 32 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Slide 33 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden krijgen de standaardregel:
stam + de(n) of stam + te(n)
Stam =
infinitief - en
Staat de laatste letter in
x't k
o
fsch
i
p
?
+ te(n)
Staat de laatste letter NIET in
x't kofschip
?
+
de(n)
Wij-vorm =
+ n
Slide 34 - Tekstslide
Wat zijn de stappen bij zwakke werkwoorden?
infinitief
stam
't kofschip x
PV VT
schroeven
schroev
nee
ik schroef
de(n)
vissen
vis
ja
wij vis
ten
sporten
sport
ja
hij sport
te
Slide 35 - Tekstslide
Zet in het werkwoord in de vt:
Joost (duwt) Kristien.
Slide 36 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Mijn ouders (wekken) mij in de ochtend.
Slide 37 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Vroeger (blaffen) Storm en Jackie harder.
Slide 38 - Open vraag
Maken 2.8
Werkblad 2.8: opdracht 1 en 2.
Klaar? Werkboek opdracht 1 t/m 4
Extra uitleg? Doe mee met de LU.
timer
20:00
Slide 39 - Tekstslide
Extra uitleg
Slide 40 - Tekstslide
1. Je kijkt naar het infinitief
Infinitief = Zetten
Slide 41 - Tekstslide
2. Wat is de stam?
Infinitief = Zetten
Stam =
infinitief - en >
dus
zett
Slide 42 - Tekstslide
3. Staat de laatste letter in x't kofschip?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Ja -> + te = zette
Slide 43 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Zette
Wij-vorm= +n = zetten
Slide 44 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Zetten
Stam= Zett
x'
t
kofschip= Zette
Wij-vorm= Zetten
Slide 45 - Tekstslide
1. Je kijkt naar het infinitief
Infinitief = duwen
Slide 46 - Tekstslide
2. Wat is de stam?
Infinitief = Duwen
Stam =
infinitief - en >
dus
duw
Slide 47 - Tekstslide
3. Staat de laatste letter in x't kofschip?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Nee -> + de = duwde
Slide 48 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Duwde
Wij-vorm= +n = duwden
Slide 49 - Tekstslide
4. Wij-vorm?
Infinitief = Duwen
Stam= Duw
x'
t
kofschip= Duwde
Wij-vorm= Duwden
Slide 50 - Tekstslide
Zet in het werkwoord in de vt:
Martha (botsen) tegen hem aan.
Slide 51 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
In de ochtend (varen) we naar de overkant.
Slide 52 - Open vraag
Zet de pv in de vt:
Mijn oma (bakken) altijd taartjes.
Slide 53 - Open vraag
Maken 2.8
Werkblad 2.8: opdracht 2.
timer
10:00
Slide 54 - Tekstslide
Lesdoelen check!
Slide 55 - Tekstslide
6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -de(n) achter.
5. Wij rennen naar school.
4.
Gaan
is een zwak werkwoord.
3. Ik fietsden naar Spanje
2. Hij wasten zich
1. Wij hapden
7. Zwakke werkwoorden:
botsen, fietsen en zwemmen
9. 1B2 klopden op de deur.
8. Een zwak werkwoord veranderd van klank.
Pak een stift en geef aan wat er fout is
Stilleborddiscussie
10. Mees praate voor zijn beurt.
Slide 56 - Tekstslide
2.8 Spelling
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen
Slide 57 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
hoe je het meervoud schrijft van woorden op -ie en -ee.
Wat zijn zwakke en sterke werkwoorden?
Slide 58 - Tekstslide
V.t. van (kloppen)
Wij...
Slide 59 - Open vraag
V.t. van (melden)
Hij...
Slide 60 - Open vraag
Zwakke werkwoorden
Slide 61 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden krijgen de standaardregel:
stam + de(n) of stam + te(n)
Stam =
infinitief - en
Staat de laatste letter in
x't k
o
fsch
i
p
?
+ te(n)
Staat de laatste letter NIET in
x't kofschip
?
+
de(n)
Wij-vorm =
+ n
Slide 62 - Tekstslide
Wat zijn de stappen bij zwakke werkwoorden?
infinitief
stam
't kofschip x
PV VT
schroeven
schroev
nee
ik schroef
de(n)
vissen
vis
ja
wij vis
ten
sporten
sport
ja
hij sport
te
Slide 63 - Tekstslide
Zet de pv in de vt:
Hij (brengen) mij vanochtend.
Slide 64 - Open vraag
Sterke werkwoorden veranderen ...............
van vorm.
A
wel
B
niet
Slide 65 - Quizvraag
Sterke werkwoorden
Wat zijn sterke werkwoorden?
Kun je ook voorbeelden bedenken?
Slide 66 - Tekstslide
Sterke werkwoorden in de vt
Sterke werkwoorden veranderen van klank.
zitten - liggen - brengen
=
zaten - lagen - brachten
Slide 67 - Tekstslide
Mijn moeder (vinden) mijn Apple Watch.
Slide 68 - Open vraag
Wij (geven) haar een stuk taart.
Slide 69 - Open vraag
Sterk of zwak?
Slide 70 - Tekstslide
vliegen
A
sterk
B
zwak
Slide 71 - Quizvraag
reizen
A
sterk
B
zwak
Slide 72 - Quizvraag
vragen
A
sterk
B
zwak
Slide 73 - Quizvraag
Maken 2.8
Werkblad 2.8: opdracht 3 en 4.
Klaar? Werkboek 2.8: opdracht 3 t/m 7.
timer
15:00
Slide 74 - Tekstslide
Lesdoelen check!
Slide 75 - Tekstslide
6. Sterke ww veranderen niet van klank in de v.t.
5. Wij rennen naar school.
4.
Gaan
is een zwak werkwoord.
3. Ik namen veel
snoep
mee.
2. Hij wasten zich
1. Ik
liepen
7. Zwakke werkwoorden:
lopen, schrijven en zwemmen
9. 1B2 vroegden op de deur.
8. Vindde jij dat ook leuk?
Pak een stift en geef aan wat er fout is
Stilleborddiscussie
10. 'Eten' is een zwak ww.
Slide 76 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Les met
27 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Herhalingsles verleden tijd werkwoorden
Februari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2.8 a Spelling *
Oktober 2018
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Hv1, les 2 wwspelling tt, vt H1 en H2
Oktober 2021
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Spelling Blok 2 - les 1 & 2
November 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1