Werkblad atoombouw
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
1. Hieronder staan een aantal atomen getekend. Geef van elke atoom aan welk element het is en wat het massagetal is.
De witte (blauwe/gele) bolletjes zijn de neutronen.
De witte (blauwe/gele) bolletjes zijn de neutronen.
Slide 4 - Open vraag
2. Uit hoeveel protonen, neutronen en elektronen bestaan de volgende neutraal geladen atomen?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
3. Welk van de volgende atomen zijn isotopen van elkaar?
Slide 7 - Open vraag
4a Welke van de bovenstaande atomen zijn neutraal geladen.
Slide 8 - Open vraag
4b. Welke van de bovenstaande atomen zijn negatief geladen.
Slide 9 - Open vraag
4c. Welke van de bovenstaande atomen zijn positief geladen.
Slide 10 - Open vraag
5. Teken een neutraal geladen O-17 atoom.
Slide 11 - Open vraag
6. Teken een positief geladen Berylium-9 atoom.
Slide 12 - Open vraag
7. Hieronder staan een groot aantal
isotopen.
a. Noteer de afkorting van de elementen
met een oneven massagetal achter elkaar
en je krijgt een woord.
isotopen.
a. Noteer de afkorting van de elementen
met een oneven massagetal achter elkaar
en je krijgt een woord.
Slide 13 - Open vraag
7b. Noteer de afkorting van de elementen met een positieve lading achter elkaar voor een ander woord.
Slide 14 - Open vraag
7c. Noteer de afkorting van de elementen met een negatieve lading achter elkaar voor een ander woord.
Slide 15 - Open vraag
8. Uranium 235 (uraan)is een radioactieve stof. Een radioactieve stof kan na verloop van tijd een deel van de kern afstoten als stralingsdeeltje uitstralen. De kern van de isotoop wordt dan kleiner en de isotoop veranderd daardoor van soort.
De isotoop Uranium-235 zend een alfadeeltje uit. Dit alfadeeltje bestaat uit 2 protonen en 2 neutronen.
In welke isotoop is Uranium veranderd na het uitzenden van dit deeltje?
De isotoop Uranium-235 zend een alfadeeltje uit. Dit alfadeeltje bestaat uit 2 protonen en 2 neutronen.
In welke isotoop is Uranium veranderd na het uitzenden van dit deeltje?
Slide 16 - Open vraag
9. Een ander atoom (Ag-110) zendt bèta-straling uit. Bij bètastraling veranderd er een neutron uit het atoom in een elektron en een proton. Welke isotoop ontstaat er in deze situatie?
