Ziekteverwekkers:
Bv. virussen - bacteriën - schimmels - dieren
Antigenen = lichaamsvreemde stoffen
Zijn stoffen die niet in je lichaam thuis horen.
Infectie = als 'n ziekteverwekker je lichaam binnendringt.
Afweer = de verdeding tegen ziekteverwekkers
Immuun = je lichaam kan eenziekteverwekker snel uitschakelen waardoor je niet ziek wordt.