In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
thema 4 voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
Afspraken
1. Jij bepaalt wat je hier wel en niet wilt zeggen.
2. Geen antwoord is gek, het is jouw antwoord.
3. Ik vertel geen verhalen rond over anderen. Wat we hier met elkaar bespreken is privé.
4. Ik luister goed en laat de ander uitpraten.
5. Lachen is goed, uitlachen niet.
6. Ik praat over wat ik zélf belangrijk vind en ik veroordeel een ander niet.
Slide 2 - Tekstslide
Vruchtbaarheid
In de pubertijd worden jongens en meisjes vruchtbaar.
Als je vruchtbaar maak je geslachtscellen. (voorplantingscellen)
Man: Zaadcellen
Vrouw: Eicellen
Slide 3 - Tekstslide
Zaadcellen en eicellen
Slide 4 - Tekstslide
Voorplantingsorgaan van de man
De penis: voorplantingsorgaan van de man -> zwellichamen, urinebuis, eikel en de voorhuid.
De eikel: de top van de penis, is gevoelig. Voorhuid: stuk huid wat de eikel bedekt. Zwellichamen: orgaan dat zich vult met bloed -> penis wordt stijf = een erectie. Geslachtsgemeenschap: man brengt penis in de vagina van de vrouw Zaadlozing: sperma komt met schokken uit de penis.
Slide 5 - Tekstslide
zwellichamen ver naar binnen
boven: slappe penis
onder: penis in erectie
Slide 6 - Tekstslide
Clitoris
Clitoris en penis
Slide 7 - Tekstslide
vrouwelijke geslachtsorganen
Slide 8 - Tekstslide
Een eicel
Slide 9 - Tekstslide
Een (mensturatie)cyclus duurt ongeveer 28 dagen...
Er wordt in één van de eierstokken een eicel rijp
Slide 10 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Slide 11 - Tekstslide
Menstruatie
Er zijn verschillende middelen te koop voor het opvangen van menstruatiebloed.
Slide 12 - Tekstslide
menstruatie
De wand van de baarmoeder is bedekt met slijmvlies
Dit slijmvlies bevat veel bloedvaten
ongeveer één keer per maand laat dat slijmvlies los
dat noemen we: Menstruatie of Ongesteld
Slide 13 - Tekstslide
Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel bloed verliest een vrouw ongeveer tijdens een menstruatie?
A
Borrelglaasje (30 ml)
B
Whiskeyglas (100 ml)
C
Wijnglas (300 ml)
D
Fles wijn (750 ml)
Slide 15 - Quizvraag
Zaadcel vs Eicel
Zaadcellen kunnen ongeveer
3 dagen in leven blijven.
Voor bevruchting moet er in de eileider ook een eicel aanwezig zijn.
Een eicel blijft na de ovulatie ongeveer 12 tot 24 uur in leven.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
bevruchting
Bevruchting
Slide 18 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Slide 19 - Tekstslide
Ovulatie
Bevruchting
Klievingsdeling
Innesteling
Slide 20 - Sleepvraag
Placenta en navelstreng
Het embryo is door de navelstreng verbonden met de placenta.
Na 8 weken --> Foetus
In de placenta (moederkoek):
Het bloed van de moeder stroomt vlak langs het bloed van de embryo.
Zuurstof en voedingsstoffen van moeder naar het embryo
Afvalstoffen van het embryo naar de moeder
Slide 21 - Tekstslide
Bescherming
vruchtvliezen en vruchtwater:
om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater
Slide 22 - Tekstslide
Wat is de functie van vruchtwater?
A
Dit zorgt voor een constante temperatuur in de baarmoeder
B
Beschermt embryo tegen uitdroging
C
Beschermt embryo tegen stoten
D
A, B en C
Slide 23 - Quizvraag
Echografie
Echografie (echo) wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren (tussen 8-12 weken zwangerschap).
Geluidsgolven die terugkaatsen in het lichaam worden omgezet in bewegende beelden.
Slide 24 - Tekstslide
Prenatale test
9/14 weken --> Combinatietest
Bloed afnemen en echo (nekplooimeting) -> Downsyndroom.
Vanaf 11 weken --> NIPT (Niet Invasieve Prenatale test)
Bloed afnemen. Hierin zit ook DNA van de baby
Slide 25 - Tekstslide
20 weken echo
Pretecho (3D)
Slide 26 - Tekstslide
Bevalling
Na ong. 9 maanden volgt de bevalling.
De eerste verschijnselen van de bevalling zijn meestal de weeën.
Slide 27 - Tekstslide
Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder --> dat heet onstluiting
Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater via de vagina wegvloeit.
Slide 28 - Tekstslide
De ontsluiting
Slide 29 - Tekstslide
De uitdrijving
Het kan wel 20 uur duren voor de ontsluiting voldoende is
Als het kindje naar buiten komt noem je dat uitdrijving.
Door persweeën wordt het kindje naar buiten geperst.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.