H4 Krachten, les 1 4havo 5 -1- 2021

Welkom
Hoofdstuk 4. Krachten
Uitleg en opgaven, ook een paar uit het boek.
Leg je boek alvast open op bladzijde 112
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Hoofdstuk 4. Krachten
Uitleg en opgaven, ook een paar uit het boek.
Leg je boek alvast open op bladzijde 112

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les kunnen jullie:
  • verschillende soorten krachten met formules benoemen
  • een kracht tekenen
  • drie wetten van Newton noemen en toepassen in eenvoudige situaties

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les weten jullie:
  • wat het verschil is tussen zwaartekracht, gewicht en massa
  • wat normaalkracht is 
  • wanneer er krachtenevenwicht is


Slide 3 - Tekstslide

Een fietser rijdt 20,0 km/h op een vlakke weg. Als zij stopt met trappen duurt het 3,5 s voordat zij 18,0 km/h rijdt. Haar massa is 65 kg en de massa van haar fiets is 20 kg.
Hoe groot is de gemiddelde wrijvingskracht op de fietser gedurende deze 3,5 seconde?

Slide 4 - Open vraag

Uitwerking opgave Fiester
Tijdens het uitrijden over 3,5 s geldt: Fnetto = Fw
Verder geldt: Fnetto =m x a 
m = 65 + 20 = 85 kg
a = snelheidsverandering/tijd 
snelheidsverandering = 20,0 - 18,0 = 2,0 km/h = 2,0/3,6 = 0,556 m/s
a = 0,556/3,5 = 0,159 m/s2; Fw = 85 x 0,556 = 13,5 N = 14 N

Slide 5 - Tekstslide

Krachten

Slide 6 - Woordweb

Soorten krachten
zwaartekracht: Fz = m x g
veerkracht: Fv = C x u,
      met C = veerconstante (N/m) en u = uitrekking (m) 
spankracht: Fsp , altijd in de richting van het koord
normaalkracht --> uitleg later

Slide 7 - Tekstslide

Weerstands (of wrijvings)krachten
luchtweerstand(skracht): 
  • afhankelijk van de snelheid, 
  • luchtdichtheid, 
  • frontaal oppervlak
  • de stroomlijn
formule: 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Weerstands (of wrijvings)krachten
schuifwrijving, afhankelijk van:
  • gewicht van het voorwerp ("hoe hard het voorwerp op de ondergrond duwt"),
  • ruwheid van voorwerp en ondergrond

    formule: 


Slide 10 - Tekstslide

Weerstands (of wrijvings)krachten
rolweerstand, afhankelijk van:
  • gewicht van het voorwerp ("hoe hard het voorwerp op de ondergrond duwt"),
  • ruwheid van voorwerp en ondergrond

formule: 


Slide 11 - Tekstslide

Opgave 5a uit het boek:
Zie figuur 15: In welke punten is er sprake van luchtweerstand
A
A en B
B
A en C
C
A, B, C
D
B

Slide 12 - Quizvraag

Opgave 5b uit het boek.
Bekijk figuur 15. In welke punten werkt er zwaartekracht?
A
in A en B
B
in A en C
C
In A, B en C
D
in B

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 5c uit het boek.
Bekijk figuur 15: In welk punt is de nettokracht het grootst?
A
in A
B
in B
C
in C
D
in A, B en C even groot

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg opgave 5c
De luchtwrijvingskracht werkt altijd tegen de bewegingsrichting in. In A is hij dus naar beneden en in C naar boven.
In C: zwaartekracht naar beneden, luchtwrijving naar boven --> dus nettokracht naar beneden kleiner dan zwaartekracht
In A: zwaartekracht naar beneden, luchtwrijving naar beneden
--> dus nettokracht naar beneden groter dan zwaartekracht
In B heb je alleen zwaartekracht
In A is de nettokracht dus groter dan in C 

Slide 15 - Tekstslide

Kracht tekenen

Slide 16 - Tekstslide

Lengte met krachtenschaal

Slide 17 - Tekstslide

1e wet van Newton
nettokracht = 0 <--> voorwerp staat stil of beweegt met constante snelheid

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Derde wet van Newton
Actiekracht: je leunt tegen de muur en oefent een kracht uit op de muur
Reactiekracht: de muur oefent een even grote kracht op jou uit, maar dan tegengesteld gericht (zodat je niet omvalt)

Slide 21 - Tekstslide

Welke krachten zijn hier getekend? Welke krachten zijn hier de wisselwerkingskrachten?

Slide 22 - Tekstslide

zwaartekracht en gewicht(skracht)
gewicht of gewichtskracht
= de kracht die het voorwerp uitoefent op het vlak waarop het rust of waaraan het hangt

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Derde wet van Newton: gewicht en normaalkracht 
  • De normaalkracht is de reactiekracht van de gewichtskracht
  • De zwaartekracht en de normaalkracht werken op het blok en heffen elkaar op

Slide 25 - Tekstslide

De normaalkracht werkt altijd loodrecht op het ondersteunend oppervlak naar 'boven'

Slide 26 - Tekstslide

Thuiswerk voor vrijdag 8/1
Bestudeer deze les en uit het boek paragraaf 4.2 helemaal en maak de opgaven in de volgende slides van deze les. In de slides staat steeds hoe je de vraag moet beantwoorden.

Sommige opgaven gaan over onderdelen die we niet uitgebreid hebben besproken; op die kom ik volgende les zeker terug.
SUCCES!!!

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk figuur 24 van opgave 15 en beantwoord de vragen in de volgende slides: Let nog even niet op de getekende krachten

Slide 28 - Tekstslide

Welke krachten werken er
op de man in figuur 25?

Slide 29 - Woordweb

Welke krachten werken er op
de plank
als de plank stil ligt en in evenwicht is?

Slide 30 - Woordweb

Nu kunnen jullie:
  • verschillende soorten krachten met formules benoemen
  • een kracht tekenen
  • drie wetten van Newton noemen en toepassen in eenvoudige situaties

Slide 31 - Tekstslide

Nu weten jullie:
  • wat het verschil is tussen zwaartekracht, gewicht en massa
  • wat normaalkracht is 


Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting les
De laatste opgave hebben we niet helemaal gemaakt.
Sorry, dat de les iets te lang duurde.
Voor het huiswerk heb ik een nieuwe les gemaakt, waarin de opgaven die we hebben overgeslagen ook verwerkt zijn.

Succes en tot vrijdag!

Slide 33 - Tekstslide