HEY Herhaling H3

Herhaling H3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwaartekracht
bij alles wat je optilt voel je een kracht, dit is zwaartekracht.

hoe kleiner het gewicht hoe minder zwaartekracht

Fz = m x g

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normaalkracht
Fn 

De normaalkracht is een reactie op de zwaartekracht 

Onthouden!
  • Normaalkracht staat altijd loodrecht op het ondersteunde vlak

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spankracht (Fspan)
  • De spankracht vervangt de normaalkracht als er geen ondergrond is.
  • Ook deze spankracht heeft een maximum.
  • Als de zwaartekracht groter is dan de maximale spankracht, dan zal het materiaal breken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veerkracht
  • Een (spiraal)veer heeft een eigen kracht: de veerkracht
  • Als de veer wordt ingedrukt, gaat deze terugduwen; dit is de veerkracht
  • De richting is dus altijd tegengesteld aan de kracht die erop duwt of trekt
  • Fv = C * u

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultante kracht
Resultante kracht = som van alle krachten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van resultante
Als de resultante op een voorwerp nul is, blijft het voorwerp in rust of beweegt het met constante snelheid. Als de resultante niet nul is, zal het voorwerp versnellen in de richting van de resultante.

Fres = m x a

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf wat er gebeurt met een voorwerp als de resultante nul is en als de resultante niet nul is.
Krachten ontbinden
Teken de krachten in de touwen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachten ontbinden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1e wet van Newton & traagheid
  • traagheid wil zeggen: zonder kracht gaan voorwerpen rechtdoor (1e wet van Newton).
  • Bijvoorbeeld: bus die remt. wat gebeurt er met de mensen in de bus?
  • 1e wet van newton = wet van de traagheid
  • hoe groter de massa, hoe groter de traagheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 2e Wet van Newton
De 1e wet gaat over
De 2e wet gaat erover dat            juist NIET nul newton is.

De 1e wet gaat over constante snelheid
De 2e wet gaat over verandering van snelheid (versnellen of vertragen) 
Fres=0N
Fres

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetten van Newton
1e wet van Newton: Als er geen nettokracht op een voorwerp werkt, zal dit voorwerp een constante snelheid hebben.

2e wet van Newton: De nettokracht en versnelling hebben het volgende verband:
F=ma

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Toets voorbereiden

Tip: teken situaties uit die worden gegeven! Gebruik je vectoren.
Zorg dat je de formules van dit hoofdstuk goed kent

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies