Diëeten

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de relatie tussen voeding en gezondheid benoemen.
  • Je hebt kennis van de Schijf van Vijf en weet hierbij wat er komt kijken bij een gevarieerd voedingspatroon.
  • Je kunt de functie en de onderdelen van het spijsverteringsstelsel benoemen.
  • Je kunt benoemen welke onderwerp bij voeding komt kijken.
  • Je weet wat er wordt bedoeld met diëten. 

Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Soorten diëten 
  • Voedingsgewoonte
  • Vragen
  • Wist je datjes
  • Werken aan opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Dieet
Het woord dieet is afgeleid van het 
Griekse woord diaita:

Het betekent zoiets als: 
"leefregel"

Slide 4 - Tekstslide

Welke diëten ken jij? En met welke heb jij te maken op je werk

Slide 5 - Woordweb

Soorten diëten
  • Voedings beperkend dieet

  • Voedings verrijkend dieet

  • Allergenen dieet   

Slide 6 - Tekstslide

Soorten diëten
waarom?
Cholesterol beperkt
Energie beperkt
Energie verrijkt
Eiwit verrijkt
Eiwit beperkt
Voedingsvezel verrijkt
Diabetes mellitus
Natrium beperkt
Gluten vrij
Ketogene dieet 

Slide 7 - Tekstslide

Religie en voeding
voeding en Islam 
Halal (betekent rein): toegestaan voedsel
Haram (betekent onrein): verboden voedsel
Makruh: voedsel dat gegeten mag worden, hoewel moslims er niet toe worden aangemoedigd.

Slide 8 - Tekstslide

 Hindoeïsme 
Hindoes zijn vaak vegetariër. Vrome hindoes vinden dat je niet mag doden voor voedsel. De koe is heilig binnen het hindoeïsme, want het dier is de ultieme moederfiguur en bovendien voorziet de koe mensen van oudsher van melk. Als hindoes al vlees eten, dan nooit rund.

Slide 9 - Tekstslide

Joods, Koosjer
Volgens de joodse spijswetten mag bijvoorbeeld alleen vlees gegeten worden van dieren met gespleten hoeven die herkauwen: vlees van koeien en schapen mag dus wel, maar dat van varkens niet, want die herkauwen niet. Uit het water mogen alleen dieren gegeten worden met vinnen en schubben, dus geen schaaldieren of paling.
Eten dat niet in overeenstemming is met de kasjroet, wordt 'trefah' genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Christendom of Katholiek 
Ook christenen moeten zich houden aan enkele do’s en dont’s wat voeding betreft.

Do’s en dont's voor christenen
Het christendom legt zijn gelovigen enkele ‘musts’ op, zoals: vasten voor Pasen, eten delen met anderen en op vrijdag geen vlees eten. Daarom is vrijdag ook voor velen ‘visdag’. Wat christenen volgens hun geloof absoluut moeten vermijden, is zoetigheden en grote maaltijden tijdens de vastenperiode.

Slide 11 - Tekstslide

Maaltijdgewoontes volgens het sikhisme
Het sikhisme is een aparte religie binnen India. Sikhs laten zich opmerken door hun gastvrijheid en dienstbaarheid. Ze delen hun maaltijden graag met anderen en koken met plezier.

Absolute no-go’s voor Sikhs zijn vlees, tabak en alcohol. Dat zijn dus de don'ts van sikhisme, die enkel van toepassing zijn op gedoopte sikhs.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voedselallergie
Er komt een reactie van het lichaam vrijwel meteen na het eten van een allergeen( de stof waar je allergisch voor bent.) 

Bijvoorbeeld: na het eten van walnoten krijgt iemand binnen een paar minuten jeuk in zijn keel, neus en oren.

Slide 14 - Tekstslide

Allergische reactie
Iemand met een allergie is overgevoelig voor bepaalde stoffen. We noemen die stoffen allergenen. Wanneer iemand die allergisch is met een allergeen in aanraking komt, krijgt hij of zij een allergische reactie. 

Slide 15 - Tekstslide

Sensibilisatie 
  • Bij sensibilisatie raakt het immuunsysteem, als gevolg van het contact met een allergeen, overgevoelig voor die stof
  • Door herhaaldelijk blootstellen aan allergeen treed reactie op
  • Voorbeelden: pas bij de 3e keer amoxicilline krijg je het ontzettend benauwd of hooikoorts die pas na een aantal jaren op treed

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kom je erachter?
Lees het etiket! Dikgedruk = allergeen

Slide 17 - Tekstslide

anafylactische shock
  • zeer ernstige allergische reactie op allergenen
  • overproductie van histamine die een snel opkomend ontstekingsproces veroorzaakt.
  • opgezwollen gezicht, bewustzijnverlies, lage bloeddruk, hoge hartslag, ademhalingsmoeilijkheden, braken en jeuk
  • adrenalinepen

Slide 18 - Tekstslide

Allergeen komt lichaam binnen
Allergeen = lichaamsvreemde stof die allergische reactie kan veroorzaken 
Stap 1: allergeen komt lichaam binnen 
Stap 2: witte bloedcellen merken indringer op
Stap 3: witte bloedcellen maken stoffen tegen de indringer 
Stap 4: deze stoffen zorgen voor allergische reactie. Bijv. benauwdheid en jeuk 

Slide 19 - Tekstslide

Allergische reactie
  • Heftige reactie op stof (allergeen) door overgevoeligheid
  • Lichaam reageert met ontstekingsreactie
  • Allerlei allergenen, bijv. nikkel, huisstofmijt, pollen
  • Ernstig = anafylactische reactie



Slide 20 - Tekstslide

Erfelijkheid
  • Overgevoeligheid voor een bepaald allergeen is niet aangeboren of erfelijk
  • Wat wel erfelijk is, is de aanleg voor allergie
  • Als de vader of moeder van een kind allergische klachten heeft, dan heeft het kind een grote kans een allergie te ontwikkelen (het kind moet dan wel in aanraking komen met het allergeen)

Slide 21 - Tekstslide

Zoek per dieet een product dat wel geschikt is binnen het dieet en een product dat niet geschikt is binnen het dieet



 1. Cholesterolbeperkt dieet
2. Natriumbeperkt dieet
3. Energieverrijkt dieet
4. Glutenvrij dieet
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Voedingsgewoonte vs. Dieet
Een bepaalde manier van eten óf het klaarmaken van eten. Vanwege cultuur, geloofsovertuiging of omdat het gezond is.

Aangepaste voeding in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld
   voeding bij zwangerschap, kinderen of vegetarisch.


 

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 26 - Quizvraag

Welk dieet wordt vaak voorgeschreven aan iemand die net een zware operatie heeft gehad?
A
Energiebeperkt
B
Eiwitverrijkt
C
Eiwitbeperkt
D
Voedingsvezelverrijkt

Slide 27 - Quizvraag

EIWIT
Eiwit is een bestanddeel in voeding, dat nodig is voor de opbouw en in-
standhouding van de spieren en bloed en voor herstel bij wonden. Bij ziekte
is eiwit de belangrijkste voedingsstof voor herstel.

Eiwit komt vooral voor in:
• vlees, vis en kip 
• ei 
• kaas, melk en melkproducten 

Slide 28 - Tekstslide




                                           NOG 3 VRAGEN!

Slide 29 - Tekstslide

Waar zit de meeste suiker in?
A
Een glas sinaasappelsap
B
Een appel
C
Een stukje melkchocolade

Slide 30 - Quizvraag

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 31 - Quizvraag

Vet bevat geen vitamines
A
Waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

VET
Via het vet in onze voeding krijgen we de belangrijke (in vet oplosbare) vitmines A, D, E en K binnen. (kade)

Vetten zijn nodig voor het transport van deze vitamines in ons lichaam.

Ons lichaam heeft tenminste 25 gram vet per dag nodig.

Slide 33 - Tekstslide

Wist je dat...

Vitamines heel gevoelig zijn voor licht, water, temperatuur en lucht.

Er veel meer suiker zit in een rijpe banaan dan in een onrijpe banaan.

Paprika de meeste vitamine C bevat van alle groente- en fruitsoorten.





Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide