Catering les 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Week 1             Catering en werkinstructie 
Week 2            Allergenen  
Week 3            Geld en kassa 
Week 4            Opdrachten voor cijfer
   

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Bouwstoffen: Eiwitten, water en mineralen


Brandstoffen: Eiwitten, 

koolhydraten en vetten


Hulpstoffen: Vitamines 

en mineralen

Slide 3 - Tekstslide

Eiwitten

Eiwitten zijn belangrijk voor het lichaam.

Eiwitten leveren energie en bouwstoffen aan het lichaam.

Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten.


Dierlijke eiwitten zitten in:

vlees, vis, melk, kaas en eieren.


Plantaardige eiwitten zitten in:

brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen. 

Slide 4 - Tekstslide

Koolhydraten

Koolhydraten geven het lichaam energie. Koolhydraten zitten in suikers en zetmeel. Vooral voor de hersenen en rode bloedcellen zijn koolhydraten erg belangrijk.

Goede producten met koolhydraten:

- volkoren brood en graanproducten

- groente en fruit

- peulvruchten (bonen)

Foute producten met koolhydraten:

- frisdranken

- vruchtensappen

Slide 5 - Tekstslide

Vetten

Verzadigde vetten hebben meestal een vaste vorm bij kamertemperatuur.
Deze vetten zijn ongezond. 


Onverzadigde vetten zijn meestal vloeibaar bij kamertemperatuur. Onverzadigde vettenkunnen er juist voor zorgen dat het cholesterolgehalte in het bloed daalt,
waardoor de kans op hart- en vaatziekten verkleind wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Voedingswaarden

Slide 7 - Tekstslide

Spijsvertering

- Waarom eten we?

- Wat gebreurt er van mond tot kont?

- Welke organen helpen mee aan

    de spijsvertering?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video




Lever
Het produceren van gal
Slokdarm
Dikke darm
Onttrekt het overgebleven water aan de brij
alvleesklier
alvleessap: Vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten
----------
-------------
-------------
galblaas
Slaat gal op
Gal emulgeert vetten
-------------
Endeldarm
Blinde darm
---------
---------
-------
Maag
Verteren van: eiwitten
Dunne darm
Vertering van eiwitten, koolhydraten

Slide 10 - Tekstslide

Bijzondere voeding

- heeft iemand bijzondere voeding nodig?

- is iemand allergisch?

Slide 11 - Tekstslide

Diabetes
Mensen met diabetes kunnen hun bloedsuikergehalte niet goed regelen. Daarvoor gebruiken ze medicijnen. Als het suikergehalte te hoog wordt, voelt het slachtoffer zich slaperig. Hij wordt dorstig en heeft vaak hoofdpijn. We noemen dit hyperglykemie of kortweg hyper. In dit geval heeft het slachtoffer medicijnen nodig. Misschien kan hij dit zelf inspuiten, of een familielid.

Slide 12 - Tekstslide

Energiebeperkt dieet

Als de inname gelijk is aan de verbranding blijf je op gewicht.

Als je moet afvallen moet je minder innemen

Dit kan dmv een energiebeperkt dieet:

- koolhydraten = 4 kcal (teveel wordt vetdepot)

- eitwitten = 4 kcal

- vetten = 9 kcal

- alchohol = 7 kcal

Slide 13 - Tekstslide

Natriumbeperkt dieet

Voorgeschreven door arts of diëtist bij:


Hoge bloeddruk
ziekten met oedeemvorming


Slide 14 - Tekstslide

Voedselallergie 
Reactie wordt veroorzaakt door allergenen,
het immuunsysteem kan de allergenen niet verwerken

De 14 allergenen verplicht melden in de horeca

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht werkblad
- Eerst uit je hoofd....
Welke symbolen ken je?

- Nu opzoeken...
Vul alle symbolen in
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De 14 Allergenen (lezen 7 t/m 14)

Slide 18 - Tekstslide

Allergeen komt lichaam binnen
Allergeen = lichaamsvreemde stof die allergische reactie kan veroorzaken 
Stap 1: allergeen komt lichaam binnen 
Stap 2: witte bloedcellen merken indringer op
Stap 3: witte bloedcellen maken stoffen tegen de indringer 
Stap 4: deze stoffen zorgen voor allergische reactie. Bijv. benauwdheid en jeuk 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opdracht voorgerechten

1. Ga alle allergenen bij langs

2. Noem van elk allergeen een product

of gerecht waar het allergeen in voorkomt

3. Probeer producten/gerechten te noemen

die verkocht worden in de catering

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht hoofdgerechten

1. Zoek een recept met minimaal 6 ingrediënten.

2. Bekijk deze ingrediënten via Slimis.

3. www.slimis.nl

4. gebruikersnaam = 481540

5. ww = jans

6. Kruis de allergenen aan

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Opdracht nagerechten

1. Schrijf op welke producten 

er liggen

2. Bekijk het etiket

3. Kruis de allergenen aan

timer
40:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Volgende week
FDC 1 mee!!

Slide 27 - Tekstslide