Hoofdstuk 6 en 9

Hoofdstuk 6
theorie blokken: ABCDEIJ
Hoofdstuk 9
theorie blokken:DEF




H6 v
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
theorie blokken: ABCDEIJ
Hoofdstuk 9
theorie blokken:DEF




H6 v

Slide 1 - Tekstslide

Periodiek Verband
- Maximum
- Minimum
- Periode
- In de toekomst kijken

Slide 2 - Tekstslide

Hoelang is 1 periode?
A
1 sec
B
2 sec
C
3 sec
D
4 sec

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsstand?
A
0 sec
B
2sec
C
0,5m
D
1,5m

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de hoogte van de schommel na 9 seconden?
A
0m
B
0,5m
C
2,5m
D
3m

Slide 5 - Quizvraag

Kwadratisch verband
- Formule invullen: 
Tussen een getal en letter denken we altijd een x.
Als je een negatief getal invult vóór een kwadraat, dan móet deze tussen haakjes. (voorbeeld op bord)
- Grafiek: parabool
- Symmetrieas tekenen

Slide 6 - Tekstslide

Vul 7 in:
hoogte=0,01a2+8
A
-8,14
B
7,51
C
7,86
D
8,49

Slide 7 - Quizvraag

a = -7
hoogte=0,01a2+8
A
7,51
B
8,49
C
-7,51
D
-8,49

Slide 8 - Quizvraag


A
Dal
B
Is een rechte lijn
C
Berg
D
Geen idee

Slide 9 - Quizvraag


A
Dal
B
Is geen parabool
C
Berg
D
Geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

 Wortelverbanden
Als er een sommetje onder de wortel staat, dan deze in je rekenmachine tussen haakjes zetten!

Slide 12 - Tekstslide

Bereken t = 9
Rond af op helen
I=45+202t
A
300
B
69
C
153
D
130

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent ?
53
A
5x3
B
3X5
C
5x5x5
D
3x3x3

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de variabelen in deze formule?
K=80t - 100
A
K
B
K en t
C
t
D
80 en 100

Slide 15 - Quizvraag

Balansmethode
Met de balansmethode kun je vergelijkingen oplossen. 
Bijvoorbeeld: Hoeveel is a in 5a + 2 = 22?
  • a = 4
  • Deze vergelijking is niet heel moeilijk. Maar...
    Kun je ook 7b - 15 = 5b + 15 oplossen? Hoeveel is de b?
  • Om dit op te lossen gebruiken we de balansmethode.

Slide 16 - Tekstslide

  1. Schrijf de vergelijking over.                                        10x + 5 = 41 - 8x
  2. Losse getallen (zonder letters) uit linkerlid.                   - 5   -5 
    (+5  wordt -5 aan beide kanten)            
                       10x       = 36 - 8x 
  3. Variabelen (letters) uit rechterlid                              +8x               +8x 
    (-8x wordt + 8x aan beide kanten)                
               18x      = 36 
  4. Deel door het getal voor de variabele (letter).      : 18           : 18 
    (Delen door getal voor de x)                                      
         x      = 2 
  5. Antwoord invullen linker- en rechterlid.                   L: 10 x 2 + 5 = 25  
                                                                                                 R: 41 - 8 x 2 = 25 

    Deze moeten hetzelfde antwoord geven.       Beide gelijk, beide 25 
  6. Schrijf je conclusie op.   (eenheid?)                           Dus x = 2 
Stappenplan Balansmethode

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel kg weegt 1 blokje?

(Los de vergelijking op)

2b + 5 = 13
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel kg weegt 1 blokje?

(Los de vergelijking op)

3b + 3 = b + 7

A
2
B
4
C
6
D
7

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel kg weegt 1 blokje?

(Los de vergelijking op)

4b + 3 = 2b + 9

A
3
B
6
C
9
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op
9a + 7 = 4a + 22
A
a=3
B
a=-3
C
a=5
D
a=-5

Slide 21 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op:
25 + 1,25K = 50 + 0,75k

Slide 22 - Open vraag

5b + 24 = 3b + 48
24 + 2b = 15 + b
8b - 40 = 50 + 3b
10 - b = 2b + 7
b=-9
b=12
b=1
b=18

Slide 23 - Sleepvraag


A
745+50t=850+35t
B
745=50t=850=35t
C
745+50t+850+35t
D
85t=1595

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Inklemmen
  • Proberen tot je het juiste getal gevonden hebt

  • Invoer en uitkomst opschrijven in een inklemtabel

  • Let op het aantal decimalen


  • Altijd één getal erboven en één eronder proberen


Slide 26 - Tekstslide

Inklemmen
Inhoud=34πstraal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule: 
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 
65 cm3 rond af op één decimaal.
Vergelijking:

Inklemmen:

Oplossing: 

Slide 27 - Tekstslide

Inklemmen
Inhoud=34πstraal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule: 
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 
65 cm3 rond af op één decimaal.
Vergelijking: 

Inklemmen:

Oplossing:    dus de straal = 2,5 cm
34πstraal3=65
straal = 2     inhoud = 33,51
straal = 3     inhoud = 113,10
straal = 2,4  inhoud = 57,91
straal = 2,5  inhoud = 65,45 
straal = 2,6  inhoud = 73,62

Slide 28 - Tekstslide

Los op met inklemmen betekent:
A
Getallen invullen in de formule
B
Getallen opschrijven zonder tabel
C
Een oplossing zoeken door de grafiek te tekenen
D
Geen enkel antwoord is goed

Slide 29 - Quizvraag


Het aantal boeren in Nederland daalt sterk.
De formule die erbij hoort is:
aantal boeren = 98 000 - 3 000 x tijd in jaren
In een krantenartikel wordt vermeld dat het aantal boeren is gedaald tot 80 000. Welke vergelijking hoort hierbij?
A
A = 80 000 - 3 000 x t
B
A= 98 000 - 80 000 x t
C
98 000 - 3 000 x t = 80 000
D
80 000 - 3 x t = 0

Slide 30 - Quizvraag


98 000 - 3 000 x t = 80 000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is gedaald  
naar 80 000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 31 - Quizvraag


Los de vergelijking a2 + 3a = 418 
op met behulp van inklemmen
A
a = 17
B
a = 7,3
C
a = 83,2
D
a = 19

Slide 32 - Quizvraag


Los de vergelijking op. Rond af op 1 decimaal.

b2 + 12b = 7500
A
b = 80,7
B
b = 81,0
C
b = 80,8
D
b = 80,9

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Einde en succes met de toets!!

Slide 35 - Tekstslide