Je weet voor de spellingtoets:
...wat het verschil is tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord
...wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
...hoe je de persoonsvorm in de tt en vt spelt
...hoe je het voltooid deelwoord spelt
...hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft
...hoe je het bijvoeglijk naamwoord schrijft
Je weet wanneer je een tussen -n schrijft in samenstellingen
Je kunt verkleinwoorden correct spellen
Je kunt bezitsvormen correct spellen
Je kunt getallen correct spellen