warmbloedig en koudbloedig

Bienvenue en classe!
Pak je IPad alvast voor je en ga naar LessonUp.
Het thema van vandaag is koudbloedig en warmbloedig.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue en classe!
Pak je IPad alvast voor je en ga naar LessonUp.
Het thema van vandaag is koudbloedig en warmbloedig.

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Terugblik vorige les/moeilijke opdrachten behandelen
  2. 1.7: warmbloedig en koudbloedig - interactieve uitleg en zelfstandig werken
  3.  Afsluiting met korte quiz

Slide 2 - Tekstslide

Toets
De toets van thema 1 staat gepland op donderdag 1 december!

Slide 3 - Tekstslide

De vis neemt water op via de bek
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
De kieuwdeksels zijn gesloten
De vis beweegt de mondbodem omhoog
De kieuwdeksels gaan open
Water stroomt langs de kieuwen het lichaam uit
De kieuwdeksels gaan dicht
De vis opent zijn bek
Er stroomt opnieuw water de bek in 

Slide 4 - Sleepvraag

Lucht in de longen van vogels:
A
Stroomt 2 kanten op, daardoor wordt zuurstofarme en zuurstofrijke lucht gemengd
B
Stroomt 2 kanten op, daardoor wordt zuurstofarme en zuurstofrijke lucht niet gemengd
C
Stroomt 1 kant op, daardoor wordt zuurstofarme en zuurstofrijke lucht gemengd
D
Stroomt 1 kant op, daardoor wordt zuurstofarme en zuurstofrijke lucht niet gemengd

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
1.7.11 Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Noem een koudbloedig dier

Slide 7 - Woordweb

Welke verschillen kun je noemen tussen warmbloedige en koudbloedige dieren?

Slide 8 - Open vraag

Koudbloedig

Variabele lichaamstemperatuur

Lage verbranding

Activiteit afhankelijk van omgevingstemperatuur


Warmbloedig

Constante (hoge) lichaamstemperatuur

Hoge  verbranding

Activiteit niet afhankelijk van omgevingstemperatuur

Slide 9 - Tekstslide

Welke voordelen hebben koudbloedige dieren ten opzichte van warmbloedige dieren?

Slide 10 - Woordweb

Hoe zorgen warmbloedige dieren ervoor dat hun lichaamstemperatuur op peil blijft?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Koudbloedige dieren
  • Hoeven veel minder te verbranden, dus veel minder te eten dan warmbloedige dieren.
  • Moeten een winterslaap houden wanneer de omgevingstemperatuur langere tijd te laag wordt. 
  • Moeten eerst opwarmen voor ze actief kunnen worden.

Slide 13 - Tekstslide

Warmbloedige dieren
  • Moeten veel verbranden om hun lichaamstemperatuur hoog te krijgen, dus ook veel eten.
  • Hebben een isolatielaag nodig om hun temperatuur op peil te houden.
  • Wanneer er niet genoeg voedsel is om de lichaamstemperatuur op peil te houden moet het dier verplaatsen of inactief worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke diergroep is niet koudbloedig?
A
Vogels
B
Amfibieën
C
Insekten
D
Vissen

Slide 15 - Quizvraag

Eerste warmbloedige vis ontdekt.
Eerste warmbloedige vissoort ontdekt

(NOS, 15 mei 2015)

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat?: Paragraaf 1.7: opdracht 1 t/m 4
Hoe?: Eerste 5 minuten in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met je buur. Kom je er met je buur niet uit? Steek dan je hand op.
Tijd: tot 10:05
Klaar?: Ga de toets van 1 december voorbereiden. Of maak de opgaven van 1.5 en 1.6 af.

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 1.7 opdr. 1 t/m 4
Hoe: Eerste 5 minuten stil en zelfstandig, geen vragen (rood). Daarna mag je zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 10:00
Klaar?: Kijk of je nog opdrachten van vorige paragrafen
moet afmaken of kom bij mij voor keuzewerk.


Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
  1. Quiz (3 vragen)
  2. Volgende les
  3. Tips en ideeën  

Slide 19 - Tekstslide

Welke diersoort verbrandt in het hoogste tempo glucose in zijn cellen?
A
Adder
B
Merel
C
Bruine pad
D
Snoek

Slide 20 - Quizvraag

Hier zie je het leefgebied van de rotgans. Waarom trekt een deel van de ganzen in de winter naar het zuiden?
geel: broedgebied, groen: permanent gebied, blauw: overwinteringsgebied
A
Omdat ze het anders te koud krijgen
B
Om te kunnen broeden
C
Omdat ze wat van de wereld willen zien
D
Om in de winter voldoende te eten te hebben

Slide 21 - Quizvraag

Wie moet in verhouding tot zijn lichaamsgewicht de meeste brandstof (uit voeding) tot zich nemen?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Volgende les
Practicum: het lichaam voor en na inspanning!

De practicumhandleiding staat op teams, zodat je deze vast door kan lezen voor de les!
Doe dit ook, dan kunnen we volgende les vlug aan de slag. 
Ik zal aan het begin van de les een aantal vragen stellen over de handleiding ter controle. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat vind je goed en wat minder goed aan de biologielessen? En aan hoe ik lesgeef? Heb je nog tips of ideeën voor in de les?

Slide 24 - Woordweb