5.6 hww, zww, kww (2)

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Dagopening
  • Uitleg maatschappelijke stage
  • Terugblik hww, zww, kww + woordsoorten
  • Opdrachten maken
  • Check 'Münster' + lijst boeken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 november:
C5, P6: opdr. 1, 2, 4, 5B



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Uitleg maatschappelijke stage
  • Terugblik hww, zww, kww + woordsoorten
  • Opdrachten maken
  • Check 'Münster' + lijst boeken

Slide 11 - Tekstslide

woordsoorten
  • lidwoord (lw): bepaald (blw) en onbepaald lidwoord (olw)
  • zelfstandig naamwoord (zn)
  • bijvoeglijk naamwoord (bn) + stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
  • zelfstandig werkwoord (zww) en hulpwerkwoord (hww)
  • persoonlijk (pers. vnw.) en bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw.)
  • voorzetsel (vz)
  • bijwoord (bw)
  • aanwijzend (aanw. vnw.) en vragend voornaamwoord (vr. vnw.)

Slide 12 - Tekstslide

Benoem de onderstreepte woordsoorten in onderstaande zin:

Welke kapper heeft voor haar al die kraaltjes in haar haar gevlochten?

Slide 13 - Open vraag

 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
In zinnen staan werkwoorden. Er zijn drie soorten werkwoorden:

  • zelfstandig werkwoord (zww)
  • koppelwerkwoord (kww)
  • hulpwerkwoord (hww)

Slide 14 - Tekstslide

Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Zelfstandig werkwoord
  • een zin kan maar één zelfstandig werkwoord bevatten
  • als in een zin maar één werkwoord staat dan is dat werkwoord het zelfstandig werkwoord
  • als een zin meer werkwoorden bevat, staat het zelfstandig werkwoord vaak achter in de zin. 

In de zomer gaat Mae graag op vakantie.

Slide 15 - Tekstslide

 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Hulpwerkwoord
  • een zin meer werkwoorden bevat, dan bevat de zin naast een zelfstandig werkwoord ook één of meer hulpwerkwoorden. 

In de zomer wil Mae graag op vakantie gaan.

Slide 16 - Tekstslide

Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Koppelwerkwoord
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
  • een zin bevat een zelfstandig werkwoord óf een koppelwerkwoord. 
  • als er meer werkwoorden zijn, staat het koppelwerkwoord vaak achter in de zin. 

Een horrorfilm is erg spannend.
Een horrorfilm kan echt spannend zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Noteer de hww, zww, kww.
Onze bevolking blijkt steeds minder godsdienstig te worden

Slide 18 - Open vraag

Noteer de hww, zww, kww.
Menigeen zou het liefst voorgoed in Zuid-Frankrijk blijven wonen.

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
Maak opdr. 1, 2, 4, en 5B Grammatica Woordsoorten
Open het online boek - Cursus 5 Grammatica - 6 WS Zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord 

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kies uit: lezen in je leesboek, extra oefenen


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 november:
C5, P6: opdr. 1, 2, 4, 5B



Slide 21 - Tekstslide