TH9 (H5) - DNA - Herhaling

Thema 9 (H5) DNA
Herhaling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 9 (H5) DNA
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen - BS1

Slide 2 - Tekstslide

DNA - bouwstenen
nucleotiden (naar eerste ontdekking in nucleus)
nucleïnezuur
  • monosacharide = suiker: deoxyribose
  • fosfaatgroep 
  • stikstofbase:
     A = adenine
     T = thymine
     C = cytosine
     G = guanine 

Slide 3 - Tekstslide

Enkelstrengs DNA (ssDNA)
Door verschillende bouwstenen aan elkaar te koppelen ontstaat een lange keten (enkelstrengs DNA). Bij het koppelen wordt de fosfaat aan de desoxyribose (suiker) gekoppeld. De fosfaat en desoxyribose vormen een keten waar                                                  de stikstofbase uitsteken.






     

Slide 4 - Tekstslide

DNA - bouwstenen
- 2 ketens enkelsstrengs DNA worden d.m.v. 
baseparing aan elkaar verbonden 
  • A's met T's 
  • C's met G's 

combi's: (BINAS 71B)
AT (beide hoekig)
CG(beide rond) 

Slide 5 - Tekstslide

dubbelstrengs DNA (dsDNA)
De stikstofbase van een enkelstrengs DNA molecuul kunnen binden met stikstof van een ander enkelstrengs DNA molecuul. Dit kan alleen wanneer de basen complementair zijn aan elkaar (tegenovergesteld) oftewel op elkaar passen.






     

Slide 6 - Tekstslide

DNA - waar? + hoe?
celkern - chromosomen 
  • kernDNA 
mitochondriën - circulair
  • mtDNA
chloroplasten - circulair
  • cDNA 
andere plastiden

Slide 7 - Tekstslide

Genoom - al het DNA in de cel
eukaryoot - cel met een kern bijvoorbeeld, plant, dier, schimmel

genoom dierlijke cel:
kernDNA
mitochndriaal DNA(mtDNA)


genoom plantaardige cel:
kernDNA 
mitochndriaalDNA (mtDNA)
DNA in bladgroenkorrels

Slide 8 - Tekstslide

Genoom - al het DNA in de cel
prokaryoot = cel zonder kern, bijvoorbeeld een bacterie 

Bij een prokaryoot ligt het DNA in het cytoplasma als een cirkel (circulair DNA) Daarnaast bevat een bacterie vaak ook korte stukjes circulair DNA (plasmide



Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen BS2

Slide 10 - Tekstslide

DNA- replicatie
De verbindingen tussen de basenparen wordt verbroken.
Kern: vrije nucleotiden
Enzym: DNA Polymerase schuift langs de oude streng en bindt vrije nucleotiden aan de enkelvoudige streng vast.

Slide 11 - Tekstslide

telomeer
  • niet-coderend DNA
  • beschermd de uiteinde 
  • repeterend: TTAGGG 
  • na elke celdeling korter

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen BS 3
Na deze les kun je:
  • beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

RNA
ribonucleinezuur
  • ribose i.p.v. desoxyribose 
  • ook fosfaatgroep
  • stikstof basen adenine, cytosine en guanine
  • GEEN thymine MAAR WEL uracil a

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

van DNA naar RNA
het DNA wordt dus herschreven = transcriptie 
  • vergelijkbaar proces als DNA-replicatie
  • door RNA-polymerase 
  • niet het hele DNA maar alleen de genen
  • RNA verlaat de celkern via de kernporiën naar de ribosomen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

translatie = vertalen 
van RNA naar aminozuren 

Slide 19 - Tekstslide

codes in het RNA
  • 3 opeenvolgende nucleotiden
  • dit het een codon
  • coderen voor 20 verschillende aminozuren
  • =bouwstenen voor de eiwitten
  • startcodon
  • stopcodon

Slide 20 - Tekstslide

startcocon en stopcodon
  • elke synthese start altijd met een methionine AUG (ATG in DNA)
  • elke eiwitsynthese eindigt met een stopcodon 
  • UAA (you are away)
  • UAG (you are gone)
  • UGA (you go away)
 

Slide 21 - Tekstslide

Nu jullie:

CAA

Slide 22 - Tekstslide

Nu jullie:

CAA = Gln (= glutamine) 
(staat in je binas)


en UGA?


Slide 23 - Tekstslide

Nu jullie:

CAA = Gln (= glutamine) 
(staat in je binas)

en UGA?

=stop = stopcodon
hierna stopt eiwitsynthese


Slide 24 - Tekstslide

Overzicht

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Formatieve Toets (OVG  0x)
Ga naar KWIZL   (ziet je nog niet in de klas? zie klassencode in classroom)

Je hebt 45 min de tijd!

Ben je klaar? kun je gaan!

(Je krijgt een Onvoldoende/voldoende/goed op magister die 0x meetelt)
Formatieve toets gemist? Maak hem binnen 1 week anders automatisch O

Slide 27 - Tekstslide