Leeratelier Les 6 - EMB

Leeratelier 6
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
LeeratelierMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Leeratelier 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • AWR
  • kennismaken stage
  • Stand van zaken
  • POK
  • BPV paspoort
  • EMB
  • Incidentmethode



Slide 2 - Tekstslide

Aanwezigheid

Slide 3 - Tekstslide

Kennismaken op stage
Kennismaken op stage

Slide 4 - Tekstslide

Voor volgende week
- Houd een logboek bij over je eerste stagedagen. Schrijf op:

> Wat je gedaan hebt , wat er goed ging (en waarom) en wat er minder goed ging (en waarom) en welke doelstelling je voor de volgende keer.

Slide 5 - Tekstslide

Stand van zaken
  • POK
  • VOG
  • BPV paspoort

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent beperkt zijn?
Wanneer voel jij je beperkt? 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is EMB?

Slide 8 - Woordweb

Ernstig meervoudige  beperking 

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag:
- Ernstig meervoudige beperking 
- Behandeling, begeleiding en communicatie
- Video 
- Epilepsie 

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kan het begrip EMB uitleggen en kan drie aspecten benoemen die belangrijk zijn in de begeleiding van mensen met EMB. 
  • De student kent het verschil tussen focale epileptische aanvallen en tonisch-clonische aanvallen. 

Slide 11 - Tekstslide

Ernstig meervoudige beperking
De term ernstige meervoudige beperkingen (EMB) wordt meestal gebruikt voor mensen die naast een (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ook ernstige lichamelijke beperkingen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Algemene informatie EMB
15.000 mensen in NL hebben een EMB. 

IQ = lager dan 35 
Ontwikkelingsleeftijd van maximaal 2 jaar.

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens: lichamelijke ervaringsordening 

Slide 13 - Tekstslide

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens 
Ervaringsordening van Timmers-Huijgens
  • Het menselijk brein is erop gericht om problemen op te lossen (van kleine tot grote problemen). 
  • De mate waarin de cliënt zijn problemen kan oplossen hangt af van de ernst van de beperking: brengt afhankelijkheid met zich mee en doet een beroep op de begeleider. 
  • Een belangrijke hulpvraag bij mensen met een verstandelijke beperking zal dan ook zijn: Vul bij mij aan wat ontbreekt.

Slide 14 - Tekstslide

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens 
Ervaringsordening van Timmers-Huijgens
Hoe voel je je terwijl je dit stuk leest? Heb je het niet te warm of te koud?
Ben je moe? Heb je honger of dorst? Niet? Dat is fijn! Aan de andere
kant, waarschijnlijk was je niet begonnen met lezen als dat wel zo was.
En waar zit je op? Is het hard of zacht? En kijk eens om je heen. In wat voor omgeving zit je nu? Wellicht hoor je auto’s voorbijkomen, of een metro. Misschien hoor je het tikken van de klok. Wat voor dag is het vandaag? Hoe laat is het? Wat was je aan het doen? En jij, wie ben jij eigenlijk? Moest je dit stuk lezen, of ben je er vrijwillig begonnen?
in begonnen? 

Slide 15 - Tekstslide

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens
Ervaringsordening van Timmers-Huijgens: lichamelijke ervaringsordening
- Alles wat te maken  heeft met het eigen lijf. Het ordent alle informatie die te maken heeft met de fysieke veiligheid;
- Centrale vraag: Is mijn lichaam veilig? Waar je ook gaat of staat, je lichaam neem je altijd mee; je kunt het eenvoudigweg niet thuislaten.
- Ook in een chaotische werkelijkheid neem je je lijf mee: Het is dan ook belangrijk dat er geen lichamelijke ongemakken zijn, of dat er geen gevaar dreigt.               

Slide 16 - Tekstslide

Ontstaan van EMB:
  • Aangeboren hersenletsel 
  • Een ernstige infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals hepatitis C
  • Een ernstige infectieziekte bij het kind, zoals een hersenvliesontsteking
  • Zuurstofgebrek bij de geboorte
  • Een zwaar trauma, zoals een ongeluk

Slide 17 - Tekstslide

Begeleiding
Mensen met EMB hebben ondersteuning nodig bij alle dagelijkse activiteiten.

Communicatie: 
Ze kunnen niet praten, moeilijk bewegen en soms ook slecht zien of horen. 
Communicatie gaat via signalen waarvoor je een zorgvrager goed moet kennen, denk aan: 
-Geluiden, mimiek, spierspanning.

De meeste kinderen met EMB kunnen lachen, geluiden maken, trappelen en genieten van liedjes.





Slide 18 - Tekstslide

Filmpje
Kijk eens naar het volgende filmpje en schrijf voor jezelf op;

- Wat valt je op in de begeleiding?

- Welke beperkingen vallen je op aan de cliënten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Filmpje
Kijk eens naar het volgende filmpje en schrijf voor jezelf op;

- Wat valt je op in de begeleiding?

- Welke beperkingen vallen je op aan de cliënten

Slide 21 - Tekstslide

Activiteiten bedenken voor mensen met EMB

- Creatieve activiteiten
- Culturele activiteiten
- Educatieve activiteiten
- Sport en spel
- Zelfzorg

Slide 22 - Tekstslide

Epilepsie 
Epilepsie is een aandoening waarbij aanvallen voorkomen. Die aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Epilepsie kent verschillende vormen en ook verschillende soorten aanvallen.

Slide 23 - Tekstslide

Epilepsie 
Meest voorkomende aanvallen bij mensen met EMB: 

1. Focale aanvallen met verminderde gewaarwording = deze starten op één plek in je hersenen. Bij deze aanvallen kun je wel of niet bij bewustzijn zijn.
Focale aanval is hetzelfde als een partiële aanval.

2. Tonisch-Clonische aanval = Tonisch betekent verkrampt en clonisch betekent schokkend.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Behandeling en bijwerkingen
Aanvallen zijn vaak lastiger onder controle te krijgen. 
Hoe ernstiger de hersenbeschadiging, hoe moeilijker het is om de aanvallen te onderdrukken. 
Er wordt gebruik gemaakt van anti-epileptica (medicatie)
Bijwerkingen zijn lastig te achterhalen, omdat: 
- Ze kunnen niet aangeven wat er aan de hand is
- Ze laten prikkelbaar gedrag zien maar kunnen dit niet goed uiten, (de omgeving moet signalen dus goed in de gaten houden) .

Slide 28 - Tekstslide

Wat moet jij doen?
De meeste aanvallen duren niet langer dan vijf minuten en stoppen vanzelf. Een aanval die langer duurt en niet vanzelf stopt, heet een status epilepticus.

Wat is van belang voor jouw als zorgverlener? Wat moet jij weten van de zorgvrager? 

Schrijf in groepjes van 2 op. 

Slide 29 - Tekstslide

Eens / oneens
Iemand met EMB heeft geen kwaliteit van leven

Slide 30 - Tekstslide

Eens / oneens
Iemand met EMB kan niet communiceren

Slide 31 - Tekstslide

Eens / oneens
Mensen met EMB zouden moeten wonen met mensen van een hoger ontwikkelingsniveau

Slide 32 - Tekstslide

Eens / oneens
Zorg voor mensen met EMB zou via mantelzorg moeten gaan - hierdoor hoeven professionals niet te worden belast.

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen bereikt?
  • De student kan het begrip EMB uitleggen en kan drie aspecten benoemen die belangrijk zijn in de begeleiding van mensen met EMB. 
  • De student kent het verschil tussen focale epileptische aanvallen en tonisch-clonische aanvallen. 

Slide 34 - Tekstslide