20180911 grammatica (2)

Grammatica

zinnen in zinnen

Programma

Uitleg samengestelde zinnen

Instapopdracht

Logboek

Quiz

Zelfstandig leren

Doel van vandaag

Je kent en herkent een samengestelde zin.

Je kent en herkent een hoofdzin en een bijzin.

Je kent en herkent nevenschikkende voegwoorden.

Bouwstenen van een zin

over bijzinnen

Zinnen

Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Zinnen

Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik werk in Heerenveen, maar ik ben supporter van SC Cambuur.

Zinnen

Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik werk in Heerenveen, maar ik ben supporter van SC Cambuur.

Samengestelde zin

Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Samengestelde zin

Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Het regent en het sneeuwt.

Het regent, maar de zon schijnt.

Het regent, want de lucht is afgekoeld.

Nevenschikkend en onderschikkend

Nevenschikkend: de zinnen zijn gelijkwaardig aan elkaar.

Onderschikkend: één zin is ondergeschikt aan een andere zin.

(de bijzin heeft dan een grammaticale functie binnen de hoofdzin)

Noteer in onderstaande zinnen de persoonsvorm en het onderwerp.

Ik denk dat het morgen gaat regenen.

Morgen gaat het regenen, want Piet Paulusma zegt het.

Ik ga wel op de app van Buienradar kijken, omdat ik dan precies weet hoe laat het regent.

Ik neem morgen een paraplu mee en ik ga schuilen als het regent.

Ik vind regen wel vervelend, maar ik moet toch naar mijn werk.

Als het morgen regent, krijgen de planten eindelijk weer water.

Noteer in onderstaande zinnen de persoonsvorm en het onderwerp.

Ik denk dat het morgen gaat regenen.

Morgen gaat het regenen, want Piet Paulusma zegt het.

Ik ga wel op de app van Buienradar kijken, omdat ik dan precies weet hoe laat het regent.

Ik neem morgen een paraplu mee en ik ga schuilen als het regent.

Ik vind regen wel vervelend, maar ik moet toch naar mijn werk.

Als het morgen regent, krijgen de planten eindelijk weer water.

Zelfstandig leren

Maak opdracht 1

Tip: let bij (2) op de positie van het onderwerp en de persoonsvorm

Logboek

Geef via showbie.com aan mij door:

1. Hoe moeilijk of makkelijk je grammatica vindt.

2. Wat jij de komende weken gaat doen om grammatica te leren

3. Over welk onderdeel uit het stappenplan jij extra uitleg wilt.

Klaar?

Maak opdrachten 4, 5, 6 en 7

We bespreken het daarna

Voordat ik vanmiddag naar huis ga, check ik mijn e-mail.

1. enkelvoudige zin
2. samengesteld bijzin - hoofdzin
3. samengesteld hoofdzin - bijzin
4. samengesteld hoofdzin - hoofdzin

Wat is een voorbeeld van een samengestelde nevenschikkende zin?

1. Ik wil naar huis, omdat ik moe ben.
2. Ik wil naar huis, want ik ben moe.
3. Als ik moe ben, wil ik naar huis.

Wat is nooit een nevenschikkend voegwoord?

1. en
2. maar
3. voordat
4. want

Welke zin met voegwoord of is onderschikkend?

1. Ik wil weten of je morgen ook naar school gaat.
2. Ik ga morgen naar school of ik ga tennissen.
3. Die dappere arbeiders willen minder werkdruk of ze willen meer salaris.

Zelfstandig leren

Maak opdrachten 8, 9 en 10