Oefentoets BS 6, 7 en 8 Hormoonstelsel

Oefentoets BS 6, 7 en 8
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets BS 6, 7 en 8

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.

Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?

A
adrenaline; het wordt gemaakt in de bijnieren
B
adrenaline; het wordt gemaakt in de hypofyse
C
insuline; het wordt gemaakt in de bijnieren
D
insuline; het wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans

Slide 2 - Quizvraag

In de afbeelding hiernaast is de bloedsuikerspiegel van een mens in zes perioden weergegeven.

In welke perioden wordt het verloop van de grafiek veroorzaakt door de productie van insuline?
A
Periode 1 en 6
B
Periode 3 en 5
C
Periode 2 en 4

Slide 3 - Quizvraag

De anticonceptiepleister of de ‘plakpil’ is een voorbehoedmiddel. In de pleister bevinden zich bepaalde hormonen die via de huid in het bloed worden opgenomen. De hormonen in de anticonceptiepleister beïnvloeden de werking van de eierstokken.
Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken?

A
Hormonen van de schildklier
B
Hormonen van de hypofyse
C
Hormonen van de bijnieren
D
Hormonen van de alvleesklier

Slide 4 - Quizvraag

Wat geeft de letter S aan?

Slide 5 - Open vraag

Hoe worden hormonen vervoerd?

Slide 6 - Open vraag

De werking van de schildklier wordt geregeld door een hormoon. Dat hormoon wordt door een hormoonklier bij de hersenen gemaakt.
Geef de naam van deze hormoonklier bij de hersenen.

Slide 7 - Open vraag

Welk hormoon maken de bijnieren?

Slide 8 - Open vraag

De hypofyse produceert hormonen die de werking van hormoon Q kan stimuleren. Dit hormoon Q stimuleert de verbranding in cellen.

Waar in het lichaam bevindt zich de hypofyse? En welke hormoonklier produceert hormoon Q?

Slide 9 - Open vraag

De hoeveelheid water die de nieren uitscheiden, wordt geregeld door een hormoon. Als er veel van dit hormoon in het bloed aanwezig is, wordt er weinig water uitgescheiden.
Alcohol heeft invloed op de productie van dit hormoon. Na het drinken van veel alcohol is er vaak een tekort aan water in het lichaam. Dit wordt ook wel nadorst genoemd.

Neemt door alcohol de productie van dit hormoon toe of af? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Benoem de genummerde hormoonklieren bij de volgende vraag

Slide 11 - Tekstslide

Benoem de genummerde hormoonklieren nummer 1 t/m 5

Slide 12 - Open vraag

Lees de context goed door voor de volgende vraag
Man bijt python
Hoe bevrijd je jezelf uit de dodelijke greep van een python? Flink bijten. Dat is tenminste de redding geweest voor een man in Kenia, meldden Afrikaanse media laatst.
Kelvin Myaumbe was op zijn boerderij in Malindi aan het werk, toen een wurgslang zich om hem heen kronkelde en hem in een boom hees. Kelvin, die dreigde te stikken, zette in een vlaag van paniek zijn tanden in het beest. Ook slaagde hij erin zijn mobiele telefoon uit zijn zak te pakken en het alarmnummer te bellen.
Door het bijten van Kelvin en hulp van omstanders, verslapte de greep van de python uiteindelijk. Kelvin bleef ongedeerd.

Slide 13 - Tekstslide

Welk hormoon is vrijgekomen bij Kelvin tijdens de aanval van de python? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Wat produceert een eilandje van Langerhans?

Slide 15 - Open vraag

Welke hormonen worden door welke hormoonklier gemaakt bij een laag glucosegehalte in het bloed?

Slide 16 - Open vraag

Welke hormonen worden door welke hormoonklier gemaakt bij een hoog glucosegehalte in het bloed?

Slide 17 - Open vraag

Op welke 2 plaatsen wordt de glycogeen in opgeslagen?

Slide 18 - Open vraag


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet het mannelijk groeihormoon?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Oestrogeen
D
Melatonine

Slide 20 - Quizvraag

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 21 - Quizvraag

Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose

Slide 22 - Quizvraag

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 23 - Quizvraag

Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het slaaphormoon dat bepaalt hoe laat je s' avonds slaap krijgt?
A
Neuronen
B
Melatonine
C
De hypofyse
D
Het groeihormoon

Slide 25 - Quizvraag

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 26 - Quizvraag

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quizvraag

Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 28 - Quizvraag

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 29 - Quizvraag

Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.

Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?

A
glucagon
B
melatonine
C
schildklierhormoon
D
adrenaline

Slide 30 - Quizvraag

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 31 - Quizvraag

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 32 - Quizvraag

Nr. 3
Hormoonklier
Functie
A
hypofyse invloed op de groei
B
schildklier invloed op de stofwisseling
C
bijnier sneller kunnen reageren
D
alvleesklier invloed op hoeveelheid suiker in het bloed

Slide 33 - Quizvraag

Waar bevindt zich de schildklier?
A
boven op de nieren
B
in de voortplantingsorganen
C
in de hals tegen de luchtpijp aan
D
in de alvleesklier

Slide 34 - Quizvraag

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 35 - Quizvraag

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 36 - Sleepvraag

Bitter
Zoet
Zout
Zuur
witlof
gebakje
friet
yoghurt
augurk
banaan
chips
spruitjes

Slide 37 - Sleepvraag

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
adrenaline
B
schildklierhormoon
C
insuline
D
hypofyse hormoon

Slide 38 - Quizvraag

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 39 - Sleepvraag

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 40 - Quizvraag